Samenvatting van cursus LO in basisonderwijs geschreven door sportleerkrachten van AP Hogeschool binnen de opleiding: Educatieve bachelor secundair onderwijs (1ste jaar ).
Deze samenvatting geeft antwoorden op: Wat betekent nu juist lichamelijk opvoeden? Waarom staat niet sport, maar beweging c...
1 Lichamelijke opvoeding in basisonderwijs
Vier grote doelen vanuit het GO onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap:
1.1 Aanzetten tot een gezonde en actieve leefstijl
We zien een grote afname van spontane lichaamsbeweging tijdens de vrije tijd van kinderen
Rapporten van fysieke fitheid = niet zo denderend
Oorzaak? Te veel zittende vrijetijdsbesteding zoals tv, computerspelletjes
Doel? Gezonde en actieve levensstijl ontwikkelen + stimuleren + behouden
Focus:
1) Blijvende attitudevorming en niet op een tijdelijk fysiek resultaat
2) Plezier beleven aan bewegen
Motivatie van kinderen + blijvende deelname aan bewegingsactiviteiten
1.2 Lichamelijk opvoeden
M.a.w. bewegingsopvoeding die moet bijdragen aan een optimale brede motorische ontwikkeling
= wil de fysieke fitheid van kinderen ontwikkelen
Fysieke basisconditie ontwikkelen HOE?
o Gevarieerde basisactiviteiten:
Kracht
Lenigheid
Uithoudingsvermogen
Coördinatie
Evenwicht
Focus bij kleuters:
- Ontdekken van bewegingsmogelijkheden
- Verder ontwikkelen van natuurlijke basisbewegingen + fijn-motorische competenties
- Evenwichtige (psycho)motorische ontwikkeling
o Lichaamsperceptie
o Tijdsperceptie
o Ruimteperceptie
Focus bij kinderen van de lagere school:
- Complexere bewegingssituaties
- Oriëntatie op enkele algemene sport-specifieke basisbewegingen
Adequaat zelfbeeld
= kinderen leren hun eigen bewegingsmogelijkheden en -beperkingen (ook die van anderen) via
beweegsituaties
Belangrijk: Inzicht in beweegsituaties, competentiegevoel en zelfwaardegevoel groeit mee door
succeservaringen -> draagt tot een positief zelfbeeld + bewegingsattitude
Algemene focus: Veilig bewegen
Belangrijk in het kader van blessurepreventie + positieve bewegingsingesteldheid
Geleidelijk aan nemen de kinderen mee de verantwoordelijkheid op
,1.3 Samen leren bewegen
‘samen bewegen’ = rekening houden met elkaar -> sociale vaardigheden nodig
Bij sport en spel:
- Afspreken wat de regels zijn
- Verschillende rollen kunnen spelen
- Zich op een sociaal aanvaardbare wijze te leren uiten
Samenhorigheid
Positief effect op het leren omgaan met verschillen
1.4 Wegwijs maken in onze sport- en bewegingscultuur
Doel: kinderen oriënteren op de sport- en bewegingscultuur
Wat? Sport- en bewegingsaanbod via jeugdkampen, sportclubs, dansverenigingen, jeugdbewegingen
Hoe? Op school kinderen laten proeven van een breed aanbod aan mogelijkheden
Nagaan welke activiteiten bij hun competenties, motieven en voorkeuren passen
2 De 9 FUNdamentals van goed onderwijs in LO
Absolute voorwaarde van de vier grote doelen van LO = plezier (FUN) beleven aan bewegen
2.1 Geïntegreerd aan zowel bewegings- als persoonsdoelen
werken
Hedendaags beweegonderwijs zet in op vier dingen:
1) Geïntegreerde ontwikkeling van motorische competenties
2) Gezonde en veilige levensstijl
3) Positief en realistisch zelfbeeld
4) Vlot sociaal functioneren
Bij elke bewegingssituatie die de leraar aanbiedt, worden zowel bewegings- als persoonsdoelen
nagestreefd:
Bewegingsdoelen Persoonsdoelen
Kracht Zelf bewegen
Lenigheid Bewegen met anderen
Uithoudingsvermogen Reflecteren op bewegen
Snelheid Inspanning en ontspanning
Coördinatie en evenwicht Hygiëne
Oplossen van bewegingsproblemen Correcte lichaamshouding
Psychomotoriek Positieve bewegingsingesteldheid
Klein-motorische vaardigheden Veilig en verantwoord bewegen
Groot-motorische vaardigheden
2.2 Focussen op KLUS(CE) Expliciet activiteiten plannen om deze
Algemene doelstelling: ontwikkelen van fysieke fitheid elementen verder te ontwikkelen
K: Kracht en snelheid zijn noodzakelijk om bewegingen snel en krachtig uit te voeren
L: Lenigheid zorgt voor het bewegingsbereik waarmee bewegingen kunnen worden uitgevoerd
U: Uithouding = noodzakelijk om bewegingen lang te kunnen volhouden
C: Coördinatie = vermogen om de bewegingsmogelijkheden van de verschillende
lichaamsdelen die bij de beweging zijn betrokken op een efficiënte manier te controleren
E: Evenwicht is verantwoordelijk voor de stabiliteit van het lichaam tijdens
bewegingsuitvoeringen
,2.3 Uitdagende beweegsituaties aanbieden
Wat betekent dit concreet?
Leraar kleedt de situaties in zodanig dat kinderen worden uitgedaagd om met plezier de
bewegingsopdrachten uit te voeren
Nauw aansluiten bij actuele speel- en fantasiewereld
Waar mogelijk authentieke contexten gebruiken
Hoe maak je de opdrachten uitdagend genoeg?
1) Door de inkleding ervan Geprikkeld worden om
2) Door de gepaste moeilijkheidsgraad hun grenzen te verleggen
2.4 Niet sport maar beweging centraal zetten
Focus ligt op de ontwikkeling van de groot-motorische vaardigheden -> beweging
Kleuteronderwijs + eerste graad Lager Onderwijs:
Inzetten op basisbewegingen
Bv. stappen en lopen, sluipen en kruipen, klauteren en klimmen, balanceren, springen en landen,
zwaaien, roteren en omgekeerde houdingen
Basisbewegingen die specifiek zijn voor sport- en spelvormen
Bv. rollen, werpen en vangen, slaan, trappen, dribbelen, heffen en dragen, trekken en duwen
Derde graad Lager Onderwijs:
Kennismaking van enkele sportdisciplines -> niet op het sportspecifieke of sporttechnische
Bv. uit de categorie trefspelen, doelspelen en lijn- en terugslagspelen
2.5 Kinderen leren bewegingsproblemen oplossen
M.a.w. we dagen hen uit om spelenderwijs gepaste bewegingsantwoorden te geven
Bv. kinderen moeten samen aan de overkant van het veld geraken en onderweg verschillende
obstakels passeren
“Kan ik er beter over kruipen, onder sluipen, over zwieren?”
2.6 Kinderen leren reflecteren op eigen en andermans
bewegingen
Hoewel actief leren centraal staat is het belangrijk om tijd vrij te maken voor (zelf)reflectie
We leren ze reflecteren op vier gebieden:
1) Op eigen en andermans bewegen
2) Op slagen en mislukken
3) Op gemaakte keuzes
4) Op alternatieven
Bv. “Wat maakt dat een beweging slaagt, een opdracht mislukt, een keuze voor een oplossing beter is
dan de andere?”
2.7 De samenhang met andere leergebieden bewaken
Bv. groot motorische competenties kunnen zowel tijdens sport- en spelactiviteiten als tijdens
bewegingstussendoortjes of in een vaste beweeghoek (kleuters) geactiveerd worden
Conclusie: LO beperkt zich niet alleen tot de lessen lichamelijke opvoeding
Kinderen bewegen de hele dag door
, Denk maar aan tijdens de speeltijden, pauzes, in andere activiteiten en lessen, ...
2.8 Rekening houden met verschillen
Hoe? Elk kind op zijn niveau, aan eigen tempo en naar eigen interesse zo optimaal mogelijk laten
bewegen -> benadering vanuit gemeenschappelijke en individuele noden
M.a.w. er moet waardering zijn voor de inbreng en prestatie van elke individuele leerling, ongeacht
het niveau
Vraagt een zeker ingesteldheid van leerlingen: met verschillen leren omgaan, van elkaar leren, ...
2.9 Werken aan een bewegingsvriendelijke school
Niet alleen de bewegingsruimte, maar de volledige school moet kinderen stimuleren en uitdagen om
te bewegen
Op welke manieren?
- Speeltijden en pauzes
o Kinderen kunnen materialen lenen/gebruiken
o Ruimte biedt mogelijkheid om fysiek actief te zijn
- Ouders stimuleren om hun kind zo veel mogelijk te voet of met de fiets naar het school te
laten gaan
- School werkt samen met haar omgeving
o Sport- en spelactiviteiten met partners organiseren
o Accommodatie beschikbaar stellen
3 Bewegingsvaardigheden
= 12 natuurlijke bewegingen, vaardigheden die aan de basis liggen van de latere sporten
Worden onderverdeeld in:
1) Locomotie
a. Vaardigheden die een verplaatsing inhouden
b. Coördinerend bewegen van het onder- en bovenlichaam of de armen en benen
2) Objectcontrole
a. Vaardigheden met oog-handcoördinatie en oog- voetcoördinatie
Locomotie Objectcontrole
Gaan en lopen (balanceren) Werpen en vangen
Klimmen (sluipen – kruipen – klauteren) Slaan
Roteren (rollen – duikelen) Trappen
Glijden Dribbelen
Springen en landen Heffen en dragen
Zwaaien (hangen – slingeren – schommelen) Trekken en duwen
Men leert door ervaring – drie niveaus:
1ste niveau
Bewegingsmogelijkheden uitbreiden door veel bewegingservaring
2e niveau
Bijbrengen van besef van bewegingsverloop -> bewegingsinzicht creëren: basisvaardigheden bewust
wijzigen, stileren en hercoördineren
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur elinethirion. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.