lOMoAR cPSD| 8312112
Inleiding
Inleiding
-Biologische antropologen houden zich bezig met de wetenschappelijke studie van de mensheid.
Mensen zijn primaten en delen een afkomst van de levende mensapen, die het product zijn van
evolutie door natuurlijke selectie.
-theodosius Dobzhansky: ‘niets in de biologie is logisch behalve in het licht van de evolutie’,
biologische antropologen trachten tijdens hun carriere de details van het evolutieproces te begrijpen
en manieren waarop het proces ons heeft gevormd tot wie we vandaag zijn.
• Biologische antropologen gebruiken de principes van Charles Darwin
• Evolutie : frequentie van bepaalde eigenschap en de genen die het aansturen, kunnen van
generatie op generatie veranderen
Antropologie en diens sub-velden
-antropologie = studie van de mensheid in al diens vormen
• cross-cultureel en holistisch cultuur(=innerlijk werking van een groep mensen begrijpen die andere
wereldbeelden, waarden en tradities hebben dan wij)
-cultuur diferentieert mensen van andere dieren, cultuur is de som van de aangeleerde tradities van een
groep mensen. Bv. Taal is cultuur(vermogen om taal te gebruiken is biologisch)
• biologie produceert cultuur,(bv. intelligentie is nodig voordat geleerde tradities zoals gebruik van
gereedschappen) maar cultuur kan biologie beïnvloeden
• deze patronen noemen we bioculturele antropologie
-antropologie is onderverdeeld in 4 deelgebieden of four-field approach:
• culturele antropologie
o = De studie van menselijke samenlevingen, vooral in cross-culturele context
o Etnologie: Etnologen bestuderen vaak de geschiedenis, ontwikkeling en verspreiding van
culturele praktijken en ideeën en onderzoeken de diepere betekenissen en onderliggende
structuren van culturen.
o Etnografie: onderzoek waarbij de onderzoeker zich onderdompelt in een gemeenschap of
organisatie om gedragingen en interacties van dichtbij te kunnen observeren, gericht op het
beschrijven van een specifieke cultuur in detail en het begrijpen van hoe mensen in die
cultuur hun dagelijkse leven ervaren en betekenis geven.
o meerderheid praktiserende antropologen zijn culturele.
o (sommige beschouwen taalunde en archeologie als deelgebied hierbinnen)
, lOMoAR cPSD| 8312112
• biologische antropologie
o wordt gedoceerd in vele en bredere disciplines bv. in de psychologie en criminologie
o Een biologische antropoloog is elke wetenschapper die de menselijke soort vanuit
evolutionair perspectief bestudeert
• taalantropologie:
o De studie van taal, diens geschiedenis en gebruik in diverse samenlevingen, culturen
o Linguïstische vorm: grammaticale regels
o Linguïstische functie: waarom spreken wij?
▪ gossip en grooming, spreken is manier om info over te brengen, info over relaties:
wie is bevriend, wie haat er elkaar, wie werkt er samen,
▪ taal is een wapen om anderen een negatieve reputatie te geven en jezelf te
beschermen
o Sociale context waarin taal ontwikkelde ?
• Archeologie
o De studie van de materiële cultuur van vroegere volkeren / beschavingen
o Artefacten (van stenen vuistbijlen tot zwaarden)
o Materiële cultuur (van grotschilderingen tot SMAK)
o Prehistorische archeologen: focus op prehistorie
o Historische archeologen: focus op de geschiedenis
o Nieuw en razendsnel ontwikkelend gebied: archeo- genetica
• (soms wordt toegepaste antropologie als vijfde deelgebied beschouwd)
Reikwijdte van de bio-antropologie
1. Paleoantropologie
• Studie van de fossiele records, en versteende overblijfselen van ancestrale mensen
en hun naaste verwanten (primaten bv; mensapen,halfapen)
▪ Dus ook de studie van primaten tot 65 miljoen jaar terug
▪ Fossielen geven ons belangrijke aanwijzingen over hoe, waar en waarom
mensachtigen mljenen jaren later evolueerden.
