Quelques exemples de cette série de questions pratiques
1.
Benoem de 4 behandelprincipes (Symonds)
Réponse: 1) Teruggeven van macht aan slachtoffer, 2) het verkleinen van isolement, 3) verminderen hulpeloosheid door keuze mogelijkheden te vergroten, 4) tegengaan van tendens tot overheersing bij de benadering van slachtoffer
2.
Het doel van een therapeutische relatie is ..
Réponse: Doel = herstel van de patiënt bevorderen.
> De therapeut wordt bondgenoot met patiënt, stelt kennis ter dienste van patiënt.
> Relatie is uniek door overeenkomst over het gebruik van macht
> is de verantwoordelijkheid van therapeut om macht niet te misbruiken
> Rol therapeut op verstandelijk als relationele vlak
> Samenwerking waarin beide handelen op grond van de overtuiging dat overreding te verkiezen boven dwang, ideeën boven geweld, wederkerigheid boven autoritair gezag
3.
Wat betekent overdracht ?
Réponse: Overdracht = cliënt projecteert op de hulpverlener.
> lijkt alsof de dader zich als 3e persoon in het gezelschap bevindt
> overdracht weerspiegelt de angstervaring en de hulpeloosheid ervaring
> Patiënt zoekt naar almachtige redder, woede van patiënt kan verschuiven van dader naar \'redder\', wanneer redder zich niet voldoet aan de verwachtingen
4.
Wat betekent projectieve identificatie?
Réponse: Therapeut kan (onbedoeld) aspecten van de relatie tussen dader en slachtoffer recreëren. Deze dynamiek wordt toegeschreven aan de defensieve stijl van projectieve identificatie van de patiënt.
= gevoelens van eerdere relaties projecteren op therapeut.
5.
Wat betekent traumatische tegenoverdracht/plaatsvervangende traumatisering?
Réponse: = Therapeut ervaart in mindere mate dezelfde angst, woede en wanhoop als de patiënt
- de therapeut krijgt een verstoord relatiepatroon; wantrouwen naar mensen, besef eigen kwetsbaarheid, motieven cynischer bekijken
- Therapeuten die werken met getraumatiseerde mensen hebben een duurzaam ondersteuningssysteem nodig.
- Valkuilen: teveel empathie en te weinig empathie
- = projecties van de hulpverlener op de hulpvrager.
- - reacties van tegenoverdracht worden in de hulpverlener opgeroepen doordat onbewuste en overwerkte problemen in haar opgeroepen worden in contact met bepaalde hulpvragers.
6.
Benoem de 3 fases van het herstel (Herman)
Réponse: 1) Het verschaffen van veiligheid
- Eerst gericht op lichaamscontrole
- Daarna naar controle op de omgeving (veilige leefsituatie, financiële zekerheid, mobiliteit, plan zelfbescherming, sociale ondersteuning)
- Taken zijn inspannend en veel eisend.
- Begin met uitspreken van het trauma, doseren
- Zeggenschap teruggeven, vergroten autonomie, controle eigen lichaamsfuncties
- Integreren van trauma, zelfverzorging en zelftroosting.
2) Herinnering en rouw
- Doel = trauma getransformeerd en kan in het levensverhaal worden geïntegreerd.
- reconstructie trauma, uitspreken
- morele stellingname van hulpverlener, normaliseren van de reacties van de cliënt
- Transformeren trauma herinneringen, floodingtechmethode en getuigenismethode
- rouwen is belangrijk in proces
- verantwoordelijkheid voor eigen herstel
3) Het weer tot stand brengen van een band met het dagelijks leven
= herstel van verbondenheid
- nieuw zelf, nieuwe relaties, nieuw geloofsysteem
- kernervaring: hernieuwd gevoel van macht en verbonden zijn
- inzien dat anderen haar tot slachtoffer hebben gemaakt en besef van de gevolgen
- Leren vechten; besluiten er iets aan te doen, voorkeur om angstgevoelens aan te pakken/ confrontatie aangaan
- worden wie je wil zijn
- berusting; normale leven wordt interessant
- leren dat het ook kwaliteiten oplevert
- durft hechtere relaties aan te gaan
- gevoel 2e adolescentie
7.
