Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Economie en bedrijfsleven €9,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Economie en bedrijfsleven

 124 vues  6 fois vendu

Samenvatting, vrij gedetailleerd van H1 tot en met H12. Het laatste puntje in H5 van prijszetters ontbreekt maar hier wordt voldoende uitleg over gegeven in de rest van de hoofdstukken.

Aperçu 4 sur 58  pages

  • 8 janvier 2024
  • 58
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
kaatmols
Economie & bedrijfsleven
Kaat Mols VUB 2023-2024


H1: Beginselen van de economie

Schaarste en efficiëntie
Economie= wetenschap die bestudeert hoe maatschappij schaarse middelen aangewend
en verdeeld voor productie goederen en diensten onder mensen.
=> essentie economie= start van assumptie dat er schaarste is en uitzoeken hoe
samenleving organiseren dat de goederen en diensten het efficiëntst produceert

absolute schaarste= echte tekortkomingen (vb hongersnood)
Relatieve schaarse= behoeften > productiemogelijkheden
Efficiëntie= meest efficiënte gebruik van middelen van samenleving om te voldoen aan
wensen en behoeften van de mensen
Productiemogelijkheden= bepaald door productiefactoren
- arbeid
- kapitaal
- natuurlijke hulpbronnen
- ondernemerschap

Bronnen zijn gelimiteerd in kwantiteit en in gebruik (werk en kapitaal)


economische logica

Denken als een economist
keuzes en afwegingen (trade offs)
- afweging ene goed tegenover ander goed (geven en nemen)
- altijd relatieve schaarste=> keuzes maken, efficiëntie nodig
opportuniteitskost
- =waarde van best mogelijke alternatief tov genomen beslissing, waarde van
opoffering (elke keuze gaat gepaard met kosten)
- niet per se een geldwaarde
denken “in de marge”: marginale kosten en marginale baten
- marginale kost= extra kost bij verbruik extra eenheid
- marginale baat= extra baat bij verbruik extra eenheid
- marginale verandering=kleine, bijkomende wijziging bij bestaand plan/activiteit
(belangrijk bij maken van rationele beslissingen)
- rationele beslissingen= afwegen baten en kosten van een activiteit
- irationele beslissingen: gebaseerd op emotie ipv uitkomst

∆𝑇𝐾 𝑇𝐾
MK= △𝑄
GK= 𝑄
(TK is totale kost, GK gemiddelde kost en Q productie hoeveelheid)

,Gedrag in functie van prikkels (incentives)
- verandering in MK of MB wijzigt prikkel => nieuwe beslissing (mensen reageren op
prikkels)
- Sommige beslissingen zijn niet ethisch maar door prikkels doet men het toch.
Logisch en waardeoordeel mag niet gemengd worden.
Eigenbelang en maatschappelijk belang
- eigenbelang= keuzes die best zijn voor individu die keuze maakt
- maatschappelijk belang= keuzes best voor maatschappij
- metafoor: de onzichtbare hand= het onbedoelde, positieve effect van eigenbelnag
op algemeen belang.
- vraag & aanbod naast elkaar=> kennen wisselwerking op algemeen belang
- loon- en prijsflexibiliteit, concurrentie en niet-ingrijpen door overheid waren
cruciaal voor onzichtbare hand idee=> essentieel voor creatie collectieve
welzijjn
- Adam smith: an inquiry into the nature and causes of the wealth of nations
- grondlegger economische wetenschappen, inzicht in de markt. Mechanismen
uit de 18e eeuw.
- eigenbelang=goed en leidt tot maatschappelijk belang
- rekening houden met tijdsgeest, er waren veel kleine aanbieders, nu meer
monopolies enzo (hier komt geen maatschappelijk belang van)


valkuilen (redeneringsfouten)
post hoc ergo propter hoc = drogreden
- “Omdat A voor B gebeurde is het de oorzaak”
- gebrek aan informatie => fout oorzaak-gevolg
verwarring correlatie en causaliteit
- correlatie= verband, hoeft niet perse oorzaak en gevolg te zijn (causaliteit)
onterechte veralgemening
- wat mogelijk is voor 1 bedrijf niet perse mogelijk voor ander bedrijf
- spaarparadox: 1 persoon spaart en wordt rijker dan de rest, iedereen spaart dan
wordt er te weinig uitgegeven en komt er een crisis, lonen worden lager en er zijn
minder mogelijkheden om te sparen.
ceteris peribus (ht overige gelijkblijvend)
- substitutie-effect: vb kip kan invloed hebben op aantal hambures dat we eten als de
prijs hiervan veranderd
- economen moeten veronderstellen dat er maar 1 verandering plaatsvindt, anders
onmogelijk om veranderingen in te schatten


