Opgave I – 1: KN-5 pagina 426 (niet gezien in 2019)
Gegeven:
Aantal geproduceerde eenheden 1600
Beginvoorraad grondstoffen 5000
Aankoop grondstoffen 130000
Directe lonen 100000
WG-bijdrage op directe lonen 60000
Wedden bedienden 50000
Afschrijving fabriek + machines 300000
Afschrijving kantoormeubilair, … 10000
Aantal verkochte eenheden 1500
Omzet 750000
Reclamekosten 8000
Eind voorraad grondstoffen 3000
Eenheden eindvoorraad product 100
Beheerskosten 80% productie Onze managers werken 80% van hun tijd voor de
20% verkoop productie en 20% voor de verkoop.
Gevraagd:
1. Welke zijn productiekosten om te komen tot de totale productiekost?
2. Hoe bekom je dan de productiekost per eenheid?
3. Welke zijn verkoopkosten om dan te komen tot de verkoopprijs per eenheid?
4. Welke zijn verkoopkosten om dan te komen tot de verkoopkostprijs per eenheid?
5. Hoe bekom je dan het resultaat (of winst/verlies)?
Oplossing:
1. Grondstoffen – kost (corrigeren via voorraadwijziging)
Beginvoorraad + aankoop – eindvoorraad = 5000 + 130000 – 3000 = 132000: verbruikte
grondstof kost
2. Directe loonkost inclusief sociale lasten
100000 + 60000 = 160000: totale loonkost = bruto bezoldigingen + sociale lasten
3. Afschrijvingen fabrieksgebouw (effectief een fabricagekost), …
300000
4. Wedden bedienden
50000 Beheerskosten: 80% – 20% = verdeelsleutel
5. Afschrijving gebouwen Productie = 48000
10000 Verkoop = 12000
6. Reclame
8000
Productiekosten totaal: 132000 + 160000 + 300000 + 48000 = 640000
!"####
Productiekost per eenheid: $!## = 400 euro per eenheid
Verkoopkosten totaal: 12000 + 8000 = 20000
%####
Verkoopkosten per eenheid: = 13,333333… per eenheid
$&##
Verkoopkostprijs per eenheid: 400 + 13,333333… = 413,333… euro per eenheid
Resultaat: omzet – kosten = winst of 750000 – (413,333… *1500) = 130000
1
,Opgave I – 2: cs2 pagina 426 (niet gezien in 2019)
Gegeven:
Situatie 1:
Omzet: 10000000
Variabele kosten: 2000000
Vaste kosten: 6000000
Winst: 2000000
Situatie 2:
Omzet: 10000000
Variabele kosten: 6000000
Vaste kosten: 2000000
Winst: 2000000
è Situaties zijn op het eerste zicht gelijk maar:
Situatie 1: zware vaste kosten, relatief lage variabele kosten
Situatie 2: zware variabele kosten, relatief lage vaste kosten
Gevraagd:
1. Indien omzet stijgt met 20%: wat gebeurt er met winst + verklaar
2. Idem als a. maar winststijging enkel mogelijk met extra vaste kost van 1.000.000
Oplossing 1:
Situatie 1:
Omzet: stijgt met 20% dus naar 12000000
Vaste kost: constant dus 6000000
Variabele kost: stijgt eveneens met 20% dus naar 2400000
Winst: 12000000 – 6000000 – 2400000 = 3600000
è Stijgt dus met 80% (van 2000000 naar 3600000)
Reden: grote hoeveelheid vaste kosten.
Hoe gedraagt een vaste kost zich?
Een vaste kost is vast in totaal maar variabel gemiddeld per eenheid.
De gemiddelde vaste kost per eenheid daalt naarmate er meer eenheden zijn om over te verdelen.
Hoe gedraagt een variabele kost zich?
Een variabele kost is variabel in totaal maar vast per eenheid.
Situatie 2:
Omzet: stijgt met 20% dus naar 12000000
Vaste kost: constant dus 2000000
Variabele kost: stijgt eveneens met 20% dus naar 7200000
Winst: 12000000 – 2000000 – 7200000 = 2800000
è Stijgt dus met 40% (van 2000000 naar 2800000)
Reden: vaste kosten wegen minder door en variabele meer dus bovenstaande effect is kleiner.