Beschrijf en leg uit 2 technieken
Réponse: 1) Directe confrontatie/floodingtechniek = gedragstherapie waarbij de patiënt wordt onderworpen aan een gecontroleerd herbelevingsexperiment met de bedoeling dat de angst die met het trauma samenhangt zal worden overwonnen.
- Ter voorbereiding leert patiënt om te gaan met angst door ontspanningstechnieken
- Zorgvuldig script tot in detail
- Patiënt kiest volgorde van scripts
- 12-14 zittingen
2) Getuigenismethode = opstellen van een gedetailleerd, uitgebreid verslag over het trauma
- zittingen worden opgenomen en woordelijk afschrift gemaakt, deze documenten worden samen herzien
- Tijdens herzien kan patiënt de gefragmenteerde herinneringen samenvoegen tot een samenhangende getuigenis.
- 12-20 zittingen
- Sociale en politieke componenten meer uitgewerkt dan bij floodingtechniek
3) IFS
4) psychomotorische therapie
8.
7 criteria of trauma verwerkt is (Mary Harvey)
Réponse: 1) Fysiologische symptomen PTSS zijn redelijk onder controle. 2) Gevoelens verdragen die verband houden met trauma. 3) Kan zelf zijn herinneringen bepalen. 4) De herinnering aan het trauma is een samenhangend verhaal, waarin emoties tot uiting komen. 5) Adequaat gevoel van eigenwaarde. 6) Belangrijkste relaties zijn hersteld. 7) Samenhangend zingevings- en geloofssysteem waarvan trauma deel uit maakt.
9.
Noem de 3 fases van heling in de groep
Réponse: 1) Veiligheid
- In eerste fase zal de groep niet als veilig voelen
- als je met hele groep slachtoffer bent is groepsgesprek wel helpend
- Er is kritiek op debriefing
- Moet cognitief en educatief zijn, NIET exploratief
2) Herinnering en rouw
- 2e fase kan groep wel positief zijn
- Gericht op persoonlijke doelstelling
- Maakt andere deelgenoot en ervaart steun
- Nadruk op gemeenschappelijke trauma en niet op interpersoonlijke moeilijkheden
- Actieve, betrokken leider
- Samenstelling is belangrijk en verdient aandacht
- Structurele kenmerken: tijdslimiet en een gerichtheid op persoonlijke doelstellingen
3) Herstel van verbondenheid
- Hoeft niet trauma gerelateerd te zijn, gefocust op herstel verbondenheid.
- Uitdaging ligt in het durven verbinden.
10.
Benoem de 6 geschikte methodes (Kolk)/ verzoening van de emotionele hersenen
Réponse: 1) Omgaan met hyperarousal
2) Belang van mindfulness
3) Relaties
4) Collectieve ritmes en synchrniciteit
5) Aanraking
6) Actie ondernemen
Aperçu du contenu
Samenvatting minor geweld blok 3
Literatuur: Trauma en herstel (J. Herman) H7 t/m 11, Traumasporen (B. van der Kolk)
H14 t/m 20, Geweld (J. de Vries) H11 t/m 14
Alle literatuur in het oranje is aangemerkt door de docent als belangrijk.
