Examen
Examenvragen plantveredeling opgelost
- Établissement
- Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Met behulp van de PowerPoint en de hoorcollege werden alle oud-examenvragen gestructureerd opgelost.
[Montrer plus]
Aperçu du contenu
EXAMENVRAGENPlantveredeling
Cara Mestdag
KU LEUVEN
EXAMENVRAGEN
0
, 1
Inhoud
Genetische winst ............................................................................................................................................................... 2
Drielijn systeem ................................................................................................................................................................ 4
Leg uit: Family selection................................................................................................................................................... 6
Synthetische cultivar ......................................................................................................................................................... 9
Leg recurrente selectie uit ............................................................................................................................................... 10
Zaadlethaliteit van F1 door tripbloide block. .................................................................................................................. 14
Welke moleculaire merkers kan je gebruiken om raszuiverheid na te gaan? .................................................................. 15
CO-interferentie bij linkage mapping ............................................................................................................................. 16
Leg uit: F1 hybride steriliteit. Geef een vb. Waarom is GxE belangrijk? ....................................................................... 16
Leg uit transgressie en hoe komt dit aan bod binnen de veredeling? .............................................................................. 17
Leg Brassicaceae type zelf incompatibiliteit uit ............................................................................................................. 19
Leg Solonaceae type zelf incompatabiliteit uit. .............................................................................................................. 21
Je wil tarwe veredelen voor aantal korrels per jaar. Waarom is de bulk methode hiervoor meer geschikt dan de enkel-
zaad afstamming?............................................................................................................................................................ 22
Leg de pedigree methode uit. .......................................................................................................................................... 23
Wat zijn doubled haploids? ............................................................................................................................................. 27
Backcrossing ................................................................................................................................................................... 30
Leg uit: Het moeilijke bij het maken van hybride cultivars is het aanmaken en selecteren v/d ouderlijnen. ................. 32
Bespreek QTL-mapping.................................................................................................................................................. 34
Wat is CMS? ................................................................................................................................................................... 37
Termen uitleggen............................................................................................................................................................. 38
, 2
Genetische winst
Wat is het? Hoe bereken je het? Hoe kan je het voorspellen? Geef twee manieren om het te maximaliseren. Wat
is de algemene dynamiek van genetische winst in een veredelingsproces
Genetische aanwinst of genetisch winst in plantveredeling
verwijst naar de positieve veranderingen in de genetische
eigenschappen v/e populatie van planten, die worden veroorzaakt
door selectie.
• Bij selectie heb je een verbetering of verandering v/d
gemiddelde genotypische waarde v/e subpopulatie
geselecteerde planten t.o.v. de volledige ouderpopulatie.
• Maar ook een verschil tussen de gemiddelde fenotypische
waarde van nakomelingen van geselecteerde ouders t.o.v.
de nakomelingen v/d volledige ouderpopulatie.
Berkenen v/d genetische winst deltaG of R
• ΔG = R = X1 – X0 of R = µR - µo
• X0 of µo = gemiddelde fenotypische waarde van totale
originele ouder populatie
• X1 of µR = gemiddelde fenotypische waarde van
nakomelingen van geselecteerde planten
Voorspellen met de breeder’s equation:
• De genetische winst wordt bepaald door 3 factoren: nauwe
overerfbaarheid (h²), selectie-intensiteit en selectie-
nauwkeurigheid.
• De verwachte genetische winst per tijdseenheid Rt = h²S=
irσA/L ➔ h²=R/S (met h² = nauwe overerfbaarheid; S=
selectiedifferentiaal; i = selecite-intensiteit; r = selectie-
nauwkeurigheid; L = generatie-interval; σA = additieve
variatie)
• Uit de vergelijking kunnen we concluderen dat hoe hoe h²
o Hoe meer variatie door additieve gen-effecten
o Hoe hoger de genetische winst ( R ) na selectie (S)
o Hoe efficiënter de selectieveredeling
Manieren om verwachte genetische winst te maximaliseren:
• Verhogen nauwe overerfbaarheid: h² is de mate waarin fenotypische variatie wordt bepaald door genetische
factoren. Een hogere h² duidt op een grotere invloed van genetische factoren op een specifieke eigenschap.
o Populatie met grote genetische variatie (germplasm): Het gebruik v/e populatie met een grote
genetische variatie biedt een ruime bron van genetische diversiteit. Dit vergroot de kans op het
identificeren van individuen met gewenste eigenschappen. Door te beginnen met een diverse
genenpool, vergroot men de kans om gunstige allelen te vinden.
o Inbrengen van nieuwe allelische variatie (introgressie): Introgressie is het proces v/h introduceren van
nieuwe allelen in een populatie door kruising met wilde verwanten of andere genetisch ≠ bronnen.
Hierdoor kan nieuwe genetische variatie worden geïntroduceerd, waardoor de kans op het vinden van
gunstige allelen en het verhogen van h² toeneemt.
o Opbouwen van homozygotie (dominante gen-effecten verlagen) om dominante gen-effecten te
verminderen. Hierdoor wordt de expressie van recessieve allelen bevorderd, wat belangrijk kan zijn
als de gewenste eigenschap wordt beïnvloed door recessieve genen.
o Reduceren van omgevingseffecten (VE verlagen): Het verminderen v/d invloed van
omgevingsfactoren (VE) helpt de nauwe overerfbaarheid te vergroten, omdat een groter deel v/d
fenotypische variatie aan genetische factoren kan worden toegeschreven. Het telen onder
gecontroleerde omstandigheden kan hierbij helpen.
o Selectie onder stabiele condities (licht, temperatuur, etc.): Het uitvoeren van selectie onder stabiele
omgevingscondities minimaliseert de invloed van omgevingsfactoren op de fenotypische expressie
van eigenschappen. Dit zorgt ervoor dat de variatie die wordt waargenomen, meer te wijten is aan
genetische factoren, waardoor de nauwe overerfbaarheid toeneemt.
o Soms niet mogelijk (bijv. weinig additiviteit): In sommige gevallen, zoals wanneer de genetische
variatie voornamelijk wordt bepaald door niet-additieve genetische effecten (zoals epistase of
dominante gen-effecten), kan het moeilijk zijn om de nauwe overerfbaarheid te verhogen. In
dergelijke gevallen kan het gebruik van geavanceerdere veredelingsstrategieën noodzakelijk zijn.
