Functies van de nier:
-) Regulatie extracellulair volume en bloedruk -) Homeostatische regulatie van Ph
-) Regulatie osmolariteit -) Uitscheiding van afvalstoffen
-) behoud van ionen balans -) Aanmaak van hormonen
Hoe wordt bloeddruk & bloedvolume geregeld?: 4 factoren met invloed op mean arterial pressure (MAP)
1) bloedvolume: balans tussen inname (drinken) en kwijtraken (urine, zweet, feces)
2) goedwerkend hart: zowel voor hartslag als voor volume per pomp
3) weerstand in de bloodflow: bepaald door diameter van arteriolen (kleine vaten)
4) de distributie: hoeveel blijft in de bloedbaan en hoeveel gaat er intra/extracellulair milieu
-> MAP = DBP + 1/3 (SBP-DBP)
met: DBP = disatolic blood pressure SBP = systolic blood pressure
het berekend de gemiddelde bloeddruk gedurende een hartcyclus
Hoe wordt de osmolariteit geregeld?:
-> osmolariteit = mOsm/L -> opgelost in plasma -> osmolaliteit = mOsm/kg water
concentratie aan osmotisch werkzame deeltjes per eenheid oplosmiddel
-> Toniciteit = opgeloste deeltjes die niet bijdragen aan de tonische werking
osmolariteit = de ‘tonus’ van in het ExtraCellulair Volume (ECV) opgeloste deeltjes
-> De osmolariteit wordt door de nieren constant gehouden (+/- 280mOsm)
bepaald door Na+, de ureum en de glucose conc. in plasma
de effectieve Osm (= toniciteit) = [Na+] x 2 + glucose
H2O doet de cel zwellen of krimpen volgens de variatie in IC of EC toniciteit
toediening aan ECV
-> glucose trekt water aan want niet perm
-> Na trekt ook water aan uit ICV
Behoud van de Ionen balans?:
-> K+ en Ca 2+ worden nauw gereguleerd: K kan bij hartspiercel indien te hoog gevaarlijk zijn
Ca zorgt voor de geleiding van de cel
-> Na + is de voornaamste elektrolyt betrokken bij regulatie extracellulair vocht en van de
osmolariteit
-> De uitscheiding van ionen id urine, en de relatie tot inname en de behoefte om conc. op pijl te
houden.
Homeostase van de pH?:
-> constant tss 7,38 & 7,42
-> als zuurgraad toeneemt: overtollig H+ uitscheiden en HCO3+ vasthouden duurt lang
longen werken sneller.
-> bv. bij braken van maagzuur H+ verdwijnt, dan gaat longventilatie dalen -> minder CO2 weg en
nier gaat H+ vrijstellen.
1
, Fysiologie
Nier 2e BA GNK
Uitscheiding van afvalstoffen?:
-> ophopen van afvalstoffen vaak jeuk
-> geneesmiddelen worden vaak renaal geklaard dus indien verminderde nierfunctie, medicatie
doseren
-> gaan verder nog stoffen elimineren via urine bv.: ureum, creatinine, endogene hormonen
(insuline), sacharine, benzoaat,…
Productie van hormonen?:
-> Erythropoëtine (EPO): stimulatie van de aanmaak van RBC
(bij koorts, stress,… vaak O2 tekort)
-> Renine : initieert Renine-angiotensinse-aldosteron-systeem (RAAS)
-> betrokken bij zoutbalans en bloeddruk.
-> 1α-hydroxylase : enzym dat 25-OH vitamine D2 gaat activeren
-> dit speelt een rol in de Ca regulatie
Endocriene functies van de nier:
-> hoe komt het actieve Vit-D tot stand?
in de lever wordt een voorloper gemaakt 25-OH-Vit-D
door 1α-hydroxylase geactiveerd tot 1, 25-OH-Vit-D
gaat in de darm Ca ophalen -> = lange termijn Ca regulator
voorkomt het krijgen van osteoporose.
-> PTH in de bijschildklieren gaat korte regulatie doen in geval van
accute Ca tekorten.
Het nefron:
-> +/- 10^6e glomeruli
-> GFR = glomerulaire filtratie rate (ml/min)
-> indien de GFR daalt onder de 40ml/min ziet men een exponentiele
stijging van serum creatinine. Dit gebeurt sluimerend, de nier
capaciteit kan met 40% afnemen voor dit pas merkbaar is.
De homeostase wordt pas verstoord wanneer ongv 75% van de
functie verloren is.
-> de medulla bevat de buizenstructuren waar de verdunning plaats vindt
-> 80% corticale nefronen en 20% juxta-medullaire nefronen
De doorbloeding van de nier:
-> 180l plasma per dag gefiltreerd dus veel bloedvaatjes nodig
-> de capillairen zijn het meest aanwezig thv de proximale/distale tubulus.
de glomerulus is een capillair kluwe. De Lus van henle gaat conc. facilliteren.
-> thv de lis van henle het gevoeligst voor drukverlies want hier minste capillairen.
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur felixfrison. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.