Inhoud
Trauma en herstel...................................................................................................................................2
H7: Een helende relatie......................................................................................................................2
H8: Veiligheid......................................................................................................................................6
H9: Herinnering en rouw....................................................................................................................9
Week 2..................................................................................................................................................14
Trauma en herstel (J. Herman)..........................................................................................................14
H10: Herstel van verbondenheid..................................................................................................14
H11: Gemeenschappelijkheid.......................................................................................................17
Traumasporen...................................................................................................................................20
H13: Herstellen van trauma: zeggenschap over jezelf..................................................................20
Week 3..................................................................................................................................................24
Traumasporen...................................................................................................................................24
H14: Taal: godswonder en gruwel.................................................................................................24
H15: Het verleden loslaten: EMDR................................................................................................27
H16: Leren leven in je lichaam: yoga.............................................................................................28
H17: De stukken bijeenvoegen: zelfleiderschap............................................................................30
Week 4..................................................................................................................................................34
Traumasporen...................................................................................................................................34
H18: Gaten vullen: het doen van structures.................................................................................34
H19: De herbedrading van de hersenen: neurofeedback.............................................................35
H20: Je stem vinden: collectieve ritmes en theater......................................................................39
Week 5..................................................................................................................................................42
Geweld.............................................................................................................................................42
H11: Helingsprocessen.................................................................................................................42
H12: Ontwikkeling van autonomie als basis van helingsprocessen...............................................46
H13: De hulpverleningsrelatie......................................................................................................50
H14: Gezond omgaan met geweld................................................................................................53
Leerdoelen / mogelijke toets vragen....................................................................................................55
1
,Trauma en herstel
H7: Een helende relatie
Kenervaringen psychisch trauma zijn: onmacht en isolement.
Het herstel richt zich op weer macht krijgen en verbonden voelen met anderen.
Herstel is alleen mogelijk binnen de context van relaties; dus niet in isolement.
Hernieuwde verbondenheid met anderen maakt dat de overlevende opnieuw
psychische vermogens (vertrouwen, autonomie, competentie, initiatief, intimiteit) eigen
maken, die door het trauma zijn beschadigd of vervormd.
Stap 1 naar herstel = overlevende krijgt weer macht door zelf drijvende kracht te
zijn achter het herstelproces.
anderen kunnen wel advies, hulp, bijstand, genegenheid en verzorging bieden, maar
kunnen niet genezen.
Kardiner: ziet therapeut als assistent van de patiënt; doel is te helpen het karwei te
voltooien waar deze zelf aan begonnen is, en het element van hernieuwde zeggenschap
kracht bij te zetten.
Therapie moet primair gericht op klaarheid verschaffen, tegelijkertijd moet het de
beschermende ouder bieden.
Symonds: benoemd de behandelprincipes; (1) teruggeven van macht aan slachtoffer, (2)
het verkleinen van isolement, (3) verminderen hulpeloosheid door keuzemogelijkheden
te vergroten, (4) tegengaan van tendens tot overheersing bij de benadering van
slachtoffer.
Therapeutische relatie heeft als doel: het herstel van de patiënt te bevorderen.
Therapeut wordt bondgenoot met patiënt en stelt kennis ter dienste van de
patiënt.
De relatie is uniek doordat patiënt en therapeut een overeenkomst sluiten over
het gebruik van macht; patiënt heeft hulp nodig en stelt vrijwillig de therapeut als
hogere status.
Verantwoordelijkheid van therapeut om deze macht niet te misbruiken. deze
belofte is bepalend voor integriteit van therapeutische relatie.
Belangeloos: macht niet gebruiken om eigen behoefte te bevredigen
Neutraal: kiest geen partij bij de innerlijke conflicten bij de patiënt en probeert
haar niet te beïnvloeden in beslissingen.
Rol therapeut ligt zowel op het verstandelijk als op het rationele vlak; zowel
inzicht als empathische verbondenheid tot stand brengen.
Samenwerking waarin beide handelen op grond van de overtuiging dat overreding
te verkiezen boven dwang, ideeën boven geweld en wederkerigheid boven
autoritair gezag.
Dit geloof is juist aangetast door trauma en moet vanaf het begin worden onderkend en
zoveel mogelijk worden voorkomen.
Traumatische overdracht
Overdracht = cliënt projecteert op de hulpverlener.
Door trauma kan er overdracht plaats vinden in de therapeutische relatie. De trauma
overdracht reacties hebben een hogere intensiteit. Er is sprake van driedelige relatie; de
angst is zodanig aanwezig dat het lijkt of de patiënt en de therapeut in het gezelschap
zijn van nog een andere persoon; de dader.
de overdracht weerspiegelt de angstervaring en de hulpeloosheid ervaring.
