Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting ALLE hoorcolleges Juridische en Ethische Context Radboud B3 - afgerond met 8,5! €5,19   Ajouter au panier

Notes de cours

Samenvatting ALLE hoorcolleges Juridische en Ethische Context Radboud B3 - afgerond met 8,5!

1 vérifier
 48 vues  4 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Samenvatting/aantekeningen van ALLE hoorcolleges 1t/m11 van het vak Juridische en Ethische Context, Radboud Universiteit, bachelor pedagogische wetenschappen/pre-master pedagogiek. Alle belangrijke begrippen die worden genoemd zijn dikgedrukt en personen die worden genoemd zijn schuin. In de teks...

[Montrer plus]
Dernier document publié: 10 mois de cela

Aperçu 4 sur 33  pages

  • 4 janvier 2024
  • 14 janvier 2024
  • 33
  • 2023/2024
  • Notes de cours
  • F. takes
  • Toutes les classes

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: frederiquegebel • 10 mois de cela

avatar-seller
Juridische en ethische context
Hoorcollege 1 – 8/11/2023
Goed handelen
Handelen; menselijke activiteit die bewust gedaan wordt, en waar mensen verantwoordelijk gesteld
voor kunnen worden. Een actor is degene die handelt.
Handelen is een intentionele activiteit, waarbij het belangrijk is dat NIET handelen ook handelen kan
zijn als dit met bewustzijn gebeurt.

Belangrijke vraag tijdens deze cursus: wat is goed handelen?
Morele/ethische plicht vs. juridische plicht staat soms in conflict, zoals bij de voorbeelden.
Wat goed handelen is, is niet eenduidig te beantwoorden. Hierdoor moet daar steeds opnieuw
overnadenken. Het is een normatieve vraag die beantwoord wordt met impliciete en expliciete
normen die we hanteren.
- Waarden; nastrevenswaardige voorstelling van het goede. Er zijn moderne waarden en
klassiekere waarden (cardinale deugden), die iederen tegenkomt en op basis waarvan
normen worden afgeleid.

Er zijn 3 kaders voor professioneel handelen; maatschappelijk, professioneel en persoonlijk.
1. Maatschappelijk kader; de wet in een rechtsstaat, juridische context van de pedagogiek.
Verzameling van wettelijke kaders, Internationeel Vedrag van de Rechten van het Kind.
2. Professioneel kader; beroepscode, regels waar je je aan moet houden in de praktijk. Kaders
die de professie legitimeren, bv. wat ze moeten kunnen en wat ze mogen doen. In de
beroepscoden worden de waarden en normen van een beroepsgroep vast gelegd. Grens van
recht en ethiek.
 Beroepscodes, gedragscodes, integriteitscodes articuleren waarden en normen van
professionele organisaties.
 Zie powerpoint voor NVO beroepscode. -> richting aan het handelen en het
verantwoorden en bepalen van beslissingen van een ‘goed pedagoog’. Hier zijn ook
normen en waarden aan gebonden.
Beroepscode laat ruimte voor het inzicht van de professional -> discretonaire ruimte is de
ruimte waarin je zelf verantwoordelijk moet nemen voor je handelen en waar je je eigen
professionele autonomie kan toepassen. -> je kent de wet en handelt naar dit inzicht,
wanneer je anderse handelt moet je je hiervoor kunnen verantwoorden.
 Een reflectieve professional handelt niet defensief, maar integer.
 Reflecteren op professie; bewust van normativiteit van vakinhoud, verhouden tot
organisatie en beleid, doelstellingen, aannemen en concepten, en eigen
professionele waarden.
3. Persoonlijk kader; wordt bepaald door ethiek en hoe je daar mee omgaat, eigen waarden en
normen en opvattingen over mens en maatschappij. De ethiek is er om hier systematisch
over na te denken, als persoon en als professional.
 Reflectieve houding voor het bepalen van integriteit, dilemmahantering, en
handelingsevaluatie.