Oplossing 2:
Situatie 2:
Omzet: stijgt met 20% dus naar 12000000
Vaste kost: stijgt met 1000000 naar 3000000
Variabele kost: stijgt eveneens met 20% dus naar 7200000
Winst: 12000000 – 3000000 – 7200000 = 1800000
è Daalt dus met 10% (van 2000000 naar 1800000)
Reden: hogere vaste kosten: gemiddelde vaste kost per eenheid stijgt.
2
,Cijfervoorbeeld pagina 37
Datum Actie Eenheid Prijs per eenheid
1 sep Beginvoorraad 10000 5 4 facturen en een beginvoorraad,
6 sep Aankoop 5000 5,1 dus 5 prijzen
10 sep Verstrekking 6000 ?
17 sep Aankoop 8000 5,2
23 sep Verstrekking 8000 ?
2 okt Aankoop 12000 5,5
11 okt Verstrekking 12000 ?
19 okt Aankoop 9000 5,3
24 okt Verstrekking 8000 ?
Opmerking: verstrekking = van magazijn naar productie of van magazijn naar klant.
Beginvoorraad deze maand = eindvoorraad vorige maand.
Historische inkoopprijs: prijs die werkelijk betaald werd voor de materialen.
1. FIFO: first in first out ® oudste prijs
= materialen worden verstrekt aan de prijs van de eerst binnengekomen materialen.
10 sep: tegen welke waarde worden 6000 eenheden verstrekt?
è Verstrekkingswaarde: Allemaal verstrekt tegen waarde beginvoorraad: 6000 * 5 = 30000
23 sep: tegen welke waarde worden 8000 eenheden verstrekt?
è 4000 * 5 = 20000
è 4000 * 5,10 = 20400
è Verstrekkingswaarde: 20000 + 20400 = 40400
11 okt: tegen welke waarde worden 12000 eenheden verstrekt?
è 1000 * 5,10 = 5100
è 8000 * 5,20 = 41600
è 3000 * 5,50 = 16500
è Verstrekkingswaarde: 5100 + 41600 + 16500 = 63200
24 okt: tegen welke waarde worden 8000 eenheden verstrekt?
è Verstrekkingswaarde: 8000 * 5,50 = 44000
2. LIFO: last in first out ® meest recente prijs
= materialen worden verstrekt aan de prijs van de laatst binnengekomen materialen.
10 sep: tegen welke waarde worden 6000 eenheden verstrekt?
è 5000 * 5,10 = 25500
è 1000 * 5 = 5000
è Verstrekkingswaarde: 25500 + 5000 = 30500
23 sep: tegen welke waarde worden 8000 eenheden verstrekt?
è Verstrekkingswaarde: 8000 * 5,20 = 41600
11 okt: tegen welke waarde worden 12000 eenheden verstrekt?
è Verstrekkingswaarde: 12000 * 5,50 = 66000
24 okt: tegen welke waarde worden 8000 eenheden verstrekt?
è Verstrekkingswaarde: 8000 * 5,30 = 42400
3
,3. Voortschrijdend gemiddelde
= na iedere aankoop wordt een nieuw gemiddelde prijs berekend waartegen de verstrekkingen
gebeuren.
10 sep: wat is de gemiddelde waarde van de goederen in stock?
'&&##
è Beginvoorraad + aankoop (waarde) = 50000 + 25500 = 75500 = 5,03333
$&###
èBeginvoorraad + aankoop (eenheden) = 10000 + 5000 = 15000
è Verstrekkingswaarde: 6000 * 5,0333 = 30200
23 sep: tegen welke waarde worden 8000 eenheden verstrekt?
è Beginvoorraad + aankoop (waarde) – verstrekking (waarde) + aankoop (waarde) = 50000 +
25500 – 30200 + 41600 = 86900
è Beginvoorraad + aankoop (eenheden) – verstrekking (eenheden) + aankoop (eenheden) =
10000 + 5000 – 6000 + 8000 = 17000
è Waarde / eenheden = = 5,1176471
è Verstrekkingswaarde: 8000 * 5,1176471 = 40894,1176
11 okt: tegen welke waarde worden 12000 eenheden verstrekt?
è Beginvoorraad + aankoop (waarde) – verstrekking (waarde) + aankoop (waarde) –
verstrekking (waarde) + aankoop (waarde) = 50000 + 25500 – 30200 + 41600 – 40894,1176 +
66000 = 112005,882
è Beginvoorraad + aankoop (eenheden) – verstrekking (eenheden) + aankoop (eenheden) –
verstrekking (eenheden) + aankoop (eenheden) = 10000 + 5000 – 6000 + 8000 – 8000 +12000 =
21000
è Waarde / eenheden = 112005, = 5,333613345
è Verstrekkingswaarde: 12000 * 5,333613345 = 64003,3613
24 okt: tegen welke waarde worden 8000 eenheden verstrekt?
Beginvoorraad + aankoop (waarde) – verstrekking (waarde) + aankoop (waarde) – verstrekking
(waarde) + aankoop (waarde) – verstrekking (waarde) + aankoop (waarde) = 50000 + 25500 –
30200 + 41600 – 40894,1176 + 66000 – 64003,3613 + 47700 = 95702,5207
è Beginvoorraad + aankoop (eenheden) – verstrekking (eenheden) + aankoop (eenheden) –
verstrekking (eenheden) + aankoop (eenheden) = 10000 + 5000 – 6000 + 8000 – 8000 +12000 –
12000 + 9000 = 18000
è Waarde / eenheden = 95702, = 5,31680671
è Verstrekkingswaarde: 8000 * 5,31680671 = 42534,4536
4. Maandgemiddelde ® rekenkundig gemiddelde van beginvoorraad + alle aankopen van een
maand
= maandelijks wordt een gemiddelde prijs berekend op basis van de waarde van de
beginvoorraad en aankopen; de verstrekking tijdens die maand worden verrekend tegen die
prijs.
10 sep: wat is de gemiddelde waarde van alle goederen in stock gedurende de maand
september?
$$'$##
è Beginvoorraad + aankoop (waarde) = 50000 +25500 + 41600 = 117100 %-###
= 5,0913
è Beginvoorraad + aankoop (eenheden) = 10000 + 5000 + 8000 = 23000
è Verstrekkingswaarde: 6000 * 5,0913 = 30547,80
23 sep: tegen welke waarde worden 8000 eenheden verstrekt?
è Verstrekkingswaarde: 8000 * 5,0913 = 40730,40
4
, 11 okt: wat is de gemiddelde waarde van alle goederen in stock gedurende de maand
september?
$&.&%%
è Beginvoorraad + aankoop (waarde) = 45821,7 + 66000 + 47700 = 159522 -####
= 5,3174
è Beginvoorraad + aankoop (eenheden) = 9000 + 12000 + 9000 = 30000
Tegen welke waarde worden 12000 eenheden verstrekt?
è Verstrekkingswaarde: 12000 * 5,3174 = 63808,80
24 okt: tegen welke waarde worden 8000 eenheden verstrekt?
è Verstrekkingswaarde: 8000 * 5,3174 = 42539,20
5. Marktprijs ® prijs om goederen te vervangen op dag van verstrekking
= prijs waartegen de materialen terug kunnen worden ingekocht op de dag van verstrekking.
Marktprijs: (tabel pagina 37)
• van 1 september tot 16 september 5,10 EUR
• van 17 september tot 1 oktober 5,20 EUR
• van 2 oktober tot 18 oktober 5,50 EUR
• van 19 oktober tot 24 oktober 5,30 EUR
• van 25 oktober tot 31 oktober 5,50 EUR
10 sep: wat is de prijs op de markt op de dag dat de goederen worden verstrekt om
geproduceerd te worden?
è Verstrekkingswaarde: 6000 * 5,10 = 30600
23 sep: tegen welke waarde worden 8000 eenheden verstrekt?
è Verstrekkingswaarde: 8000 * 5,20 = 41600
11 okt: tegen welke waarde worden 12000 eenheden verstrekt?