Patiënt zoekt naar almachtige redder; plaatst vaak therapeut in die rol. Wanneer
therapeut die verwachting niet na kan komen (bijv. tegengaan van herbelevingen) kan er
2
,woede ontstaan. De woede verschuift van richting van dader naar richting redder.
dynamiek waarin trauma wordt herhaald (overheersing, seksueel), bij vroegkinderlijk
trauma is de dynamiek intenser; weinig zelf aanwezig --> projectieve identificatie =
stukken of gevoelens van jezelf weggeven aan je hulpverlener.
De getraumatiseerde patiënt zijn vertrouwen is geschonden en kan je er niet van uitgaan
dat dit er in de basis is. Ze gaan er vanuit dat de therapeut niet in staat is hen te helpen,
tot dat het tegendeel is bewezen. Oorlogsveteranen gaan pas een vertrouwensrelatie aan
als ze overtuigd zijn dat de therapeut het traumaverhaal aan kan horen.
De patiënt let op ieder woord/gebaar van de therapeut, in een poging om zichzelf te
beschermen tegen de vijandige reacties die ze verwacht. Hierdoor kan de therapeut
(onbedoeld) bepaalde aspecten van de relatie tussen dader en slachtoffer gaan recreëren.
Deze dynamiek wordt toegeschreven aan de defensieve stijl van projectieve identificatie
van de patiënt. = gevoelens van eerdere relaties projecteren op therapeut.
Traumatische tegenoverdracht
Traumatische tegenoverdracht/plaatsvervangende traumatisering = therapeut
ervaart in mindere mate dezelfde angst, woede en wanhoop als de patiënt. (secundaire
traumatisering = getraumatiseerd raken door traumaverhalen van anderen)
Omvat alle emotionele reacties van de therapeut op de overlevende en op het trauma.
Kan last krijgen van symptomen van PTSS
De betrokkenheid van een therapeut levert een gevaar op voor haar eigen gezondheid.
Als therapeut hier niks mee doet, kan het leiden tot verstoring in de relatie met
patiënt en tot conflicten met vakgenoten.
Therapeuten die werken met getraumatiseerde mensen hebben een duurzaam
ondersteuningssysteem nodig om met deze heftige reacties om te gaan.
Therapeut heeft last van verstoord relatiepatroon; wantrouwen naar mensen, besef
eigen kwetsbaarheid, motieven van anderen steeds meer cynisch bekijken en
pessimistischer tegen over de mens.
Vanuit hulpeloosheid kan de therapeut haar eigen kunnen onderschatten of de
positieve krachten van de patiënt niet opmerken. Ze kan hierdoor het vertrouwen in de
doeltreffendheid van de psychotherapeutische relatie kwijtraken.
Er zijn twee hoofdvalkuilen: teveel empathie (over uren maken, dromen over slachtoffer) en
te weinig empathie (niet willen geloven, vermijden).
Om zich te verdedigen tegen het gevoel van hulpeloosheid probeert de therapeut zich
soms de rol van de redder aan te nemen.
Beschermende rol over patiënt > laat hiermee indirect zien dat ze vind dat patiënt niet
voor zichzelf op kan komen > hoe meer neerleggen bij hulpeloosheid, hoe meer ze de
patiënt onmachtig maakt.
Leidt tot een houding van zelfoverschatting, gaat zichzelf als bijzonder of almachtig
zien.
De 3 meest voorkomende narcistische valstrikken (J. Maltsberger): Ambitie om alles te
genezen, alles te weten en te beminnen
Lukt het niet om de hulpeloosheid weg te krijgen kan de therapeut in verleiding komen
een toevlucht te nemen tot magische en destructieve praktijken.
De therapeut kan zich ook identificeren met de woede van het slachtoffer. Dit kan gericht
zijn naar de dader, toeschouwers, collega’s of de samenleving.
Kan leiden tot gedragingen waardoor de patiënt machteloos wordt gemaakt.
of de therapeut overschaduwt de woede van de cliënt met eigen woede, óf hij gaat
teveel mee in de woede van de patiënt
3
, 4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ShannaServaas. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.