Per week omvat dit document een overzicht van alle stof!
- Colleges: aantekeningen en voorbeelden uit de colleges.
- Extra aantekeningen die ik zelf heb gemaakt.
- Samenvatting van de literatuur op basis van Drenth & Sijtsma (2006).
Ik heb hier zelf een goed cijfer mee gehaald en ik wil jou ...
Samenvatting Testtheorie - PB1502 Test- en toetstheorie (PB1502)
Samenvatting Testtheorie en Testgebruik (boek)RUG
Oefentoets Test- en toetstheorie (PB1502)
Tout pour ce livre (115)
École, étude et sujet
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Universitaire Pabo
Testen & Meten (7074U4023Y)
Tous les documents sur ce sujet (1)
Vendeur
S'abonner
nmsamenvattingen
Avis reçus
Aperçu du contenu
Testen en meten – 2022/2023 – Blok 1
Studiehandleiding
Met uitzondering van:
1
,Testen en meten – 2022/2023 – Blok 1
Week 1 – Door meten tot weten
• Hoe er gemeten wordt
• Kenmerken, onderscheidingen en toepassingen van meetinstrumenten
• Principes van constructie van meetinstrumenten
• Principes van testafname
• Verwerken en interpreteren van antwoorden
• Principes bij het bepalen v.d. kwaliteit van meetinstrumenten: standaarddeviatie, objectiviteit,
normen, betrouwbaarheid, validiteit.
• Communiceren van bevindingen aan wetenschappers en leken.
Verschil tussen test en vragenlijst:
− Bij een test moet de respondent zijn best doen. Maximum performance test (Engels). Test voor
prestatieniveau (R&S).
− Bij een vragenlijst moet de respondent eerlijk zijn. Typical performance test (Engels). Test voor
gedragswijze (R&S).
➢ Deze eerlijkheid is een zwak punt.
Bij vrijwel al het onderzoek worden tests of vragenlijsten gebruikt. Bij veel belangrijke beslissingen
worden tests of vragenlijsten gebruikt.
Voorbeelden:
− RAKIT: Revisie Amsterdamse Kinder Intelligentietest. Grote kist met speelgoed en testjes.
− ASL: Attitudeschaal Sociale Limieten. Voor jongeren en hoe zij zich verhouden tot normen en
waarden in onze maatschappij.
− CITO eindtoets basisonderwijs.
− Basisexamen inburgering.
Begrip = wat meet de test, waar hebben we het over.
Instructie = instructie hoe de test of vragenlijst te ondergaan/invullen.
Item (elke vraag) = stam (hetgeen waar je naar kijkt) + antwoordopties.
Vragenlijst bestaat uit een verzameling items (vragen, opties, antwoordmogelijkheden).
Antwoord = de geselecteerde opties.
Respondent = persoon waarbij wordt test wordt afgenomen.
Testleider = degene die de testafname doet.
Bij de analyse wordt aan elk antwoord een score toegekend, deze score is de itemscore.
Itemscore = score die aan elk antwoord gegeven wordt (dit is een variabele).
Testscore/schaalscore = som van de itemscores (dit is ook een variabele die gebruikt wordt om een
begrip te meten waar de test zich op richt).
Beoordelaar = diegene die het antwoord omzet in een score. Vooral relevant bij open vragen.
Vergelijking (v.d. testscore) met een absolute standaard = als de testscore leidt tot een uitspraak als
geen/redelijk/hoog sexappeal, gezakt/geslaagd, VMBO/HAVO/VWO etc. Standaard van tevoren
bepaald.
2
,Testen en meten – 2022/2023 – Blok 1
➢ Testscore = 1 > geen sex-appeal.
Norm = vergelijking testscore met andere testscores. Dit komt het meeste voor!
➢ Testscore = 1, maar gemiddelde 0,5 > relatief hoog sex-appeal.
Vragen die je kunt stellen bij een vragenlijst:
− Zijn de testscores zinvol te interpreteren?
− Meet de vragenlijst wat je wil meten?
− Zijn de items van goede kwaliteit?
− Verschilt iemand met een testscore 4 genoeg van iemand met een testscore 5 om een
daadwerkelijk verschil uit te drukken?
− Zijn er genoeg items in de vragenlijst?
Of antwoorden wel goed zijn, kun je deels:
− … bepalen zonder afname (kennis en ervaring).
− … bepalen door pre-testen.
− … alleen bepalen na langdurig onderzoek.
Advies: gebruik ‘zo mogelijk’ bestaande gevalideerde vragenlijsten.
Vraagvorm t.a.v. gesloten antwoorden:
Dichotome items Polytome items
Twee itemscores: Meer dan 2 itemscores, bv. Xg ϵ {0, 1, 2, 3, 4}.
Xg = 0 of Xg = 1. Helemaal mee eens tot en met helemaal niet mee
Goed/fout, eens/oneens, ja/nee. eens etc.
Contra-indicatieve items = contradictie in twee items, bv. rommelig en verward > in dit geval moet
je omscoren om dit item te kunnen gebruiken.
Testscore berekenen in SPSS: Transform >
compute variabele > nieuwe variabele maken,
namelijk testscore (x) > variabelen selecteren en
optellen (snelle manier is typen
“sum(eerste_variabele to laatste_variabele)) > je
kan op ok drukken of op paste om syntax file te
krijgen, dit heeft als voordeel dat je het makkelijk nog een keer kan doen > nieuwe variabele verschijnt
in je SPSS document.
Somscore wordt vervolgens gebruikt om het desgewenste begrip te meten.
3
, Testen en meten – 2022/2023 – Blok 1
Herhaling statistiek
∑𝑛 𝑥
Gemiddelde: 𝑋̅ = 𝑖=1 𝑖
𝑛
− Som van de scores van alle personen en je deelt dit door het aantal personen.
− Centrummaat, het midden.
− Te interpreten als de verwachte waarde als je niks van iemand of iets zou weten.
− Voor dichotome items geldt 𝑋̅ = 𝑝 (p-waarde = proportie respondenten die een itemscore 1
heeft, is het gemiddelde). Als 90 v.d. 100 mensen het goed hebben, is de p-waard .90.
∑𝑛
𝑖=1(𝑥𝑖 −𝑥̅ )
2
Standaarddeviatie: 𝑆 (𝑋) = √ 𝑛
− Spreidingsmaat.
− ‘Verwachte’ afstand tot het gemiddelde = als ik niks van jou weet is mijn beste schatting
het gemiddelde met inachtneming van de deviatie.
− Drenth en Sijtsma delen door n i.p.v. n – 1.
− Voor dichotome items geldt: 𝑆(𝑋) = √𝑝 (1 − 𝑝). Proportie die het weet maal de proportie
die het niet weet.
∑𝑛 (𝑥 −𝑥̅ )2
Variantie: 𝑆 2 (𝑋) = 𝑖=1 𝑛𝑖
− Spreidingsmaat.
− Gekwadrateerde standaarddeviatie.
− Niet zo goed te interpreteren.
− Vooral gebruikt achter de schermen om te rekenen.
− Voor dichotome items geldt: 𝑆 2 (𝑋) = 𝑝(1 − 𝑝).
Deviatiescore (afwijkingsscore): 𝑥𝑖 = 𝑋𝑖 − 𝑋̅
− Iemands score – de gemiddelde score.
− Geeft afwijking van groepsgemiddelde op de originele schaal.
− Wordt gebruikt om in te schatten of iemand een hoge of lage score heeft.
− Som en gemiddelde deviatiescore is altijd 0, SD gelijk aan S(X).
𝑥𝑖 − 𝑥̅ 𝑥𝑖
Z-score (standaardscore): 𝑧𝑖 = 𝑆(𝑋)
= 𝑆(𝑋)
− Deviatiescore gedeeld door de standaarddeviatie.
− Geeft afwijking van het groepsgemiddelde in het aantal standaarddeviaties.
− Gemiddelde is altijd 0, standaarddeviatie is altijd 1.
− 3 standaarddeviaties van het gemiddelde is veel.
− Wordt veel gebruikt bij testen en meten.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nmsamenvattingen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,94. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.