Pneumologie
1. Zuur-Base Evenwicht en Bloedgasonderzoek
Bloedgasonderzoek en pH-metingen zijn cruciaal voor het identificeren van
verstoringen in het zuur-base evenwicht, die respiratoir of metabool van aard kunnen
zijn. Respiratoire verstoringen, gerelateerd aan CO2-concentratie, en metabole
verstoringen, gerelateerd aan bicarbonaatconcentratie (HCO3-), worden
onderscheiden. Zowel de longen als de nieren spelen een rol bij het corrigeren van
deze verstoringen. De nieren reguleren de HCO3-concentratie door meer of minder
bicarbonaten vast te houden, terwijl de longen de pCO2 reguleren door de
ademhaling aan te passen.
In het geval van patiënten met longaandoeningen biedt bloedgasonderzoek
essentiële informatie voor het sturen van zuurstoftherapie. Beslissingen over
beademingstechnieken worden vaak gebaseerd op deze resultaten.
Hoewel arteriële bloedgassen gedetailleerde
informatie verschaffen, kan capillaire
bloedgasmeting vooral nuttig zijn voor pH- en
pCO2-waarden. Zuurstofsaturatiemeting via
pulse-oximetrie is waardevol om
zuurstoftherapie gericht te beheren.
Belangrijke parameters bij bloedgasonderzoek
en pH-metingen omvatten:
● pCO2 (koolstofdioxide partiële druk)
● HCO3- (bicarbonaatconcentratie)
● pH (zuurgraad)
● Zuurstofsaturatie (gemeten via
pulse-oximetrie)
1. Ventilatieparameters
● PCO2 (Koolstofdioxide):
● Hypoventilatie: Stijging van CO2, verlaagde pH.
● Hyperventilatie: Daling van CO2, respiratoire alkalose.
● PO2 (Zuurstofconcentratie):
● Daling kan wijzen op longaandoeningen.
1.3 Bicarbonaat (HCO3-) en BE
● Bicarbonaat als belangrijke buffer in het bloed.
● Metabole acidose: Verzuring door metabole processen. (BE: -2)
● Metabole alkalose: Verhoogd bicarbonaat door zuurverlies.(BE: 2)
1.4 pH
● Negatieve logaritme van waterstofionconcentratie.
● Normaal bloed pH: 7,40; acidose < 7,35; alkalose > 7,45.
, ● Handhaving van pH via ademhaling en nieren.
Vier hoofdafwijkingen van het normale zuur-base evenwicht:
● Respiratoire Acidose:
● Hypoventilatie (te weinig koolzuur uitademen) leidt tot CO2-stijging,
lagere pH.
● Compensatie: Nieren houden meer bicarbonaat vast.
● ( Bicorbonaat en BE zijn normaal, Lage pH <7.35)
● Respiratoire Alkalose:
● Hyperventilatie (te veel ademen) leidt tot CO2-daling, hogere pH.
● Compensatie: Nieren scheiden meer bicarbonaat uit.
● ( Bicorbonaat en BE zijn normaal, Hoge pH >7.45)
● Metabole Acidose:
● Verzuring door celmetabolisme.
● Compensatie: Snellere ademhaling, dalende pCO2.
● (Bicarbonaat en BE: -2)
● Metabole Alkalose:
● Verhoogd bicarbonaat door zuurverlies.
● Compensatie: Tragere ademhaling, stijgende pH.
● (Bicarbonaat en BE: 2)
1.6 Zuurstofsaturatiemeting via Pulse-oximetrie
Pulse-oximetrie, een niet-invasieve methode, meet de arteriële zuurstofsaturatie
(SpO2) en wordt veelvuldig gebruikt bij patiënten met potentiële zuurstofstoornissen.
Het biedt een pijnloze en eenvoudige alternatieve benadering voor arteriële
bloedgasbepaling. De SpO2, die varieert tussen 95% en 100%, vertegenwoordigt het
percentage rode bloedcellen dat verzadigd is met zuurstof.
● Doel en Betrouwbaarheid:
● Weergave beschikbare zuurstof voor weefsels.
● Normaal: 95-100%; <90% vereist zuurstoftoediening.
● Foutenmarge: ±2%, vooral nauwkeurig boven 70% SpO2.
● Werkingsmechanisme:
● Infrarood licht door vingertop.
● Hemoglobine breekt licht op specifieke wijze.
● Verschil in lichtbreking tussen gebonden en niet-gebonden
hemoglobine bepaalt saturatie.
● Aandachtspunten:
● Voorkeur voor wijsvinger, bij voorkeur altijd dezelfde vinger.
● Nagellak belemmert meting.
● Continue monitoring vereist plaatswisseling om drukletsels te
voorkomen.
● Bij koude handen, hartfalen, of donkere huid kan meting vertekend zijn.
● Ernstige anemie kan normale saturatie tonen, ondanks ontoereikende
weefselzuurstofvoorziening.
● Waarschuwing voor valse hoge saturatiewaarden bij CO-vergiftiging.