Samenvatting AFPF | Alle leerdoelen jaar 1 | Blok A, B, C | HBO-V | HU | KT123 |137 pagina's
Complete samenvatting Pathofysiologie jaar 2 periode 3 - Voeding en Diëtetiek HAN
Tout pour ce livre (54)
École, étude et sujet
Hogeschool Utrecht (HU)
Medische Hulpverlening
AFPF
Tous les documents sur ce sujet (58)
4
revues
Par: jelmervt00 • 3 année de cela
Par: williannekaleb • 4 année de cela
Par: rosanneschrijer • 5 année de cela
Par: Jalina • 6 année de cela
Vendeur
S'abonner
natashavdb
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting Waugh, A. & Grant, A. (2012) Ross en Wilson Anatomie en fysiologie in gezondheid en ziekte.
H-5 Het hartvaatstelsel
Bloedvaten
Arteriën en arteriolen
- Vervoeren bloed vanuit het hart
- Variëren in omvang en de wand bestaat uit 3 weefsellagen:
1. Tunica adventita (buitenlaag van bindweefsel)
2. Tunica media (middenlaag van glad
spierweefsel en elastisch weefsel)
3. Tunica intima (binnenlaag van endotheel)
- Hoeveelheid spier- en elastisch weefsel in slagaderen
varieert met hun omvang en functie.
- Grote slagaderen= meer elastisch weefsel en minder glad
spierweefsel.
- In arteriolen (kleine slagaderen) bestaat de tunica media
bijna volledig uit glad spierweefsel. à Diameter vaten, en
dus de druk erin, reguleren.
- Kleine slagaderen ook wel weerstandsvaten genoemd.
- Dikkere wand dan aderen zodat ze de hogedruk van het
arterieel bloed kunnen verdagen.
Anastomosen en eindarteriën
Anastomosen= slagaderen die grote arteriën verbinden die een
bepaald gebied verzorgen (vb.= handpalmen, voetzolen, hersenen,
gewrichten en beperkte mate de hartspier)
- Raakt een van de slagaderen verstopt? à Anastomosen
bieden een collaterale circulatie.
Eindarteriën= slagaderen zonder anastomosen of de aderen achter
de meest distale anastomose.
Capillairen en sinusoïden
Haarvaten/capillairen= de kleinste arteriolen die zich vertakken tot
kleine vaten.
- Één laag endotheelcellen op een dun membraan. Voor uitwisseling van stoffen.
- Bloedcellen en grote moleculen (plasma-eiwitten) dringen gewoonlijk niet door de wand.
- Verbinden de kleinste arteriolen en venulen met elkaar.
- Diameter is zo’n 7𝜇𝑚
- Bloed wisselt stoffen uit met het weefselvocht dat de lichaamscellen omgeeft.
- Toegang bewaakt door glad spierweefsel die de bloedstroom regelen. (precapillaire sfincters). Bij
hypoxie (tekort aan zuurstof) zorgt voor de verwijding van sfincters.
Sinusoïden= capillairen die aanzienlijk wijder en meer doorlatend zijn dan normaal.
- Wanden onvolledigà lumen groter dan normaal.
- Langzamere bloedstroom en minder drukà veel snellere uitwisseling van stoffen mogelijk tussen
bloed en weefsels. (Bij lever en beenmerg bv.)
Venen en venulen
- Onder lage druk bloed terugvoeren naar het hart
- Wanden bestaan uit dezelfde 3 lagen als de arteriën, maar zijn dunner. Ook is er minder spier- en
elastisch weefsel omdat de druk in de aderen lager is.
- Sommige venen hebben kleppen, zodat het bloed niet terugstroomt. Kleppen bestaan uit plooien van
de tunica intima, verstevigd met bindweefsel en hun klepbladen (slippen) zijn halvemaanvormig
(semilunair), met de concave kan naar het hart.
- Vooral in onderste ledematen kleppen door de lange afstand en zwaartekracht,
, - Grote en kleine venen in borst en buik bevatten geen
kleppen.
- Skeletspieren die de venen omgeven versterken de werking
van de kleppen.
- Kleinste venen= venulen.
- Venen= capaciteitsvaten omdat ze rekbaar zijn en dus een
groot deel van de bloedvoorraad kunnen bevatten.
- Venen bevatten 2/3 van het lichaamsbloed,
- Terugverenà plotselinge bloeddrukdaling voorkomen.
Bloedtoevoer
- Buitenste weefsellagen van dikwandige bloedvaten
ontvangen hun bloed via een netwerk van bloedvaten= vasa
vasorum.
- Dunwandige vaten en het endotheel van de andere
Zenuwstelsel:
vaten ontvangen zuurstof en voeding door diffusie
-Centraal zenuwstelsel (grote, kleine hersenen,
vanuit het bloed dat erdoor stroomt.
hersenstam en ruggenmerg)
-Perifeer zenuwstelsel (lichaam).
Regulering van bloedvatdiameter
De gladde spiervezels in de tunica media van aders en slagaders Perifeer verdeeld in:
worden geïnnerveerd door zenuwen van het autonoom -Animaal zenuwstelsel à bewust en reflex
zenuwstelsel. -Autonoom zenuwstelselà onbewust
De zenuwen ontspringen aan het vasomotorische centrum in de Autonoom verdeeld in:
medulla oblongata en veranderen de diameter van bloedvaten, -(ortho)sympathisch zenuwstelsel= actiever bij actie
zodat ze het bloedvolume bepalen. en stress
- Arteriolen worden het meest geregeld omdat zij in -Parasympatisch zenuwstelsel= actiever bij rust
verhouding meer glad spierweefsel in hun wanden
hebben dan andere bloedvaten.
De weerstand die ene buis uitoefent op de vloeistof die erdoorheen stroomt, wordt bepaald door 3 factoren:
1. Diameter
2. Lengte van de buis
3. Viscositeit van het vocht.
Diameter van de weerstandsvaten= perifere weerstandà belangrijkste
factor bij de regeling van de bloeddruk.
Lokale regeling van de bloedstroom
Autoregulatie= het vermogen van een orgaan om de eigen bloedstroom
aan de behoeften aan te passen.
De bloedstroom wordt door individuele organen door middel van
vasodilatatie van de bloed-leverende vaten verhoogd of verlaagd door
middel van vasoconstrictie.
De voornaamste mechanismen van deze lokale regulatie van de
bloedstroom zijn:
- Productie van metabolische afvalproducten (CO2 en melkzuur)
- Weefseltemperatuurà stijging van metabolische activiteit=
hogere weefseltemperatuur= vasodilatatie.
- Hypoxie(zuurstoftekort)à stimuleert vasodilatatie en ene
verhoging van de bloedstroom door het betroffen weefsel.
- Productie van chemische stoffen die voor vasodilatatie zorgen.
, - Activiteit van stoffen die voor vasoconstrictie zorgen. Adrenaline en angiotensine.
Capillaire uitwisseling
Uitwisseling van gassen
Interne respiratie= de uitwisseling van gassen tussen capillair bloed en
lokale lichaamscellen.
- Zuurstof wordt gebonden aan hemoglobine en van de longen
naar de weefsels vervoerd als oxyhemoglobine.
- Uitwisseling in de weefsels vindt plaats tussen bloed aan de
arteriële kant van de capillairen en het weefselvocht en
vervolgens tussen het weefselvocht en de cellen.
- Zuurstof diffundeert volgend de drukgradiënt (van zuurstofrijk naar zuurstofarm)
- Oxyhemoglobine is instabiel en valt gemakkelijk uiteen (dissociatie), zodat het zuurstof vrijkomt.
- Koolstofdioxide= afvalproduct en diffundeert op basis van de drukgradiënt aan het veneuze einde van
het capillair naar het bloed.
Bloed vervoert koolstofdioxide naar de longen voor excretie op 3 manieren:
1. Opgelost in het water van het bloedplasma. 7%
2. In chemische combinatie met natrium in de vorm van natriumcarbonaat. 70%
3. Restant in combinatie met hemoglobine. 23%
Uitwisseling van andere stoffen
Bloedplasma bevat de voedingsstoffen voor de lichaamscellen.
Voedingsstoffen gaan vanuit bloed door de semipermeabele capillairwand naar het weefselvocht rond de
cellen en vervolgens door het celmembraan de cel in.
Het overdrachtsmechanisme van water en andere stoffen uit de bloedcapillairen is voornamelijk afhankelijk
van diffusie en osmose.
Diffusieà kleine moleculen stromen door naar weefselvocht
en grote moleculen blijven achter in het bloed.
Diffundeerbare stoffen:
- Opgelost zuurstof en koolstofdioxide
- Glucose
- Aminozuren
- Vetzuren
- Glycerol
- Vitaminen
- Minerale zouten
- Water
Osmoseà water van verdunde naar geconcentreerde oplossing, om een evenwicht te bereiken. Kracht van de
osmotische druk is afhankelijk van het aantal niet-diffundeerbare deeltjes in de oplossing gaan weerszijden van
de membraan.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur natashavdb. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.