, 3
• Verhogen van selectiedifferentiaal S: mate van differentiële voortplanting tussen individuen met ≠ genotypen.
Een hogere selectiedruk resulteert in een snellere genetische vooruitgang en voor een verhoging v/d
intensiteit.
o Selectie van minder individuen (extreme fenotypes): Door te kiezen voor selectie op basis van
extreme fenotypes worden individuen met de meest uitgesproken gewenste eigenschappen
geselecteerd voor voortplanting. Hierdoor wordt de differentiële reproductie tussen individuen met
gunstige eigenschappen vergroot, wat leidt tot een hogere selectiedruk.
o Een andere benadering is het vergroten v/d omvang v/d fokpopulatie. Een grotere populatie biedt
meer genetische variatie en vergroot de kans op het ontdekken van individuen met gewenste
eigenschappen. Dit vergroot de pool van beschikbare genen en draagt bij aan een hogere selectiedruk
door meer keuzemogelijkheden te bieden bij het selecteren van ouderparen.
• Verhoging v/d betrouwbaarheid van selectie (r): verwijst naar de correlatie tussen het werkelijke genetische
potentieel v/e individu en de voorspelling daarvan op basis van selectie. Een hogere betrouwbaarheid duidt op
een nauwkeurigere voorspelling v/h genetisch potentieel en draagt bij aan een effectiever veredelingsproces.
o Het gebruik van geavanceerde en nauwkeurige selectietechnieken, zoals spectroscopie, beeldanalyse,
en andere moderne sensorische technologieën, kan de accuraatheid v/d fenotypische evaluatie
verhogen. Hierdoor wordt de correlatie tussen het fenotype en het werkelijke genetische potentieel
vergroot, wat de betrouwbaarheid van selectie verbetert.
o Op basis van kwantitatieve analyse in plaats van visuele selectie: Kwantitatieve analyse, ondersteund
door geavanceerde statistische methoden, biedt een objectievere benadering van selectie dan visuele
beoordeling. Het maakt gedetailleerde metingen en analyses mogelijk, wat leidt tot een meer accurate
inschatting v/d genetische potentie van individuen.
o Op basis van DNA-informatie (Marker-Assisted Selection - MAS of Genomic Selection): Het gebruik
van DNA-informatie voor selectie, zoals bij Marker-Assisted Selection (MAS) en Genomic Selection,
biedt directe informatie over het genetische profiel van individuen. MAS maakt gebruik van
specifieke genetische markers die gekoppeld zijn aan gewenste eigenschappen, terwijl Genomic
Selection informatie uit het hele genoom benut. Dit verhoogt de betrouwbaarheid van selectie omdat
genetische informatie rechtstreeks wordt gebruikt.
• Reduceren van generatietijd v/e gewas (L)
o Meer veredelingscycli per eenheid tijd door snellere zaadkieming, groeicycli en zaadproductie te
bevorderen en door de omstandigheden voor zaadproductie te optimaliseren.
o Stimulatie van groei en ontwikkeling (speed breeding = innovatieve benadering waarbij plantengroei
wordt gestimuleerd door gebruik te maken van gecontroleerde omgevingsfactoren zoals temperatuur,
lichtregime en koolstofdioxideconcentratie)
o Groeiregulatoren gebruiken om de ontwikkeling te versnellen (b.v.: hormonen of chemische stoffen)
Algemene dynamiek: algemene basis voor veredeling via selectie is de alternerend cycli van
1) Opkweek populatie met genetische variatie: In het beginstadium v/h veredelingsproces worden planten
opgekweekt die een diverse genetische achtergrond
hebben. Dit zorgt voor variatie binnen de populatie.
2) Selectie van meest performante individuen (ouders):
Na het opkweken v/d populatie worden individuen
geselecteerd op basis van hun prestaties of kenmerken
die van belang zijn voor de veredelingsdoelen. Deze
individuen worden als ouders gebruikt voor de
volgende generatie.
3) Opkweek nakomelingen van geselecteerde ouders: De
nakomelingen v/d geselecteerde ouders worden
opgekweekt. Deze nakomelingen erven genetische
kenmerken van hun ouders.
Gedurende meerdere selectiecycli ontstaat genetische winst
(ΔG). Dit is een cumulatief effect dat afhankelijk is v/d
erfelijkheidsgraad (h²). Het doel is om gewenste additieve gen-effecten te accumuleren. Bijvoorbeeld, als genetische
factoren A, B, en C positieve effecten hebben op het gewenste kenmerk, dan leidt de accumulatie tot individuen met
alle gunstige genen (bijv. AABBCC). Naarmate er meer cycli van selectie plaatsvinden, kan de erfelijkheidsgraad (h²)
en daarmee de genetische winst (ΔG) verminderen. Het uiteindelijke doel v/h veredelingsproces is het produceren v/e
elitelijn of cultivar met de gewenste eigenschappen. Hierbij moet men echter ook letten op inbreeding, hetgeen kan
leiden tot genetische uniformiteit.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur caramestdag. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
Peut-on faire confiance à Stuvia ?
4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)
71498 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours
Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans