Er zijn aanwijzingen dat de aarde drastisch veranderde met het ontstaan van de eerste eencellige
autotrofe organismen:
• De CO2 in de atmosfeer ging in grote hoeveelheden met de enorme regens mee naar de
oceanen→ waar fotosynthese en omzetting tot CaCO3 plaatsvond.
• De afname van de CO2-concentratie in de atmosfeer had een temperatuurdaling tot gevolg→
bij die lagere temperatuur konden veel verschillende eencelligen zich ontwikkelen.
• Toen de aarde weer opwarmde ontstonden vele niches waar leven mogelijk was.
• De aarde raakt bevolkt met een enorme variatie aan levensvormen, verbonden door
complexe voedselwebben en ecosystemen→ het systeem Aarde van nu.
Systeem Aarde: alle complexe voedselwebben en ecosystemen op aarde tezamen.
Koolstofvoorraden
Enorme hoeveelheden koolstof in organische stoffen liggen vast in bodemvoorraden.
Sinks: bodemvoorraden organische stoffen, bijvoorbeeld koolstofverbindingen.
Het gaat daarbij onder andere om voorraden steenkool, aardolie en aardgas→ de fossiele
brandstoffen.
Fossiele brandstoffen: organische stoffen in de bodem (sinks) in de vorm van bruin- en steenkool,
aardolie en aardgas.
Grote hoeveelheden organisch materiaal liggen bijvoorbeeld in de permafrostgebieden rond de
noordpool.
Permafrostgebieden: toendra’s rond de Noordpool, waarvan de bodems het hele jaar bevroren zijn.
In de Atlantische Oceaan en de Zuidelijke IJszee komen enorme hoeveelheden afgestorven plankton,
aangevoerd door oceaanstromingen, op de oceaanbodem terecht→ daar blijven ze opgeslagen.
Nog een grote sink vormen de kalkgesteenten gevormd door chemische processen vanuit CO2.
Kalkgesteenten: sink van CaCO3, resten van schelpen.
Veel vanuit CO2 geproduceerde stoffen zitten in de biomassa van levende planten en dieren.
Biomassa: de totale massa aan energierijke stoffen van een groep organismen in een ecosysteem of
van een trofisch niveau.
Koolstof stroomt
De koolstof in sinks kan weer vrijkomen door bijvoorbeeld het schuiven van tektonische platen,
waardoor vulkaanactiviteit ontstaat, en door erosie van gesteenten.
Jaarlijks komt er door natuurlijke processen heel veel koolstof vrij in de vorm van CO2→ het is dan
weer beschikbaar voor ‘een nieuwe ronde’, die weer begint bij fotosynthese.
, De koolstofsinks (bijv. fossiele brandstoffen en kalkgesteentes) zijn onderdeel van de langzame
koolstofkringloop: kringloop van C van miljoenen jaren.
• De koolstofstroom atmosfeer→ sink→ atmosfeer duurt miljoenen jaren.
Koolstof in de snelle koolstofkringloop voltooit de kringloop veel sneller.
Snelle koolstofkringloop: kringloop van C van minuten tot enkele duizenden jaren.
Jaarlijks komt er door dissimilatie veel koolstof vrij als CO2→ een hoeveelheid die planten jaarlijks
weer omzetten in biomassa.
Mensen en koolstof
Je lichaam zit vol koolstofverbindingen→ je eet ze, je bouwt je lichaam op met koolstofverbindingen
en je haalt energie uit ze.
De koolstof adem je, na dissimilatie, weer uit als CO2.
De energievoorziening voor arbeid, transport en warmte vraagt ook om koolstofverbindingen,
evenals de grondstoffen om producten te maken en bouwmaterialen.
Meer mensen op aarde→ de CO2-concentratie in de atmosfeer stijgt→ de koolstofkringloop
verandert daardoor.
De temperatuur op aarde
Het veranderen van de koolstofkringloop heeft gevolgen voor het klimaat→ CO2 is namelijk een
broeikasgas.
Broeikasgas: gas in de atmosfeer met een warmte-isolerende werking.
Broeikaseffect: natuurlijk warmte-isolerend effect van het broeikasgas.
Door het broeikaseffect is de temperatuur op aarde hoger→ de CO2 uit de fossiele brandstoffen
vergroot dit effect→ het versterkte broeikaseffect.
Het versterkt broeikaseffect: het meer dan normaal vasthouden van warmte door de atmosfeer,
vooral door een verhoogde CO2-concentratie in de atmosfeer ten gevolge van de verbranding van
fossiele brandstoffen.
De atmosfeer bevat nog andere broeikasgassen→ de belangrijkste zijn→ waterdamp, CH4 en N2O.
Broeikasgassen hebben het vermogen om de warmte die de aarde uitstraalt te absorberen→ die
energie stralen ze vervolgens weer naar alle kanten uit, ook naar de aarde toe→ de aarde krijgt
daarmee een deel van de uitgestraalde warmte weer terug, warmte afkomstig van zonnestralen die
de aarde hebben bereikt.
Gelukkig bereiken niet alle zonnestralen de aarde→ voor een deel houdt de ozonlaag hoog in de
atmosfeer ze tegen→ een ander deel kaatst terug naar de ruimte door hoge bewolking, die als een
soort spiegel werkt.
Niet alle broeikasgassen hebben een even groot effect.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Noa06. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.