Les 1 - Herhalingstoepassing vennootschapsbelasting 1
Hoofdstuk 9: Uitgekeerde dividenden
• Belastbaar voor vennootschappen in België = het totale bedrag van hun winst (inclusief de uitgekeerde
dividenden)
o Art. 185, lid 1 WIB
• Uitgekeerde dividenden = derde deel van de belastbare winst in de eerste bewerking
• Dividend >< tantièmes
o 2 vormen van winstuitkering
o Tantièmes komen NIET voor in de belastbare grondslag van de uitkerende vennootschap
• Dividenden zijn WEL belastbaar
o Tantièmes die worden uitgekeerd zijn aftrekbaar van het resultaat
o Tantièmes worden verantwoord met fiche 281.20 ALS ze worden toegekend aan natuurlijke
personen
• Ze zijn onderworpen aan de bedrijfsvoorheffing NIET aan de roerende voorheffing als ze
voor natuurlijke personen zijn bestemd
• 2 winstuitkeringstesten
o Nieuw Vennootschapsrecht: nieuwe ‘testen’
1. Netto-actieftest (balanstest):
2. Liquiditeitstest
• Bij elke vennootschap?
▪ BV: JA, want geen minimumkapitaal
▪ NV: enkel de netto-actieftest, want minimumkapitaal
▪ VOF / CommV: NEEN, want vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijkheid
• Vanaf wanneer?
▪ Ook voor oude BV(BA)?
▪ Opgericht vanaf 01/05/2019: regels gelden meteen
▪ Voorheen opgericht: Dwingende regels die gelden sinds 01/01/2020
• Voorbeeld
o Beperkingen in BV en CV – Balanstest = netto-actieftest – Voorbeeld (vervolg)
• Totaal actief = 71.225
▪ Voorzieningen en uitgestelde belastingen =10.325
▪ Schulden = 55.650
▪ Nog niet-afgeschreven oprichtingskosten = 7.000
▪ Hypothese: er zijn geen niet-afgeschreven kosten van onderzoek en ontwikkeling en er is
geen onbeschikbaar eigen vermogen
▪ Herwaarderingsmeerwaarde = 1.000
• Berekening balanstest: (71.225 - 10.325 - 55.650 - 7.000 -1.000) = -2.750, wat negatief is en bijgevolg
geen uitkering mogelijk
,• Netto-actieftest:
o Als deze negatief is of indien de uitkering zou leiden tot een negatieve uitkomst dan is winstuitkering
NIET mogelijk
o Men moet rekening houden met het statutair of wettelijk onbeschikbaar vermogen
o De test wordt uitgevoerd door de algemene vergadering o.b.v. de laatst goedgekeurde jaarrekening
of van een recentere staat van A&P
• De inhoud mag niet achterhaald zijn en moet (als die er is) eerst door een commissaris
beoordeeld worden.
▪ Als die er niet is = revisorale controle niet nodig
o Actief = positief = winstuitkering is haalbaar = bijkomende liquiditeitstest uitvoeren!
• Liquiditeitstest
o In deze test moet het bestuursorgaan nagaan of de vennootschap in de te verwachte ontwikkelingen
in staat zal zijn om haar schulden te voldoen naarmate de ze opeisbaar worden over een periode van
minstens 12 maanden.
• Het bestuur brengt hier een verslag over uit
• Men bekijkt alle toekomstige ontwikkelingen
o Besluit AV tot uitkering, genomen met inachtneming van de balanstest (zie supra), kan slechts
uitwerking hebben op voorwaarde dat de vennootschap na de uitkering in staat zal blijven haar
schulden te voldoen naarmate deze opeisbaar worden over een periode van ten minste 12 maanden
te rekenen van de datum van uitkering -> continuïteitstest
o Vast te stellen/te beoordelen door bestuursorgaan; controleverslag (indien er een commissaris is)
o Rekening houdend met de actuele situatie en “redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen”
• gebeurtenissen die reeds bekend zijn en die in de toekomst een belangrijke impact zullen
hebben, ook al zal die impact zich maar manifesteren na afloop van de 12-maanden termijn
(“ten minste 12 maanden”)
• marginale toetsing door rechter
o Interpretatie: Liquiditeit in ruime zin versus liquiditeit in enge zin
• WVV vermeldt geen specifieke berekeningswijze en geen specifieke ratio of formule
• Liquiditeitsratio in ruime zin (current ratio)
▪ Vlottende activa/Vreemd vermogen op korte termijn
• Liquiditeitsratio in enge zin (quick ratio)
▪ Verfijningen van liquiditeitsratio in ruime zin
▪ Boekhoudkundig horen ook de vorderingen op meer dan 1 jaar tot de vlottende activa, maar
vanuit financieel-analytisch standpunt niet omdat de termijn van realisatie van deze
vorderingen impliceert dat ze niet kunnen aangewend worden ter delging van korte termijn
schulden. Idem dito voor wat betreft de voorraden en bestellingen in uitvoering gelet op
hun realisatietermijn. Bij de overlopende rekeningen zijn de “over te dragen kosten” niet in
geld omzetbaar en betreffen de “toe te rekenen opbrengsten” nog geen effectieve
vorderingen die pas later in geld omzet- baar zijn
• Overlopende rekeningen van het passief zijn geen korte termijn schulden
• Derhalve (zie ook CBN):
▪ Vorderingen op -1 jaar (A.VII) + Geldbeleggingen (A.VIII) + Liquide middelen (A.IX) / Schulden
op -1 jaar (P.IX.)
