Concrete doelen Mens en Maatschappij
Hoofdstuk 1 Sociale Verbanden
Wat is een groep, een sociale positie, sociale status, sociale rol, roloveridentificatie,
structuren, instituut, institutie,
Groep: Een groep is een groep mensen die met elkaar omgaan en verbonden zijn, zoals
vrienden of mensen in een club. Verzameling van mensen met een besef van
gemeenschappelijke identiteit. Binnen sociale groep kunnen ook subgroepen ontstaan (klas:
bepaalde klasgenoten trekken zich meer met elkaar op dan anderen)
Sociale Positie: Sociale positie betekent simpelweg de plek die je hebt in de samenleving.
Het wordt beïnvloed door dingen zoals je leeftijd, geslacht, opleiding en werk. Posities
kunnen worden toegewezen of verworven. (zie volgende vraag)
Sociale Status: Sociale status is hoeveel aanzien of respect aan een bepaalde plek in de
samenleving wordt gegeven. Het heeft te maken met hoe belangrijk die plek is.
Sociale Rol: Een sociale rol is als een script voor hoe je je moet gedragen op basis van waar
je bent in de samenleving. Het zijn de dingen die van je worden verwacht.
Rolloveridentificatie: Rolloveridentificatie is wanneer je jezelf zo sterk identificeert met wat
anderen van je verwachten, dat het soms moeilijk wordt om je eigen identiteit te behouden.
Structuren: Structuren zijn gewoon de regels en afspraken die samenlevingen hebben. Het
is zoals de 'spelregels' die ons vertellen hoe we ons moeten gedragen.
Instituut: Een instituut is als een georganiseerde groep mensen of een plek waar bepaalde
dingen gebeuren, zoals een school, een regering of een kerk.
Institutie: Een institutie is gewoon een vaste manier waarop dingen worden gedaan in een
samenleving, of het nu regels zijn of tradities. Het houdt alles stabiel en georganiseerd. Een
institutie is een systeem van regels dat ons gedrag beïnvloedt.
Voorbeeld: een ziekenhuis is een instituut dat deel uitmaakt van de institutie
gezondheidszorg.
Welke 3 elementen keren vaak terug bij instituties:
- Mensen handelen volgens vastgelegde procedures
- Instituties hebben een structureel aspect: de deelnemers nemen sociale posities in
waaraan specifieke rollen verbonden zijn.
- Instituties zijn gericht op het vervullen van maatschappelijke basisbehoeften of op
het realiseren van belangrijke waarden.
, Geef en verklaar de kenmerken van een sociale positie: toegewezen of verworven,
tijdelijk of lang, complementair,
Toegewezen of Verworven:
Toegewezen: Sociale posities die mensen bij de geboorte krijgen, zoals geslacht of etniciteit.
Verworven: Sociale posities die individuen bereiken door keuzes, prestaties of ervaringen,
zoals beroep of opleiding.
Tijdelijk of Langdurig:
Tijdelijk: Sociale posities die van voorbijgaande aard zijn, zoals student, vakantiebaan.
Langdurig: Sociale posities die stabiel zijn en langere tijd behouden blijven, zoals ouder,
beroep.
Complementair:
Sociale posities zijn vaak complementair, wat betekent dat ze samenhangen en afhankelijk
zijn van elkaar. Bijvoorbeeld, de positie van ouder is complementair aan die van kind.
Wat is het verband tussen sociale positie en sociale status:
Het is niet dat elke sociale positie evenveel waardering krijgt. Zo hebben bepaalde sociale
posities een grotere maatschappelijke status en meer waardering dan anderen.
Hoe leidt een sociale positie mogelijks tot sociale uitsluiting
Sociale uitsluiting kan optreden wanneer individuen of groepen bepaalde sociale posities
worden ontzegd of niet dezelfde kansen en voordelen krijgen als anderen. Dit kan het
gevolg zijn van discriminatie, vooroordelen of structurele ongelijkheid.
Geef en verklaar de kenmerken van een sociale rol: verwachtingen, aangeleerd,
rolattributen, dynamisch karakter, bepalen ons gedrag, oefenen dwang uit
Verwachtingen: Sociale rollen omvatten verwachtingen over hoe individuen zich moeten
gedragen, gebaseerd op hun sociale positie. (Gewoonteregels: conventies)
vanzelfsprekend
Aangeleerd: Sociale rollen worden aangeleerd door observatie, interactie en instructie
binnen een samenleving.
Rolattributen: Rolattributen zijn de eigenschappen die geassocieerd worden met een
specifieke sociale rol, zoals de kenmerken van een leraar, ouder of werknemer. Maken het
samenspel met anderen makkelijker. Bijvoorbeeld: stel dan een treinconducteur geen
herkenbare uniform had, dan zou die bij elke vraag naar een vervoersbewijs zich moeten
legitimeren.
,Wanneer spreekt men van een statussymbool:
Men spreekt van een statussymbool wanneer een bepaald object, teken, of kenmerk wordt
gebruikt om de sociale status van een individu of groep aan te geven. Statussymbolen zijn
vaak zichtbare en tastbare indicatoren van iemands positie in de sociale hiërarchie en
kunnen variëren afhankelijk van de cultuur en samenleving.