• Onderzoek begint met veldwerk(=zoeke in velden naar nieuwe ontdekkingen)
• Studie gebeurt in musea en universitaire labo’s
• Als de fossiele overblijfselen toenemen, zien we hoe bijzonder de evolutionaire
geschiedenis van onze soort wel is
2. Skeletbiologie en menselijke osteologie
- osteologie
• De studie van het skelet en de patronen en processen en menselijke groei, fysiologie
en ontwikkeling
• Eerste taak wanneer een fossiel ontdekt wordt is uitzoeken wat voor soort dier het
fossiel is
• Antropometrice waren de eerste generatie van biologische antropologen
, lOMoAR cPSD| 8312112
▪ Metingen van het menselijk lichaam(gemiddelde, variaties,…)
- Skeletbiologie
• Studie van menselijk skelet maar de botten van het lichaam ontwikkelen zich in
samenwerking met andere weefsels zoals spieren en pezen
▪ Hierdoor moeten ze de patronen en processen van menselijke groei,
fysiologie en ontwikkeling kennen en niet alleen de anatomie
3. Paleopathologie en bioarcheologie(gaan hand in hand met skeletbiologie)
• De studie van ziekten in oude menselijke populaties
• De studie van menselijke resten in archeologische context
• Voorbeeld: sporen van infecties op botten en schedels
• Bioarcheologen bestuderen de effecten van trauma,epidemieën, voedingstekorten
en infectieziekten
4. Forensische antropologie
• De studie van menselijke resten in legale(foresische) context en wijze waarop
individu sterft
• Onderzoek naar oorlogsmisdrijven(genocide)
• Moord: doodsoorzaak en sporenonderzoek(DNA-revolutie in forensische context)
• Verkrachting(‘rape kit’)
• (afzonderlijk hoofdstuk)
5. Primatologie
• De studie van niet-menselijke primaten en hun anatomie, genetica, gedrag en
ecologie
▪ Aanvankelijk werd het gedrag door psychologen bestudeert
• Pioniers: Jane Goodal(chimpansees) en Diane Fossey(gorillas) (primatologen)
▪ -vroeger mens geweldadige chimpansees omdat ze makkelijk te bestuderen
zijn en zijn het dichts verwant (98% is gelijk tussen mens en chimpansees)
• Niet-menselijke primaten worden bestudeerd omdat ze inzicht geven in hoe de
evolutie de menselijke soort gekneed heef
▪ Niet-menselijke primaten hebben een sociaal leven (groepsleven)
▪ Geslachtsverschillen (bv. verschil tanden)
▪ Ouderlijke investering(verschil man en vrouw)
• Nu : richard wrangham(chimpansee) en frans de waal(bonobo)
▪ Hebben ons veel geleerd over emoties bij dieren, verzoenend gedrag bij
bonobo’s.
6. Menselijke biologie
• Menselijke groei en ontwikkeling, adaptatie aan extreme omgevingsomstandigheden
en menselijke genetica
• Menselijke adaptatie
▪ Hoe passen mensen zich aan extreme omgevingsomstandigheden aan?
• Voedingsantropologie
▪ Studie van de samenhang tussen dieet, cultuur en evolutie
• Studie van menselijke variatie
▪ Meer dan raciale gebaseerde preconcepties
▪ Hoe mensen verschillen in anatomie
, lOMoAR cPSD| 8312112
7. Biomedische antropologie
• Efecten van vervuiling, gifige stofen op de menselijke groei
▪ Bv. milieucriminaliteit
• Effecten die het aannemen van een verstedelijkte levensstijl heeft op mensen die tot
voor kort onder meer traditionele omstandigheden geleefd hebben
8. Moleculaire antropologie
• Genetische benadering van evolutionaire wetenschap
▪ Verschillen tussen mensen en niet-menselijke primaten
De oorsprong van de moderne biologische antropologie
-Ontdekkingen van fossiele homininen (= mensachtigen)
-Darwin’s on the origin of species
• Introductie evolutionair perspectief
-Oude benaming: ‘physical anthropology’
• In de eerste helf van de 20ste eeuw vooral bezig met antropometrie (lichaam, constitutie en
cranium)
• Monogenisme-polygenisme debat (1 ras <-> verschillende rassen)
Nieuwe fysische antropologie
-Neo-Darwinistische syntheses(=moderne synthese) van genetica, anatomie, ecologie en gedrag met
evolutietheorie van Darwin
• Primaten hun gedrag en ecologie werden zowel in de natuurlijke omgeving als in het
laboratorium onderzocht
• De Moderne Synthese stelt dat de meeste evolutionaire veranderingen plaatsvinden door
natuurlijke selectie op variaties in genetische informatie.
o combineert de theorieën van Charles Darwin over evolutie door natuurlijke selectie
met nieuwe inzichten uit de genetica, populatiebiologie en paleontologie.
-De studie van menselijke rassen als afzonderlijke categorie maakte plaats voor de studie van
evoluerende populaties, met bijzondere nadruk op hoe menselijke populaties zich aanpassen aan
omgevingsomstandigheden
Paleoantropologie
-Nieuwe dateertechnieken (archeo-genetica) om ‘oude’ omgevingen(waar organismen zich
evolutionair hebben aangepast) te begrijpen
-Vandaag zeer multidisciplinair