Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting neurobio deel 1 €7,89
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting neurobio deel 1

 5 vues  0 fois vendu

alles van deel 1 heel uitgebreid

Aperçu 4 sur 50  pages

  • 6 janvier 2024
  • 50
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
jadelissens
(Neuro) biologie:
Deel1(epi) genetica



Hoofstuk 1: bouwstenen en celcyclus

1.1 Bouwstenen

Biologie? Wat is biologie?
-> Bios: leven
-> Logie: de studie van
= de studie van het leven of wat er allemaal leeft


Alles wat leeft heeft kenmerken (6):

Ieder levend systeem moet zich kunnen voeden, je hebt dus voedselopname nodig om een
systeem te laten draaien. Dit is een belangrijke basis om goed te kunnen functioneren. We
zien dat voeding zeer bepalend is, bepalend voor je gedrag, voor hoe dat een systeem al dan
niet goed draait. We hebben de laatste jaren ook zeer veel voeding gemanipuleerd, wat
maakt dat er meer en meer problemen ontstaan met voeding. Vandaar ook dat er steeds
meer en meer intoleranties komen, ook bij kinderen die steeds meer intoleranties hebben.
Elk levend systeem heeft nood aan voedselopnamen -> om energie te hebben (spieren te
werken, om te bewegen, te slapen, organen te laten werken… we hebben energie nodig
voor alles wat we doen).

Stofwisseling zorgt voor het wisselen/afbreken van voeding naar energie. Je krijgt dus een
stof binnen via de voeding en we wisselen/ zetten dat om naar energie. Dit is iets wat elk
levend systeem of wezen kenmerkt. Ook worden er slechte stoffen afgebroken.
Een levend wezen moet dus aan stofwisseling kunnen doen.

Elk levend wezen/systeem wilt zich voortplanten Voortplanting -> voortplanting is ook een
stukje evolutie, voortplanting betekend altijd iets beter maken/ verbeteren.
Als je weet dat uw biologisch systeem zich telkens aanpast aan de omgeving. Als twee
biologische systemen die zich hebben aangepast aan de omgeving aan voortplanting gaan
doen dan gaat de nakomeling nog beter aangepast zijn aan de omgeving -> dat is evolutie
doorheen de tijd.
Als er geen voortplanting is sterft het levend wezen/ dan sterven soorten uit.

Levende systemen gaan altijd reageren op hun omgeving, je staat altijd in interactie met de
omgeving waarin dat je u bevindt.
Dit is ook weer evolutie -> door die reactie op de omgeving gaan we ons ook telkens beter
kunnen aanpassen aan die omgeving. Dat kan positieve gevolgen hebben, maar ook weer
negatieve gevolgen.

,Groei en ontwikkeling is ook een belangrijk kenmerk van levende wezens, we zijn
voortdurend in groei en in ontwikkeling. Een kind groeit en ontwikkeld ook omdat het brein
groeit en ontwikkeld.

Erfelijkheid is ook een kenmerk van ieder levend wezen, dat zegt dat er een
overdraagbaarheid is van u genetisch materiaal.
Dit heeft ook een deeltje te maken met voortplanting, je geeft je genetisch materiaal telkens
door aan nakomelingen en daardoor is er sprake van erfelijkheid.

Er is ook meer en meer geweten dat ook die erfelijkheid ook in interactie staat met de
omgeving. Bijvoorbeeld de sociale klasse waarin je opgroeit heeft ook een invloed op uw
biologie/systeem/op uw immuunsysteem (hoe snel je ziek wordt).


1.1 Bouwstenen (4 groepen moleculen)

1.1.1 Koolhydraten
Een ander woord voor koolhydraten zijn suikers of sachariden (eindigen vaak op -ose).
Belangrijke functies:
- Is onze brandstof /geeft ons energie.
- Kan afgebroken worden of omgezet worden naar eiwitten en vetten. Uit suikers
kunnen dus ook de volgende bouwstenen gemaakt worden.
- Je kan ze opslaan in bijvoorbeeld u lever of spieren als brandstofreserve. Dat wordt
dan in een bepaalde vorm opgeslagen en als je dat nodig hebt kan je dat gaan
gebruiken. (Is eigenlijk u voorraad brandstof)

Suikers worden opgebouwd uit sachariden, dat is de kleinste eenheid waaruit suikers zijn
opgebouwd.
Je hebt verschillende soorten van suikers:
- Monosachariden (mono staat voor 1) is een suiker die bestaat uit 1 sachariden
(voorbeeld = glucose). Omdat het maar uit 1 klein deeltje bestaat is dat ook iets dat
je instant gaan gebruiken als brandstof. Het is dus een heel simpele molecule.
(Bv. Druivensuiker -> als je dat eet heb je eigenlijk instant glucose dat je kan
gebruiken als extra brandstof/energie).

- Disachariden (di staat voor 2) is een suiker die bestaat uit 2 sachariden
(Bv. Lactose = een suiker dat in melk zit).