è Verstrekkingswaarde: 12000 * 5,50 = 6600
24 okt: tegen welke waarde worden 8000 eenheden verstrekt?
è Verstrekkingswaarde: 8000 * 5,30 = 42400
6. Vervangingsprijs ® prijs om goederen te vervangen op dag van verkoop fabricaten
= marktprijs van de materialen op het moment dat de verkoop wordt afgesloten.
Marktprijs: (tabel pagina 37)
• van 1 september tot 16 september 5,10 EUR
• van 17 september tot 1 oktober 5,20 EUR
• van 2 oktober tot 18 oktober 5,50 EUR
• van 19 oktober tot 24 oktober 5,30 EUR
• van 25 oktober tot 31 oktober 5,50 EUR
10 sep: Op 12 september ontvangt de onderneming een bestelling gereed product, waarvoor
6000 kg grondstof nodig is en verstrekt werd op 10 september. Wat is de prijs van de
grondstoffen op de markt op de dag dat de gerede producten worden verkocht?
è Verstrekkingswaarde: 6000 * 5,10 = 30600
23 sep Op 28 september ontvangt de onderneming een bestelling gereed product, waarvoor
8000 kg grondstof nodig is en verstrekt werd op 23 september. Wat is de prijs van de
grondstoffen op de markt op de dag dat de gerede producten worden verkocht?
è Verstrekkingswaarde: 8000 * 5,20 = 41600
11 okt: Op 26 oktober ontvangt de onderneming een bestelling gereed product, waarvoor
12000 kg grondstof nodig is en verstrekt werd op 11 oktober. Wat is de prijs van de
grondstoffen op de markt op de dag dat de gerede producten worden verkocht?
è Verstrekkingswaarde: 12000 * 5,50 = 66000
5
, 24 okt: Op 28 oktober ontvangt de onderneming een bestelling gereed product, waarvoor 8000
kg grondstof nodig is en verstrekt werd op 24 oktober. Wat is de prijs van de grondstoffen op de
markt op de dag dat de gerede producten worden verkocht?
è Verstrekkingswaarde: 8000 * 5,50 = 44000
7. Standaardprijs:
= nuttig als controlemiddel.
De standaardprijs werd vastgesteld op 5,25 EUR per kg. (gegeven)
10 sep: tegen welke waarde worden 6000 eenheden verstrekt?
è Verstrekkingswaarde: 6000 * 5,25 = 31500
23 sep: tegen welke waarde worden 8000 eenheden verstrekt?
è Verstrekkingswaarde: 8000 * 5,25 = 42000
11 okt: tegen welke waarde worden 12000 eenheden verstrekt?
è Verstrekkingswaarde: 12000 * 5,25 = 63000
24 okt: tegen welke waarde worden 8000 eenheden verstrekt?
è Verstrekkingswaarde: 8000 * 5,25 = 42000
Waarde eindvoorraad (10000 eenheden):
FIFO-methode: 53200,00 EUR
LIFO-methode: 50300,00 EUR
Voortschrijdend gemiddelde: 53168,07 EUR
Maandgemiddelde: 53173,91 EUR
Marktprijs: 50200,00 EUR
Vervangingsprijs: 48600,00 EUR
Standaardprijs: 52300, 00 EUR
Opmerking:
• De waarde van de verstrekking hangt dus af van de gebruikte methode.
• Een verschillende waarde geeft een verschillende kostprijs.
• Dit wordt genivelleerd door de waarde van de eindvoorraad die verschilt bij de gebruikte
methode.
6
,Afschrijvingsmethodes: uitleg voorbeeld boek pagina 62
We schrijven 10 jaar af.
1. Lineair
= men trekt van de aanschaffingswaarde de residuwaarde af en deelt door de in jaren
uitgedrukte bruikbaarheidsduur.
/012345675891:;;4<= (;;8123;005891:;;4<= – 4=15<A:;;4<=) / E F
èFormule: /;8C;D 6;;4 ;0 C= 1234567=8
= 8
&####E%### "G###
è Voorbeeld boek: $#
= $#
= 4800
Periode Afschrijvingsbedrag Boekwaarde
Begin jaar 1 - 50000
Einde jaar 1 4800 45200
Einde jaar 2 4800 40400
Einde jaar 3 4800 35600
Einde jaar 4 4800 30800
Einde jaar 5 4800 26000
Einde jaar 6 4800 21200
Einde jaar 7 4800 16400
Einde jaar 8 4800 11600
Einde jaar 9 4800 6800
Einde jaar 10 4800 2000
Totaal 48000 -
2. Degressief – vast % op de boekwaarde
= deze methode is zo opgevat dat de zwaarste afschrijvingsdrukte ten laste van de eerste jaren
gelegd wordt en er een geleidelijke afname van afschrijvingsdrukte is. Er wordt een vast
afschrijvingspercentage op de boekwaarde genomen.
n restwaarde
è Formule: P = 100 – 100 Haanschafwaarde = vast % en dat pas je toe op een dalende boekwaarde
10 2000
è Voorbeeld boek: 100 – 100 H50000 = 27,5220336 %
è Voorbeeld boek: 50000 * 27,5220336 % = 13761,02 ® afschrijvingsbedrag eind jaar 1
è Voorbeeld boek: 50000 – 13761,02 = 36238,98 ® boekwaarde eind jaar 1
è Voorbeeld boek: 36238,98 * 27,5220336 % = 9973,70 ® afschrijvingsbedrag eind jaar 2
Periode Afschrijvingsbedrag Boekwaarde
Begin jaar 1 - 50000
Einde jaar 1 13761,02 36238,98
Einde jaar 2 9973,70 26265,28
Einde jaar 3 7228,74 19036,54
Einde jaar 4 5239,24 13797,30
Einde jaar 5 3797,30 10000
Einde jaar 6 2752,20 7247,80
Einde jaar 7 1994,74 5253,06
Einde jaar 8 1445,75 3807,31
Einde jaar 9 1047,85 2759,46
Einde jaar 10 759,46 2000
Totaal 48000 -
7
,3. Degressief – meerdere % op basis kleinste rekenkundig gemiddelde
= deze methode is zo opgevat dat de zwaarste afschrijvingsdrukte ten laste van de eerste jaren
gelegd wordt en er een geleidelijke afname van afschrijvingsdrukte is. Meer afnemende
percentages op basis van het kleinste rekenkundige gemiddelde.
WXX
D58=;54 ;012345675891V=42=8C;9=
è Formule: kleinste rekenkundig gemiddelde = 8
= 8
Y
=?
WXX
è Voorbeeld boek = $# = 1 (wat doen met die 1?)
WX
è Voorbeeld boek = x + (x + 1) + (x + 2) + (x + 3) + (x + 4) + (x + 5) + (x + 6) + (x + 7) + (x + 8) (x +
è Voorbeeld boek 9) = 100
è Voorbeeld boek 10 factoren want n = 10 dus bekom je 10 percentages
è Voorbeeld boek 10x + 45 = 100
è Voorbeeld boek 10x = 100 – 45
è Voorbeeld boek 10x = 55
è Voorbeeld boek x = 5,5
è Voorbeeld boek 5,5 is dan het laagste %
è Voorbeeld boek De overige 9 percenten bekom je dan door dit laagste % te verhogen met 1.
è Voorbeeld boek 5,5 + 9 * 1 = 14,5 ® afschrijvingsbedrag eind jaar 1
è Voorbeeld boek 48000 * 14,5% = 6960 ® afschrijvingsbedrag eind jaar 1
è Voorbeeld boek 50000 – 6960 = 43040 ® boekwaarde eind jaar 1
è Voorbeeld boek 48000 * 13,5% = 6480 ® afschrijvingsbedrag eind jaar 2
Periode Afschrijvingspercentage Afschrijvingsbedrag Boekwaarde
Begin jaar 1 - - 50000
Einde jaar 1 14,5 6960 43040
Einde jaar 2 13,5 6480 36560
Einde jaar 3 12,5 6000 30560
Einde jaar 4 11,5 5520 25040
Einde jaar 5 10,5 5040 20000
Einde jaar 6 9,5 4560 15440
Einde jaar 7 8,5 4080 11360
Einde jaar 8 7,5 3600 7760
Einde jaar 9 6,5 3120 4640
Einde jaar 10 5,5 2640 2000
Totaal 100 48000 -
8
,4. Degressief – meerdere % op basis grootste rekenkundig gemiddelde
= deze methode is zo opgevat dat de zwaarste afschrijvingsdrukte ten laste van de eerste jaren
gelegd wordt en er een geleidelijke afname van afschrijvingsdrukte is. Meer afnemende
percentages op basis van het grootste rekenkundige gemiddelde.
WXX
è Formule: 2 * 8
Y
=?
WXX
è Voorbeeld boek = 2 * $#
WX
= 2 * 1 = 2 è Wat doe je met die 2? Idem als hierboven.
è Voorbeeld boek = x + (x + 2) + (x + 4) + (x + 6) + (x + 8) + (x + 10) + (x + 12) + (x + 14) + (x + 16)
è Voorbeeld boek (x + 18) = 100
è Voorbeeld boek 10 factoren want n = 10 dus bekom je 10 percentages
è Voorbeeld boek 10x + 90 = 100
è Voorbeeld boek 10x = 100 – 90
è Voorbeeld boek 10x = 10
è Voorbeeld boek x = 1
è Voorbeeld boek 1 is dan het laagste %
è Voorbeeld boek De overige 9 percenten bekom je dan door dit laagste % te verhogen met 2.
è Voorbeeld boek 1 + 9 * 2 = 19 ® afschrijvingsbedrag eind jaar 1
è Voorbeeld boek 48000 * 19% = 9120
è Voorbeeld boek 50000 – 9120 = 40880
Periode Afschrijvingspercentage Afschrijvingsbedrag Boekwaarde
Begin jaar 1 - - 50000
Einde jaar 1 19 9120 40880
Einde jaar 2 17 8160 32720
Einde jaar 3 15 7200 25520
Einde jaar 4 13 6240 19280
Einde jaar 5 11 5280 14000
Einde jaar 6 9 4320 9680
Einde jaar 7 7 3360 6320
Einde jaar 8 5 2400 3920
Einde jaar 9 3 1440 2480
Einde jaar 10 1 480 2000
Totaal 100 48000 -
5. Progressief
Zelfde als methode 2-3-4 maar percentages beginnen bovenaan.
9
, 6. Degressief – fiscaal keuzestelsel
= deze methode is zo opgevat dat de zwaarste afschrijvingsdrukte ten laste van de eerste jaren
gelegd wordt en er een geleidelijke afname van afschrijvingsdrukte is. Dubbel lineair %
toepassen op de nog af te schrijven waarde. Overstappen naar lineair bedrag indien degressief
bedrag < lineair.
è Dubbel lineair afschrijven zolang de degressieve afschrijving groter is dan de lineaire.
è Is de lineaire groter dan moet worden overgeschakeld op de lineaire.
è Voorbeeld boek = 48000 * 20% = 9600 > 4800 ® afschrijvingsbedrag eind jaar 1
è Voorbeeld boek 38400 * 20% = 7680 > 4800 ® afschrijvingsbedrag eind jaar 2
è Voorbeeld boek 19660,80 * 20% = 3932,16 < 4800 ® dus afschrijvingsbedrag = 4800 vanaf
è Voorbeeld boek eind jaar 5
Periode Blijft af te Degressief: 20% van de af te Lineair: 10% van de af te
schrijven schrijven waarde schrijven waarde
Begin jaar 1 48000 - -
Einde jaar 1 38400 9600 -
Einde jaar 2 30720 7680 -
Einde jaar 3 24576 6144 -
Einde jaar 4 19660,80 4915,20 -
Einde jaar 5 14860,80 3932,16 4800
Einde jaar 6 10060,90 - 4800
Einde jaar 7 5260,80 - 4800
Einde jaar 8 460,80 - 4800
Einde jaar 9 0,00 - 460,80
Einde jaar 10 0,00 - -
Totaal 28339,20 19660,80
10