Normativiteit; een norm is een impliciete of expliciete regel. Normen zijn geen feiten, maar deze
normen kunnen wel gedefiniëerd worden als normalisatie.
Normatieve ethiek; zoekt naar rechtvaardiging van morele normen, legitimisatie van normativiteit.
Pedagogiek is een normatief beroep, waarbij normen ook worden gecreëerd. De interventies
bevatten ook een oordeel over de situatie, en er zijn mens- en maatschappijbeelden bij betrokken.

,Goed handelen is verhouden tot de normativiteit; wat betekent jouw oordeel voor de andere en wat
legitimeert dit?

Wat is een moreel dilemma? -> je moet kiezen tussen twee conflicterende waarden. Wanneer je zo’n
dilemma tegenkomt, ga je hiermee om door analyse en reflectie, het gebruik van een ethisch
stappenplan, en moreel beraad met een groep professionals.

Houding als pedagogisch professionaal vraagt van je dat je er voor open staat om reflextief te zijn,
maar ook redeneren, reflecteren, kritische houding hebben, wisselen van perspectief, en bewust zijn
van (impliciete) waarden. De ethische theorieën en banederingen die er zijn kunnen gezien worden
als een gereedschapskist voor je houding als pedagogisch professional.

Ethiek, recht en code gaan allemaal over de vraag: hoe te handelen? Was is juist/goed/rechtvaardig?
Maar er zitten ook verschillen in.
- Recht; systeem van regels, vastgesteld door een formele autoriteit met een sanctionerende
bevoegdheid. Zijn gebaseerd op ethische waarden, toegepast in een juridisch systeem.
- Ethiek; systematische reflectie, ligt niet vast maar is wel theorie over mogelijk. Heeft geen
formele autoriteit, en anderes dan bij recht kan illegaal handelen juist ethisch correct zijn.
Wat is goed handelen is dus altijd primair een ethische vraag.
Hoe weten we dan wat moreel goed is? Dit is een vraag voor de ethiek. Metha-ethiek; waar komt
wat het “goede” is vandaan?
- Evolutionair gegeven; we hebben allemaal een gevoel voor rechtvaardigheid en empathie.
We zijn dieren en ook in dat dierlijke zit een moreel.
- Openbaring/religie; moraliteit gegeven door God, het moreel goede ligt in de schepping.
- Menselijke rede/wijsgerige ethiek; wat goed is, kunnen we beredenren, door ethische
theorie en reflectie. Je kunt tot het goede komen door erover na te denken.

Ethiek is dus een systematische reflectie op de moraal. Het is een belangrijk onderdeel van de
filosofie, en houdt zich bezig met de vraag naar het goede leven. Er wordt kritisch onderzoek gedaan
naar morele opvattingen, en er wordt nagedacht over deze opvattingen en de handelingen die
daarbij horen. Er zijn verschillende vormen van ethiek.
- Descriptieve ethiek; beschrijving van de moraal,
historische en maatschappelijke context, objectivering
van de ethiek.
- Normatieve ethiek; wat is juist, rechtvaardiging van
waarden en normen, prescriptief -> normen waar je je
volgens de ethiek aan moet houden.
- Meta-ethiek; denkt na over ethiek, houdt zich bezig
met concepten en aanames die voorafgaan aan ethiek.
- Toegepaste ethiek; ethiek voor een bepaald veld.
Ethische theorieën komen tot stand binnen de filosofie, en zijn
een product van een permanentie discussie. Deze theorieën staan niet vast! Maar kunnen gebruikt
worden om principes te geven om handelingen mee te beoordelen.
- Een theorie begint met morele oordelen; mensen hebben verschillende opvattingen over het
goede. Dit is afhankelijk van individu, historisch/culturele context, smaak en onderlinge
afspraken.
- Moeten we komen tot een universele theorie die voor iedereen altijd geldt en die kan
omschrijven wat goed is? Of moet iedere zelf uitmaken wat goed en slecht is?
Dit zorgt uiteindelijk voor het universalisme/relativisme probleem van de ethiek.
- Relativisme; verschillen staan centraal

