Samenvatting H6: didactische werkvormen
Instructie
Doceren: leerkracht (lln of video kan ook) legt uit, leerlingen luisteren
o Niveau: herinneren en begrijpen
o + feitelijke info, in korte tijd veel info doorgeven, als lln weinig voorkennis hebben,
biedt oriënterend kader/terreinverkenning, grote groepen
o - minimaal contact, aandacht verslapt snel, stimuleert denkprocessen, vaardigheden
of attitudes niet, vaak slechter onthouden
o Vorm: klassikaal
(Directe) instructie: duidelijke, gestructureerde en uitdagende instructies
o Variant: Expliciete directe instructie (EDI) = strikt leerkrachtgestuurde methode,
effectief bij het aanleren van basiskennis of nieuwe vaardigheden. Verschil met
instructie: hier aandacht voor differentiatie (verlengde instructies).
o Stappenplan EDI:
Lesfasen Technieken
1 Activeren voorkennis 2 Lesdoel Betrekken en activeren
3 Instructie concept 4 Instructie vaardigheid Controleren van begrip
5 Begeleide inoefening 6 Kleine lesafsluiting Geven van feedback
7 Zelfstandige verwerking 8 Verlengde instructie Herhalen
Vertellen: lijkt op doceren maar schept een affectief klimaat
o Niveau: feiten, begrippen en relaties (inhoudelijk), herinnering, inzien, begrijpen
(beheersing, gedrag)
o Vorm: groep (soms externe spreker)
Demonstratie: op een aanschouwelijke manier iets tonen/demonstreren, vooral bij
technische vakken
o Niveau: kennisinhouden, vaardigheden, attitudes
o + zeer concrete vorm, lln geïnteresseerd en gemotiveerd, praktijk gestimuleerd,
aanleren van vaardigheden
o – enkel bruikbaar bij visuele info, overzichtelijke opstelling klas moeilijk en
tijdsintensief, duur materiaal en veroudert vaak snel
o Vorm: groep
Interactie
Onderwijsleergesprek (OLG): sterk geleid gesprek waarbij leerkracht de lln via een logisch,
opgebouwde vragenreeks stapsgewijs tot inzicht brengt in de leerinhouden. Vertrekkend
vanuit voorkennis.
o Niveau: herinneren, begrijpen (inzicht), attitude, sociale doelstellingen
o + (interactief) karakter is stimulerend en motiverend, hoog leerrendement, aanleren
bepaalde denkwijze, voortdurende evaluatie of lln het beheersen
o – muizenvalmethode (leerkracht leidt te sterk het gesprek naar een bepaalde
richting), lange voorbereiding, stelt hoge eisen aan de leerkracht
o Vorm: klassikaal
o Soort vragen: reproductie, convergente (leerinhouden samenbrengen, één juist
antwoord), divergente (meerdere antwoorden), evaluatieve (mening en
argumenten)
Leergesprek: = socratisch gesprek of foutenanalyse. Leerlingen verwoorden, adhv vragen van
de leerkracht, hoe ze tot het antwoord zijn gekomen. Kan naar aanleiding van een specifiek
probleem.
o Niveau: gedrag + inhoud (methoden, attitudes, inzicht, toepassen)
o Vorm: klassikaal, individueel
1