- Polysachariden (poly staat voor veel) is een suiker die bestaan uit veel sachariden
aan elkaar gebonden.
(Bv. Zetmeel: zit in aardappelen, brood, pasta; glycogeen: u lever en spieren maken
glycogeen aan en is eigenlijk een reservebrandstof waar je beroep op kunt doen als
je u extra hard gaat inspannen (Bv. Als je gaat sporten, lopen…). Dan gaat u lever
beginnen die glycogeen om te zetten in glucose zodat je toch genoeg energie hebt
om even hard te lopen of sporten.
In u spieren zit er ook glycogeen en dat helpt om na het sporten u spieren terug te
gaan opbouwen. Sporters gaan daardoor minder last hebben van stijve spieren.)

,1.1.2 Lipiden/ vetten

Belangrijke functies:
- Vetten of lipiden worden opgeslagen in uw lichaam en daar functioneren die dan als
een soort van isolatielaag.
Net onder u huid heb je een vetlaag van lipiden die gaan helpen bij u isolatiesysteem
van u lichaam.
Rond al u organen zit ook een laag vet en dat wordt gebruikt als isolatielaag om u
organen te beschermen. (Bv. bij anorexia hebben mensen niet genoeg vet in hun
lichaam om zo een isolatielaag aan te maken, het lichaam gaat uit zijn eigen
donshaartjes aanmaken om toch een isolatielaag te kunnen hebben).

- Vetten of lipiden kan je ook gebruiken als brandstof, je kan er ook energie uit halen.
Je kan zelfs twee keer zoveel energie uit vetten halen dan je uit suikers kan halen.
Maar het afbreken van vetten komt trager op gang dan suikers. Het begint vooral met
vooral suiker afbraak en een beetje vetten afbraak. En dat kruist elkaar eigenlijk een
beetje dat wordt na een tijd meer en meer vetten afbreken, omdat je daar meer
energie uit haalt en het wordt dan minder en minder suikers afbreken.
(Ze zeggen dat bijvoorbeeld als je wandelt dat pas na een halfuur die vetverbranding
opgang begint te komen en dat je daar energie en brandstof uit begint te halen.)


- Vetten/lipiden zijn ook bouwstenen, uit vetten worden dingen opgebouwd
(bijvoorbeeld het celmembraan.)



Vetten worden opgebouwd uit vetzuren. De vetzuren is de kleinste eenheid van vetten. Op
de tekening zie je er twee. Je ziet een verzadigd vetzuur en een onverzadigd vetzuur. En uit
die vetzuren zijn vetten opgebouwd.
Bij het verzadigd vetzuur zie je een sliert met allemaal bolletjes aan, dat zijn
waterstofatomen. Die sliert hangt helemaal vol met die bolletjes -> dus die is helemaal
verzadigd.
Bij een onverzadigd vetzuur zie je ook een sliert, maar op sommige plekken hangen daar niet
zo van die bolletjes. Die hangt dus niet helemaal vol en daar zit ook een knik in.




Of een vet verzadigd is of niet heeft ook een gevolg als je de vetzuren wilt gaan afbreken.
Als je een verzadigd vetzuur hebt is het moeilijker om het te gaan afbreken.
Als je een onverzadigd vetzuur hebt is het makkelijker om het af te breken.
Dat komt doordat een verzadigd vetzuur helemaal volhangt en een onverzadigd vetzuur niet,
daar zitten wat knikjes in. Je kan dat dus makkelijker “in stukjes knippen”.

, Verzadigde vetzuren halen we uit bijvoorbeeld uit dierlijke producten zoals boter. Deze zijn
dus moeilijker af te breken, daardoor zeggen ze dat je er niet te veel van mag eten. Je hebt
ze wel nodig maar niet te veel. (Verzadigde vetten zijn vast bij kamertemperatuur)

Onverzadigde vetzuren halen we bijvoorbeeld uit plantaardige producten zoals olijfolie. Deze
zijn dus makkelijker af te breken. (Onverzadigde vetten zijn vloeibaar bij kamertemperatuur)



Een ander woord voor een vet is een triglyceriden: tri staat voor drie
Drie vetzuren die gebonden zijn aan een glycerol vormen samen een triglyceride (vet).
De drie vetzuren die zich binden aan een glycerol kunnen allemaal verzadigd zijn -> dan heb
je een verzadigd vet.
De drie vetzuren die zich binden aan een glycerol kunnen ook allemaal onverzadigd zijn
-> dan heb je een onverzadigd vet.
(Niet mixen met elkaar)


Een steroïde is ook een vet soort en is een hormoon. Voorbeeld: cholesterol -> we halen dit
ook uit onze voeding en we hebben het ook nodig want het helpt bij de aanmaak van andere
hormonen; oestrogeen en testosteron (geslachtshormonen). Cholesterol helpt ook bij het
functioneren van het celmembraan.
-> een te hoge cholesterol is niet goed, want dat kan lijden tot hart- en vaatziekten.


Een fosfolipide is ook een vet soort en zijn de bouwstenen van u celmembranen. Een
fosfolipide heeft 2 kanten. De lipiden langs één kant en een fosfaat langs de andere kant.
Als je dan vanalle fosfolipiden met hun fosfaat tegen elkaar en hun lipiden langs de
buitenkant, waardoor het water wordt buiten- en binnengehouden dan heb je een
celmembraan. (!! Vetten zijn waterafstotend en dit helpt zodat de celmembraan geen water
binnenkrijgt of verliest)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jadelissens. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52510 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,89
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté