Geestelijke gezondheidszorg; Preventie en behandeling
Deel 1; Introductie in de geestelijke gezondheidszorg
Hoofdstuk 1; Algemene principes van de geestelijke gezondheidszorgverlening
Wanneer is professionele hulp nodig?
Je minder goed voelen in je vel invloed op ADL:
- Algemeen welbevinden
- Persoonlijke relaties
- Contact met de omgeving
- Werk-/ studiesituaties
Hoe langer je wacht met hulp zoeken, hoe moeilijker het wordt om geholpen te worden:
- Zich meer en meer isoleren
- Niet meer functioneren in het dagelijkse leven
- Arbeidsongeschiktheid
Waar kan met terecht?
1) Huisarts (+ die doet eventueel een doorverwijzing)
2) CGG (centrum voor geestelijke gezondheid)
3) Psycholoog = gesprekstherapie
4) Psychiater = eventueel medicatie
Wat mag men verwachten?
Hulpverleners ONDERSTEUNEN => inspanning en geduld moeten van de patiënt komen
Vooral dus ambulante begeleiding; advies geven, indicatiestelling, behandeling en begeleiding.
Rekening houden met psychologische, sociale en lichamelijke factoren!
Bv; psychotherapie, medicatie, anderen ondersteunende therapie, activiteiten of trainingen.
Er zijn 3 fasen van hulpverlening;
Fase 1: Aanmelding
- Contact met een verwijzer (bv een huisarts)
- Basisgegevens verzamelen
- Afspraak maken voor een intakegesprek (+/- 2 weken na de aanmelding)
,Fase 2: Intake en onderzoek
- Hulpverlener en patiënt maken SAMEN een probleemanalyse
- Polsen naar verwachtingen van de patiënt
- Polsen naar de biologische factoren (zijn er lichamelijke factoren die de geestelijke klachten
kunnen veroorzaken?)
- Spelen er ervaringen uit de ontwikkelingsgeschiedenis mee? (psychodynamische aspecten)
- Spelen er specifieke factoren mee? (emotioneel, cognitief of gedragsmatig)
- Hoe is het probleem binnen het sociale netwerk?
Fase 3: Behandeling
- Medicamenteus (biologisch), psychotherapie (psychologisch) of een combinatie
- Veel belangstelling naar preventie en behandeling
- Vaak samen met de omgeving, soms ook individueel
Soorten therapie:
1) Psychotherapie
a. Psychodynamische therapie
Onderliggende gevoelens, gedachten en motieven
Kijken naar de kindertijd (bv relatie ouder-kind)
Bewust worden van onbewuste processen
b. Cognitieve gedragstherapie
Alle gedrag is aangeleerd, dus kan je het ook afleren
Gedrags- en gedachtenpatronen ‘gezonder’ maken
Acceptance, commitment en mindfulness
Stilstaan bij de gedachten en lichamelijke gewaarwordingen op een bepaald moment
Leren omgaan met die lichamelijke gewaarwordingen
=/= gedachten veranderen MAAR leren omgaan met die gedachten
c. Ervaringsgerichte therapie
Gevoel en beleving van vandaag (=/= verleden)
Lichamelijke gewaarwording en lichaamsgerichte oefeningen
Psychische problemen komen vaak lichamelijk tot uiting (bv vermoeidheid, stress,
spanning, spierstijfheid, pijn…)
d. Systeemtherapie
Problemen met de interactie tussen mensen
Ook werken met de omgeving en dus niet met de symptomen van enkel 1 persoon
, 2) Medicatie
Chemische bestanddelen werken in op de hersenen
Symptomen verlichten/ wegnemen
Negatief: bijwerkingen zoals bv verslaving
Meestal ondersteunend gebruikt, soms vervangen
Bv; antidepressiva, angstremmers, antipsychotica, kalmeer- en slaapmiddelen…
Hoofdstuk 2; Voorzieningen in de geestelijke gezondheidszorg
Ambulante zorgverlening
NIET in een instelling (= extramuraal)
Mensen hebben zorg nodig, maar leven ZELFSTANDIG
Voorbeelden;
- CGG; advies, diagnose en behandeling
- Psychiatrische thuiszorg; intensieve thuiszorg (bv 1x/week)
Semimurale zorgverlening
= Tussenvoorziening: =/= opgenomen EN =/= zelfstand
Voorbeelden;
- Beschermd wonen
- Dagcentra (overdag intensief in instelling maar wel thuis slapen)
- Sociale (/beschutte) werkplaatsen
Intramurale zorgverlening
OPNAME in instelling
Voorbeelden;
- PAAZ (psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis); acute hulpverlening vs
liaison (langdurig)
- PZ (psychiatrische ziekenhuizen); specialistische diagnose en behandeling, multidisciplinair
en volledig vs partiële hospitalisatie
- PVT (psychiatrische verzorgingstehuizen); permanente behoefte aan zorg en continue
begeleiding
- Instelling voor verstandelijk gehandicapten
, Hoofdstuk 3; Actoren in de geestelijke gezondheidszorg
Beroepsgroepen en kerntaken
Beroepsgroep Werkterrein Kerntaken
Psychiater Extra-, intra- en semimuraal Is de eindverantwoordelijke van het diagnostische,
farmacologische en therapeutische beleid.
Psycholoog Extra-, intra- en semimuraal Diagnostiek en psychotherapie.
Psychotherapeut Extra-, intra- en semimuraal Psychotherapie
Verpleegkundige Extra-, intra- en semimuraal Crisisinterventie, begeleiding, ondersteuning in
dagdagelijkse en sociale context.
Maatschappelijk werker Extra-, intra- en semimuraal Ondersteunt en bemiddelt aangaande werk, wonen, vrije
tijd en financiële zaken kunnen hierbij aan bod komen in het
contact met het gezin, de familie, de school, het werk of
maatschappelijke instanties.
Vrije tijdstherapeut Intramuraal Begeleiding bij een zinvolle dagbesteding, werktraining
(mensen hebben een doel nodig in een dag).
Creatief therapeut Intramuraal Behandeling aan de hand van creatieve opdrachten
(tekenen, schilderen, beeldhouwen…)
Ergotherapeut Intramuraal Op creatieve wijze de zelfredzaamheid van de patiënt
verhogen met betrekking tot wonen, werken en
vrijetijdsbesteding.
Muziektherapeut Intramuraal Muziek, het maken van geluiden en bespelen van
instrumenten binnen een therapeutische relatie ten einde
veranderingen, stabiliteit of acceptatie te bewerkstelligen.
Psychomotorische therapeut Intra- > extra- en semimuraal Binnen een therapeutische relatie worden de
lichaamsexpressie en het bewegen als aangrijpingspunten
genomen met het oog op het bevorderen, stimuleren en
beïnvloeden van fysieke, cognitieve, affectieve en sociale
dimensie van het persoonlijk welzijn