▪ Ratio > 1 betekent dat alle korte termijn schulden kunnen betaald worden met de
liquiditeiten die beschikbaar zijn of snel beschikbaar kunnen worden (P.S.: een score tussen
1 en 1,5 wordt in de literatuur omschreven als een gezonde liquiditeitspositie)
• Bestuurders hoofdelijk aansprakelijk tegenover vennootschap en derden indien ze bij het nemen van
het besluit over de liquiditeitstest wisten of behoorden te weten dat de vennootschap ten gevolge
van de uitkering kennelijk niet meer in staat zou zijn haar (opeisbare) schulden te voldoen over de
12-maanden referentieperiode (BV: art. 5:144, eerste lid WVV; CV: art. 6:117, eerste lid WVV)
▪ er moet een fout worden aangetoond: het loutere feit dat de vennootschap korte tijd na de
uitkering failliet gaat, is op zichzelf onvoldoende om tot aansprakelijkheid te besluiten
,o Liquiditeitstest in ruime zin (current ratio)
• Vlottend actief (=28.350) delen door vreemd vermogen op korte termijn (=21.000+350) -> ratio: 1,33
= gunstige liquiditeitspositie (na uitkering)
• Maar: om het vreemd vermogen op korte termijn terug te betalen, beschikt de BV over 28.350
vlottend actief, waarvan 10.500 slechts op meer dan 1 jaar invorderbaar zal zijn. Zelfs abstractie
makend van de snelheid waarmee de voorraden gerealiseerd kunnen worden en van de
overlopende rekeningen, blijkt er in feite te weinig effectief in geld beschikbare of omzetbare activa
om de schulden op minder dan 1 jaar af te lossen.
o Liquiditeitstest in enge zin (quick ratio)
• Teller: som van de vorderingen op minder dan 1 jaar (=11.550), de geldbeleggingen (=2.100) en de
liquide middelen (=3.150) = 16.800.
• Noemer: effectieve schulden op minder dan 1 jaar (=2.000)
• Ratio: 0,80 (=16 800/21.000), wat lager is dan 1 en, bijgevolg, geen uitkering mogelijk
• Deze 2 testen zijn verplicht vanaf 1/1/2020
o Ze zijn enkel voor de bv en cv
o De nv moet enkel de netto-actieftest uitvoeren.
1. Gewone dividenden - code 1301
• Gewone dividenden die in de code 1301 vermeld moeten worden staan opgesomd in art. 18 WIB.
• Dividend (Art. 18 WIB)
o Art. 18 eerste lid, 1°:
• Alle voordelen toegekend door een vennootschap aan aandelen en winstbewijzen hoe ook
genaamd, uit welke hoofde en op welke wijze ook verkregen.
• Dividenden, hoe dan ook betaald of genaamd (ook bijv. uitkering in natura)
• Hoe boeken?
▪ Beslissing tot het dividend :
694 Vergoeding van het kapitaal
@ 471 Dividenden over het boekjaar
▪ Bij de toekenning of betaalbaarstelling :
471 Dividenden over het boekjaar
@ 453 Ingehouden voorheffingen
▪ Bij de betaling:
471 Dividenden over het boekjaar
453 Ingehouden voorheffingen
@ 55...0 Kredietinstellingen
o Art. 18 eerste lid, 2°
• Gehele of gedeeltelijke terugbetalingen van het maatschappelijk kapitaal
• Uitzondering: regelmatige beslissing kapitaalvermindering & aangerekend op gestort kapitaal
• Sinds 01.01.2018: specifieke aanrekeningsregels
o Art. 18 eerste lid, 2bis°
• Gehele of gedeeltelijke terugbetalingen van uitgiftepremies en van bedragen waarop ter
gelegenheid van de uitgifte van winstbewijzen is ingeschreven
o Art. 18 eerste lid, 2ter°
• Uitkeringen die worden aangemerkt al dividend ingeval van gehele of gedeeltelijke verdeling van
maatschappelijk vermogen van een binnen- of buitenlandse vennootschap of van verkrijging van
eigen aandelen door zo'n vennootschap = liquidatieboni of inkoopboni
o Art. 18 eerste lid, 3°
• Uitkeringen door een juridische constructie in de mate de BP niet heeft aangetoond dat de
toekenning/betaalbaarstelling het vermogen van de constructie doet dalen beneden het bij de
oprichting ingebrachte vermogen
o Art. 18 eerste lid, 4°
• Intresten van voorschotten in de mate dat zij een van de gestelde grenzen overschrijden
▪ Marktrente, maximumbedrag van de rentegevende geldleningen
• Geherkwalificeerde interest (Art. 18, eerste lid, 4° WIB)
▪ Aandeelhouders of bedrijfsleiders (art. 32, eerste lid, 1° WIB92) of hun echtgenoten of
kinderen
, ▪ Gelden uitgeleend aan vennootschap & één van de volgende grenzen overschreden:
• Rente is niet marktconform (art. 55 WIB92)
• “Onderkapitalisatie”: rentegevende voorschotten > belaste reserves begin BT +
“gestort kapitaal” einde BT.
Voordelen toegekend aan aandelen en winstbewijzen
• Eigenlijke dividenden = deel van vennootschapswinst aan de aandeelhouders uitgekeerd
o Benaming, tijdstip, wijze van toekenning, en oorsprong van de winst maakt niet uit!
• Bijzondere regeling voor erkende cv's
o Dividend afkomstig van erkende coöperatieve vennootschap aan natuurlijk persoon en dat kleiner is
dan 190 EUR = niet opgenomen in aangifte, niet in belastbare basis, wel RV inhouden
• Belastbaar bedrag in de vennootschapsbelasting
o In de aangifte moet de vennootschap het bedrag vermelden dat gelijk is aan het bedrag
gedecreteerd door de algemene vergadering.
• AVA decreteert dus het dividend
• ALS roerende voorheffing correct wordt ingehouden = bruto gedecreteerd dividend in de
aangifte
• ALS roerende voorheffing niet wordt ingehouden en ten laste van de vennootschap komt =
netto gedecreteerd dividend in de aangifte
▪ Netto dividend zit dan in de belastbare basis van het BJ waarop de winstverdeling
betrekking heeft.
▪ Niet ingehouden RV komt in de VERWORPEN UITGAVEN voor het BJ waarin in de
kosten zijn geboekt
• ALS roerende voorheffing voor een deel wordt ingehouden op het dividend en voor een deel
ten laste komt van de vennootschap = semibruto gedecreteerd dividend.
o Zie P396
Interimdividend VS tussentijds dividend
• Jaardividend = dividend dat wordt toegekend door de AVA die jaarlijks bijeenkomt om het resultaat te
bespreken en goed te keuren = dividend zoals we het altijd al kende
• Interimdividend =
o Bestuursorgaan (Raad van Bestuur) is bevoegd voor de toekenning
o Vroeger enkel mogelijk door NV's, nu ook door BV's als het in hun statuten staat
o Art. 7:213 WVV - NV
• Toekenning mits machtiging vanuit de statuten
• Toekenning enkel met winst van het lopende of voorgaande BJ
▪ Zolang JRR nog niet is goedgekeurd
▪ Reserves kunnen niet worden uitgekeerd
• Pas uitkering wanneer het bestuursorgaan een staat van A&P heeft gemaakt en heeft
vastgesteld dat de winst volstaat om het interimdividend uit te keren
• De beslissing tot uitkering moet genomen worden binnen 2 maanden na de afsluiting van
staat van A&P
• Uitkering mag op elk moment van het BJ
o ALS interimdividend > jaardividend = te veel betaalde dividend is een voorschot op het eventuele
dividend van volgend BJ
• Het interimdividend is dus definitief.
o Art. 5:141 (BV)
• De algemene vergadering is bevoegd tot bestemming van de winst en tot vaststelling van de
uitkeringen.
• De statuten kunnen aan het bestuursorgaan de bevoegdheid delegeren om binnen de
grenzen van de artikelen 5:142 en 5:143 over te gaan tot uitkeringen uit de winst van het
lopende boekjaar of uit de winst van het voorgaande boekjaar zolang de jaarrekening van
dat boekjaar nog niet is goedgekeurd, in voorkomend geval verminderd met het
overgedragen verlies of vermeerderd met de overgedragen winst.
o Art. 6:114 (CV) (idem)