Economie als sociale wetenschap

Micro en Macro-economie
Micro= gedrag van individuele entiteiten (deel-analyses), bv markten, ondernemingen,
gezinnen,..
Macro= economie als geheel, grote aggregaten

,periode WO1-WO2: ontwikkelen van indicatoren om macro-economie te meten= recentere
wetenschap
totale vraag (aggregate demand)= totaal dat gespendeerd wordt in economie
totaalaanbod (aggregate supply)= totaal aantal waarden van goederen en diensten die
worden geproduceerd in economie

=> prijsaspect is groot verschil
micro: prijzen van autos vs micor: inflatie (=algemene indicator)


positieve versus normatieve uitspraken
positieve uitspraak: beschrijvend, feiten
normatieve uitspraak: voorschijvend, hoe economie zou moeten zijn (opinie, hangt af van
waarden)
=>onderscheid tussen wens en feiten


economische modellen
model= vereenvoudigde weergave van complex economisch klimaat
experimenten zijn moeilijk id economie=> statische en historische data om modellen te
testen
empirie: testen van economische theorie aan empirische gegevens en doet voorspellingen
(statistiek, econometrie), economie toepassen op data
theorie: economie beschrijven en verklaren


De 3 economische vraagstukken
Schaarste en efficiëntie=> 3 basis vraagstukken
Wat produceren?
- hoeveel van mogelijke goederen produceren?
- prioriteit aan productie op lange termijn, ten koste van huidige productie
hoe produceren?
- welke middelen & productie technieken
voor wie produceren?
=> verschillende systemen om samenleving en productie te organiseren
spectrum economie:
Markt economie
Laissez faire: overheid komt niet tussen,
gemengde economie
mengeling van beiden (vooral dit)
Centraal-geleide economie
regering maakt economische beslissingen (vb noord-korea)

Belgie: welvaartsstaat zit tussen gemengde en centraal geleide econmie
Amerika: tussen markteconomie en gemengde economie

, Productiemogelijkheden

In en output
keuzes over in en outputs om te antwoorden op 3 vraagstukken
inputs= goederen of diensten die worden gebruikt voor productie van goederen en diensten
- arbeid
- tijd & moeite
- vergoedingen: loon, salaris
- kapitaal
- fysieke investeringen (machines, gebouwen,...)
- vergoeding: intrest, dividenden
- financieringsmogelijkheden voor kapitaal: bank, aandeelhouders (deel vd
winst nr hun via dividenden)
- natuurlijke hulpbronnen:
- voorzien door natuur
- vergoeding (inkomen): huur, pacht
- ondernemerschap
- moeite van het coördineren van de inputs
- vergoeding: winst

outputs= goederen en diensten als resultaat van productieproces en worden gebruikt of
verbruikt voor verdere productie.
-Gaan we consumeren met wat we verdienen of deel afstaan ter herverdeling (hangt af van
overheid)

inkomen door diensten te kopen en verhuren
- lonen & salarissen (in industriële landen dit 80% van nationale inkomsten)
- interest en dividenden
- huur
- winst
TOT= nationale inkomen


grenzen aan productiemogelijkheden
mogelijkheden vd maatschappij zijn begrensd door beschikbare productiefactoren en
technologie=> afwegingen maken want alles heeft opportuniteitskost

Production Possibilities frontier (PPF)= maximale productiehoeveelheden aan die een
economie kan verkrijgen (met de # productiemiddelen en beschikbare technologie)
in een curve= maximale inzet van alle productiefactoren

efficiënte= wanneer productiemiddelen max zijn ingezet. geen bijkomende productie meer
mogelijk. enkel ten koste van een ander goed (pareto-efficiëntie)=> trade off met
opportuniteitskost.

Vb: boter en wapens
A= uiterste punt, geen middelen voor civile economie

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kaatmols. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52355 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,49  6x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté