Vennootschaps- en verenigingsrecht
Waarom een vennootschap oprichten?
- afgescheiden vermogen
- vermogen doen vermeerderen
- voordeliger bij belastingen
- juridische bescherming
Nadelen: kapitaalvereisten, regels
Examen
- vraag 1: 3 situaties uit prichtingsaansprH
- duaal bestuur, monistisch bestuur, …
- vraag 2: kwijting→ bevrijdt van interne aansprH
- volgestort kapitaal: overgeschreven >< geplaatst kapitaal: nog moet overgeschreven
worden
- bekijk documentatie voor situering van citaat
- vraag 3: zijn zichtrekening dus venn weet niet wie aandeelhouders zijn, is niet op
naam, aandeelhouders vertegenwoordigd door
- 2e voorbeeld vraag 3: belangenconflict en met quasi-inbreng kijken naar grond
binnen 2j over grond binnen grond
- proefexamen: op dinsdag uitleg 3 vragen krijgen
- BESCHRIJF DE EFFECTEN IN EEN NV, BV, …
Hoofdstuk 1: Wettelijke context
Doel:
- Invloed Europa op vennootschapsrecht
- structuur WVV
1.1 Europese invloed
- doel: vrije vestiging onderneming en gelijkwaardige regels (bv. voor aandeelhouders)
- grensoverschrijdend samenwerking ->concurrentie
- wijze: richtlijnen opgericht (nog omgezet in nat recht><verordening: rechtstreeks
recht)
,1.2 Structuur wetboek
- verticaal kijken om te weten welke regels van toepassing zijn
Hoofdstuk 2: rechtspersonen in het WVV
Doel
- essentie vennootschap en vereniging met wetboek
- verschil/categorie vennootschap en vereniging
- vennootschap en vereniging in categorie
- systeem van erkenning beschrijven
2.1 Begrip Rechtspersoon
- een fictie dat ontstaat uit het recht: nemen deel aan het rechtsverkeer
- Eigen ID: naam, rechtsvorm en adres (vb. NV colruyt in Halle)
- Eigen organen: vertegenwoordigers
2.2 Onderscheid tussen vennootschappen en verenigingen
, vennootschap vereniging
onderneming (WER, kan NP zijn) met ondernemingsnummer
winst te maken en onder aandeelhouders verbod op winstoogmerk, winst enkel ter
verdelen (= uitkeren) uitvoering doel niet aan leden verdeeld
bv. venn verkoopt huis om winst bv. vzw verkoopt huizen als onderdak voor
(niet wat je doet maar vorm onderneming) vluchtelingen
Verplichte Inbreng (= je moet iets Inbreng niet verplicht
bestemmen om iets te kunnen gebruiken)
door RP zie art 1:1 WVV; uitkering winst door ctt zie art. 1:2 WVV; belangeloos (art.
aan leden 1:3 voor stichting)
2.3 Begrip vennootschap
Noodzakelijke elementen van rechtspersonen:
- Rechtsvorm: cv, nv, maatschap, …
- Naam
- Zetel
o Statutaire zetel (admin): grondregels van de onderneming → bepaalt nationaliteit
in België (opgenomen in WVV)
o Werkelijke zetel/voornaamste vestiging: waar product wordt gemaakt
- Nationaliteit
2.4 Categorieën van vennootschappen
2.4.1 Algemeen
, - onderscheid “burgerlijke vennootschap” en “handelsvennootschap” is weggevallen
door aanpassing WER in 2018: Handel/handelaar → Onderneming
2.4.2 Met of zonder rechtspersoonlijkheid (Art. 1:5 §1 WVV)
Privéschuldeisers – vermogen van de vennootschap
A) Vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid:
- Geen afgescheiden vermogen: onverdeeldheid
- Privéschuldeisers kunnen wel aan het vermogen van de vennootschap
Voorbeeld ter schetsing: A, B en C kopen samen een auto: alle drie eigenaar
- 1/3 van de auto zit in het vermogen van A, B en C
- = maatschap
- Stel: A is schuldenaar van een schuldeiser
o Privéschuldeiser van A kan bij iedereen 1/3 van het vermogen eisen (= vermogen
van de vennootschap)
B) Vennootschap met rechtspersoonlijkheid: zelfstandig en autonoom entiteit
- Privéschuldeisers kunnen niet aan het vermogen van de vennootschap
- Zelfstandige en autonome entiteit
o Eigen ID
o Afgescheiden vermogen
o Eigen organen
2.4.3 Met of zonder beperkte aansprakelijkheid
Schuldeisers van de vennootschap – privévermogen van vennoten
A) Beperkte aansprakelijkheid: Aansprakelijkheid van vennoten zijn beperkt tot de inbreng
- Schuldeisers van de vennootschap hebben geen verhaal op het privévermogen van
de vennoten/aandeelhouders
B) Onbeperkte aansprakelijkheid: vennoten zijn onbeperkt aansprakelijk voor schulden van
de vennootschap
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur landermortiers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.