Dynamisch Karakter: Sociale rollen zijn dynamisch en kunnen in de loop van de tijd
veranderen, vooral bij overgangsmomenten zoals huwelijk, pensioen, enz. De sociale positie
van een kind of ouder is universeel. Hoe je die vervult verschilt van cultuur tot cultuur en
zelfs van groep tot groep. Sociale rollen evolueren doorheen de tijd.
Bepalen Ons Gedrag: Sociale rollen beïnvloeden hoe we ons gedragen en hoe anderen ons
zien. Sociale rollen en de bijhorende rolverwachting hebben een sterke invloed on hoe we
ons moeten gedragen binnen een bepaald samenlevingsverband. Hierdoor wordt het
samenleven makkelijker. Omdat je weet wat je van de ander kan verwachten in een
bepaalde situatie.
Oefenen Dwang Uit: Sociale rollen kunnen een vorm van dwang uitoefenen doordat ze
bepalen hoe we ons dienen te gedragen en wat als sociaal aanvaardbaar wordt beschouwd.
Neem bijvoorbeeld de rol van ouder: er wordt van je verwacht dat je je kinderen goed
opvoedt. Als je hierin slaagt, kan dit leiden tot positieve waardering van buren en andere
gezinnen. Echter, wanneer je hierin tekortschiet, kunnen sociale sancties volgen, variërend
van verwijten en oordelen tot mogelijk zelfs maatregelen die opgelegd worden door een
jeugdrechter."
Rolloveridentificatie:
Rolloveridentificatie treedt op wanneer iemand zich zo sterk identificeert met een sociale
rol dat het moeilijk wordt om onderscheid te maken tussen de persoonlijke identiteit en de
rol. Dit kan leiden tot het verlies van individualiteit, vooral als de rol de overhand neemt in
verschillende aspecten van het leven.
Voorbeeld:
een individu zijn werk zozeer identificeert met zijn eigen waarde en identiteit dat het werk
allesoverheersend wordt. Dit kan ertoe leiden dat persoonlijke relaties, vrije tijd en andere
aspecten van het leven worden verwaarloosd omdat de werkrol de volledige identiteit
domineert. Bijvoorbeeld, een workaholic die geen tijd vrijmaakt voor persoonlijke relaties
omdat werk allesbepalend is.
Roldistantie:
Roldistantie is het vermogen om afstand te nemen van een sociale rol en bewust het
onderscheid te maken tussen de persoonlijke identiteit en de rollen die worden vervuld. Het
betekent dat iemand in staat is om autonomie en persoonlijke identiteit te behouden, zelfs
wanneer verschillende sociale rollen worden vervuld. Dit kan helpen om een gezonde balans
te bewaren tussen verschillende aspecten van het leven.
, Voorbeeld:
Denk aan iemand die, ondanks een veeleisende baan, in staat is om de werkgerelateerde
stress en verantwoordelijkheden achter te laten zodra hij thuiskomt. Deze persoon kan
bewust schakelen tussen de rol van professional en die van partner of ouder, waardoor er
ruimte is voor persoonlijke relaties en ontspanning. Roldistantie stelt deze persoon in staat
om een evenwichtige levensstijl te behouden.
Geef en verklaar de kenmerken van een structuur: relatie doel/structuur, niet aan
personen gebonden, duurzaam en niet veranderlijk,
Relatie Doel/Structuur:
Een structuur heeft vaak een doel of functie, zoals het handhaven van orde, het bevorderen
van samenwerking, enz. In een sociale groep is er meestal een duidelijke relatie tussen het
doel van de groep en de manier waarop de groep is gestructureerd. De structuur wordt vaak
ontworpen om de doelstellingen en activiteiten van de groep te ondersteunen.
Niet Aan Personen Gebonden:
Een structuur is vaak onafhankelijk van de individuen die zich binnen die structuur bevinden.
Een sociale structuur is doorgaans niet direct gebonden aan specifieke individuen, maar
eerder aan de functies en rollen binnen de groep. Individuen kunnen komen en gaan, maar
de structuur blijft bestaan.
Duurzaam en Niet Veranderlijk:
Structuren zijn doorgaans stabiel en niet gemakkelijk veranderbaar, omdat ze de basis
vormen voor de organisatie van een samenleving. Sociale structuren zijn vaak duurzaam in
de zin dat ze bestand zijn tegen veranderingen over een bepaalde periode. Echter, ze zijn
niet onveranderlijk en kunnen zich aanpassen aan nieuwe omstandigheden, doelen of
leden.
Wat zijn rolconflicten? Wat is een intern rolconflict/ extern rolconflict? Hoe kan je
externe rolconflicten oplossen?
Rolconflicten:
Rolconflicten treden op wanneer er tegenstrijdige verwachtingen zijn tussen verschillende
sociale rollen die een individu inneemt. Soms is het moeilijk om tegemoet te komen aan de
verwachtingen die de ander heeft bij he t vervullen van een sociale rol.
Intern Rolconflict/Extern Rolconflict:
Intern Rolconflict: Conflict tussen verschillende verwachtingen binnen één enkele sociale
rol.
Extern Rolconflict: Conflict tussen de verwachtingen van twee of meer verschillende sociale
rollen die een individu inneemt.