Ontwikkelingspsychologie Robert S. Feldman
8ste editie (2020-2021)
BEGRIPPENLIJST ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
Deel 1 – de ontwikkeling van het kind
HOOFDSTUK 1
Ontwikkelingspsychologie Levenslooppsychologie, de wetenschappelijke studie
naar groei, verandering en stabiliteit bij mensen, van
conceptie tot ouderdom, maar met een accent op de
jaren tot de volwassenheid
Fysieke ontwikkeling Ontwikkeling die betrekking heeft op de fysieke
opbouw van het lichaam, zoals de hersenen, het
zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen en de
behoefte aan eten, drinken en slaap
Cognitieve ontwikkeling Ontwikkeling die betrekking heeft op intellectuele
vermogens, zoals denken, leren, geheugen en
probleemoplossing
Sociaal-emotionele Ontwikkeling die betrekking heeft op sociale relaties,
ontwikkeling interacties met anderen en op het omgaan met
emoties
Persoonlijkheidsontwikkeling Ontwikkeling van duurzame gedragingen en
(karakter)-eigenschappen die de ene persoon van de
andere onderscheiden
Seksuele ontwikkeling Verdieping persoonlijkheidsontwikkeling
Bv. studie naar stressbeleving onder homoseksuele
adolescenten
Morele ontwikkeling Verdieping persoonlijkheidsontwikkeling
Bv. studie naar de invloed van het ouderlijke gedrag
op de ontwikkeling van het besef van goed en kwaad
bij kinderen
Sociale constructie Idee over de realiteit dat weliswaar breed
geaccepteerd is, maar afhangt van de maatschappij
en de cultuur op een bepaald moment
Prepuberteit De periode voorafgaand aan de puberteit, waarin al
(hormonale) veranderingen in het lichaam optreden,
maar deze nog niet van buitenaf zichtbaar zijn
Puberteit Meisjes (11/12 jaar), jongens (13/14jaar)
De periode die een onderdeel/het begin vormt van de
adolescentie
Opkomende volwassenheid Volgens Jeffrey Arnett 15 – 25 jaar
Cohort Een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde
plek zijn geboren
Normatieve gebeurtenissen Gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen
binnen een groep op dezelfde manier voltrekken
Cohorte effecten Invloeden van cohorten op ontwikkeling
Historisch bepaalde invloeden Omgevingsinvloeden en biologische invloeden die
verbonden zijn aan een specifiek historisch moment
Leeftijdsgebonden invloeden Omgevingsinvloeden en biologische invloeden die
gelijk zijn voor mensen in een bepaalde
1
,Ontwikkelingspsychologie Robert S. Feldman
8ste editie (2020-2021)
leeftijdsgroep, ongeacht waar of wanneer ze
opgroeien
Sociaal-culturele invloeden Bv. etnische afkomst, sociale klasse, lidmaatschap
van een subcultuur …
Niet-normatieve Gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van
gebeurtenissen een bepaald persoon, terwijl de meeste andere
mensen hier niet mee te maken krijgen
Babybiografieën Geschriften waarin kinderen methodisch werden
bestudeerd
Evolutietheorie 1859, de ontwikkeling van individuen binnen een
soort kon helpen te achterhalen hoe de soort zelf was
ontwikkeld
Continue verandering Geleidelijke kwantitatieve ontwikkeling, waarbij
prestaties op een bepaald niveau voortvloeien uit die
op de vorige niveaus
Discontinue verandering Ontwikkeling die in aparte stappen of stadia
plaatsvindt, en waarbij elk stadium gedrag oplevert
dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia
Kritieke periode Een specifieke tijdspanne i de ontwikkeling waarin
een bepaalde gebeurtenis de grootste – en zelfs
onomkeerbare – gevolgen heeft
Stimuli Prikkels, oftewel veranderingen in de uitwendige of
inwendige omgeving waarop een organisme reageert
Plasticiteit De mate waarin een zich ontwikkelend
gedragspatroon of fysieke structuur veranderbaar is
Gevoelige periode Een afgebakende tijdspanne, meestal vroeg in het
leven, waarin mensen extra gevoelig zijn voor
bepaalde omgevingsinvloeden en sterk ontvankelijk
zijn voor het leren van specifieke vaardigheden
Levensloopmodel Moderne theorieën leggen de nadruk op doorgaande
groei en verandering in de loop van het leven en op
verbanden tussen verschillende perioden
Focus op specifieke perioden Vroege ontwikkelingspsychologen zien de kindertijd
en de adolescentie nadrukkelijk als de belangrijkste
perioden
Nature-nurture debat De discussie over de oorsprong van ons gedrag en
onze eigenschappen; in hoeverre komen deze voort
uit onze aanleg en in hoeverre uit onze opvoeding en
leefomgeving?
Nature Erfelijkheid
Nurture Omgevingsinvloeden
Maturatie Het proces van het zich geleidelijk ontvouwen van
voorbestemde genetische informatie
Biopsychosociale verklaring Verschillende biologische, psychische en sociale
factoren beïnvloeden elkaar wederzijds
(gedragspatronen liggen tussen die twee uitersten,
nl. nature-nurture)
Epigenetica Discipline die de effecten bestudeert van
omgevingsinvloeden en ervaringen op de uiting van
onze genen
2
,Ontwikkelingspsychologie Robert S. Feldman
8ste editie (2020-2021)
HOOFDSTUK 2
Theorie Verklaring of voorspelling ten aanzien van een
verschijnsel, die een raamwerk biedt om de relaties
tussen een reeks feiten of principes te begrijpen
Psychodynamisch perspectief Benadering binnen de psychologie die ervan uitgaat
dat gedrag gemotiveerd wordt door innerlijke
krachten, herinneringen en conflicten, waarvan een
persoon zich nauwelijks bewust is en waarover hij
weinig controle heeft
Psychoanalytische theorie Theorie die ervan uitgaat dat onbewuste krachten
bepalend zijn voor iemands persoonlijkheid en
gedrag
Id Het primitieve, ongeorganiseerde, aangeboren deel
van de persoonlijkheid dat opereert vanuit het
genotsprincipe
Genotsprincipe Zo veel mogelijk bevrediging, zo weinig mogelijk
spanning
Ego Het rationele en redelijke deel van de
persoonlijkheid, dat opereert vanuit het
realiteitsprincipe
Realiteitsprincipe De instinctieve energie in toom houden om de
veiligheid van de persoon te bewaren en hem te
helpen integreren in de samenleving
Superego Het aspect van de persoonlijkheid dat iemands
geweten vertegenwoordigt en het onderscheid maakt
tussen goed en kwaad
Psychoseksuele ontwikkeling Vijf fasen die kinderen volgens Freud doorlopen,
waarin genot, of bevrediging, telkens gericht is op
een andere biologische functie en een ander deel
van het lichaam
Oraal Interesse in orale bevrediging door zuigen, eten,
bewegen van de lippen, bijten
Anaal Bevrediging door ontlasting op te houden en zich
juist te ontlasten; wennen aan de
controlemechanismen van de maatschappij met
betrekking tot zindelijkheidstraining
Fallisch Interesse in de genitaliën; weten om te gaan met het
oedipuscomplex (een erotische binding ervaren met
de ouder van het tegenovergestelde geslacht en de
andere ouder als concurrent zien). Het oplossen
hiervan leidt uiteindelijk tot identificatie met de
ouder van dezelfde sekse
Latentie Seksualiteit grotendeels op de achtergrond
Genitaal Opnieuw ontluiken van seksuele interesses en
aangaan van volwassen seksuele relaties
Fixatie Gedrag dat in een eerdere ontwikkelingsfase is
blijven steken als gevolg van een onopgelost conflict
Psychosociale ontwikkeling De veranderingen in onze interacties met anderen en
in hoe we aankijken tegen het gedrag van anderen
en tegen onszelf als leden van de maatschappij
Behavioristisch perspectief Benadering binnen de psychologie die ervan uitgaat
dat je moet kijken naar waarneembaar gedrag en
externe stimuli in de omgeving om de ontwikkeling
3
, Ontwikkelingspsychologie Robert S. Feldman
8ste editie (2020-2021)
van het individu te begrijpen
Stimulus-respons leren Vormen van leren die we kunnen beschrijven in
termen van stimuli en responsen, zoals klassieke en
operante conditionering
Klassieke conditionering Een vorm van leren waarbij een organisme op een
bepaalde manier leert reageren op een neutrale
stimulus die dat type respons normaal gesproken
niet uitlokt (bv. hond van Pavlov)
Operante conditionering Een vorm van leren waarbij een vrijwillige respons
versterkt of verzwakt w, afhankelijk van de associatie
met positieve of negatieve consequenties
Reinforcement Bekrachtiging
Positieve bekrachtiging Het toedienen van prettige stimulus
Negatieve bekrachtiging Het wegnemen van onprettige stimulus
Positieve straf Introductie van een onplezierige of pijnlijke stimulus
Negatieve straf Verwijdering van een prettige stimulus
Gedragsmodificatie Een op het behavioristisch perspectief gebaseerde
techniek om de frequentie van gewenst gedrag te
verhogen en de frequentie van ongewenst gedrag te
verlagen
Sociaal-cognitieve leertheorie Benadering binnen de psychologie waarbij de nadruk
ligt op leren door het gedrag van een andere persoon
(een model) te observeren en na te doen
Modeling Kans dat we bepaald gedrag imiteren is groot als we
zien dat dat gedrag bij een model w beloond
Fearless pear Niet-angstige leeftijdsgenoot
Black boxes Mensen w zo beschouwd: wat daarbinnen gebeurt is
niet waarneembaar en daarom ook geen object van
de studie
Cognitief perspectief Benadering binnen de psychologie die zich richt op
de processen die mensen in staat stellen de wereld
te leren kennen, begrijpen en overdenken
Cognities Gedachten
Adaptatie Manier waarop we reageren op en ons aanpassen
aan nieuwe informatie
Assimilatie Het proces waarbij mensen een nieuwe ervaring
interpreteren aan de hand van hun huidige
cognitieve ontwikkelingsstadium en denkwijze
Accommodatie Het proces waarbij bestaande manieren van denken
of doen veranderen in reactie op nieuwe stimuli of
gebeurtenissen
Informatieverwerkingstheorie Benadering van cognitieve ontwikkeling die probeert
te achterhalen op welke manieren mensen informatie
coderen, opslaan en terughalen
Neopiagetiaanse theorieën Theorie die ervan uitgaat dat de cognitie bestaat uit
verschillende typen afzonderlijke vaardigheden
Cognitieve neurowetenschap Benadering van cognitieve ontwikkeling die zich richt
op de invloed van hersenprocessen op cognitieve
activiteit
Systemisch perspectief Perspectief waarbij men kijkt naar de relatie tussen
individuen en hun fysieke wereld, cognitieve wereld,
persoonlijkheidswereld en sociale wereld
Bio-ecologisch model Model dat uitgaat van vijf omgevingsniveaus die elk
4