,  Individueel moreel relativisme -> waarheidswaarde van moreel oordeel kan
verschillen per individu. Dit respecteert individuele meningen.
 Cultureel moreel relativisme -> waarheidswaarde van moreel oordeel berust op een
culturele overtuiging. Dit respecteert culturele verschillen.
- Maar dit geeft ruimte aan morele overschilligheid; we moeten dan veel accepteren die
eigenlijk niet acceptabel zijn, zelfs een waarde als tolerantie is dan niet meer algemeen
aanvaardbaar.
- Universalisme; universele theorie die altijd en overal voor iedereen geldig is, “dit is goed en
we spreken af dat dit goed is”.
 Moreel absolutisme; waarheidswaarde van het morele oordeel is extern gegeven
(bv. God/autoriteit).
 Moreel objectivisme; waarheidswaarde van het morele oordeel is op basis van
redelijkheid. Dit is de grondslag van veel ethische theorieën. Bv. Grond van de
Mensenrechten.
 Dit is aantrekkelijk omdat het algemeen geldende morele oordelen mogelijk maakt.
- Maar er is geen algemene acceptatie van een universele bron moraal, kritiek op
eenheidsdenken van universalisme omdat het uitsluit wat verschillend is en een gangbare
opinie gaat overheersen, die andere opinies onzichtbaar maakt.

Hoe dan wel? Hoe kunnen we toch de verschillen naast elkaar laten bestaan en het daar over
hebben? -> pluralisme; erkenning van verschil, maar toch op zoek gaan naar een gedeelde
grond/waarden. Geen absolute positie, maar wel op zoek iets naar wat gedeeld is.
- Ethische theorieën worden gebruikt om systematisch na te denken maar er wordt erkend dat
het een ethiek permanent gesprek is.
- Filosofie is er om normatieve kaders en de dominante discours kritisch te doordenken.
Hierbij moeten we er rekening mee houden dat we altijd zelf deel zijn van een discours.
Dus ethische theorieën zijn er om systematiek te bieden.
- Teleologische ethiek; gericht op een doel, doel of gevolgen van handeling bepalen of de
handeling juist is. Bv. deugdethiek en gevolgenethiek
- Deontologische ethiek; dat wat moet of behoort, intrinsieke kwaliteit van de handeling
bepaalt of de handeling juist is. Bv. plichtenethiek

Hoorcollege 2 – 10/11/2023
Geluk (teleologische ethiek)
pp.2 belangrijk: als je deze uit kan leggen, ken je de theorieën!

Wat is geluk? Geluk is een centrale waarde die nastrevenswaardig is. Een goede handeling kan een
handeling zijn die geluk nastreeft.
- Wat maakt ons gelukkig? Keuzevrijheid? -> probleem paradox of choice; hoe meer keuzes,
hoe meer stress de keuzevrijheid geeft. Leuke spullen? -> probleem mimetische begeerte;
we willen het omdat anderen het ook hebben/status brengt, daar wordt je eigenlijk helemaal
niet gelukkig van. Gezondheid? -> gezonde mensen zijn niet per se gelukkig, en ongezonde
mensen zijn niet per se ongelukkig.
- We leven in een tijd van ….
 “angstaanjagende vrijheid” waarin we constant bewust zijn van de gevolgen van de
keuzes die we maken.
 Onbehagen; we zijn een object in plaats van een subject door een toenemnde
rationalisering.
Bestaansethiek; ethiek die zich bezig houdt met de vraag “hoe moet ik leven?” en daar systematisch
over nadenkt. Vorm van bewust leven waarin je reflextief bent naar je eigen leven.

, Ethos; een levenshouding aannemen, waarbij we bewust iets van ons leven maken (meesterschap).
- Voortreffelijk leven; Aristoteles
- Hedonisme; Epicurus -> leven met zo veel mogelijk genot (hedonisme), maar dit moet
aansluiten bij onze natuurlijke behoeften en niet aan externe behoeften (die ons vanuit de
maatschappij opgelegd worden). Dit betekent niet dat je tot een overdaat komt, maar dat je
matigheid betracht en dat je voorkomt dat je pijn en verdriet hebt.
- Lotsaanvaarding: Seneca -> verzoening met het lot, onverstoorbaarheid, leven in
overeenstemming met de redelijke orde van de natuur. Je hebt een meesterschap over jezelf
en moet vertrouwen op je eigen redelijkheid. Vanuit deze redelijkheid kunnen we komen tot
onverstoorbaarheid.
- Het leven als kunstwerk; Foucault -> Hij zette het gehoorzaamheid aan gebod weer
tegenover de antieke vorm, waarbij hij voortdurende vorming belangrijk vond. Het is
belangrijk dat je je eigen leven vorm geeft.
 Identiteit staat niet vast, maar is het resultaat van hoe wij in het leven staan.
 Vrijheidspraktijken; doorbreken van sociale orde en experimenteren met nieuwe
levensvormen en identiteiten.
 Zorg voor jezelf; door vrijheidspraktijken ontwikkel je een idee over jezelf en krijg je
meesterschap over jezelf.
 Zelftechnieken; technieken om meesterschap over onszelf te oefenen,
problematiseren, werken aan jezelf en nieuwe mogelijkheden.

Dus teleologische ethiek; geluk is centrale waarde, en het doel van de handeling is streven naar
geluk.
Deugdethiek; doel van de handeling en houding van degene die handelt is belangrijk. Het doel is
eudaimonia (breder begrip voor geluk).
- Cardinale deugden; standvastigheid, matigheid, voorzichtigheid, rechtvaardigheid.
- Pp. 11 geschiedenis van Aristoteles
- Metafysisch probleem van verandering en identiteit; is die steeds hetzelfde of verandert die
steeds? -> “alles is altijd wat het is, je moet door schijn en verandering heenkijken” OF “alles
is altijd weer anders”
- Aristoteles; alles is altijd gericht op een telos (een doel), dit is belangrijk als we de
werkelijkheid willen begrijpen. Dus theologie: alle zijnden zijn in beweging naar hun
bestemming, die zij als doel in zich dragen (immanent). Thelos is een doel.
- Verandering is een overgang van potentie naar act; dat wat er is, wat aan het worden is.
- De thelos bij het menselijk leven is eudaimonia; om potentie te actualiseren, moeten
mensen zo goed mogelijk leven. Er zit een permanent streven in de werkelijkheid en het
menselijk zijn.
Eudaimonia; een goed leven is een leven dat zijn hoogste doel (eudaimonia) heeft bereikt. Dit is niet
hetzelfde als ons gelukkig voelen!
- Het is nastrevenswaardig omwille van zichzelf, en je kunt het niet identificeren met plezier,
eer of inzicht. Het is een duurzame, optimale zelfverwerkeling.
- Wat moeten we doen om dit doel te bereiken? De doelgerichtheid betekent dat we dat
moeten doen waar we het meest geschikt voor zijn, we moeten handelen in
overeenstemming met de menselijke natuur.
- De menselijke natuur is een animal rationale; een denkend dier, de mens is zowel redelijk als
dierlijk wezen (ziel en lichaam). De menselijke ziel heeft hierbij ook een rationeel en een
irrationeel deel, die in verbinding staan met elkaar.
- De deugd is de perfectionering van de menselijke geschiktheid; omgaan met emoties,
optimaal gebruik van rede, en een volmaakt mens worden.
- Dus de deugd is geen handeling, maar een houding vooraf aan hoe je handelt. Deze houding
komt voort uit oefening en opvoeding, dus op basis van wat je meekrijgt wat goed is. De

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sharonvlot. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

71184 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,19  4x  vendu
  • (1)
  Ajouter