Dit document (11 pagina's) bevat een uitgebreide samenvatting van hoofdstuk 15 van Economie Integraal bovenbouw VWO. Het document vat de tekst uit het boek samen, geeft rekenvoorbeelden en geeft extra uitleg over lastige onderwerpen. Begrippen zijn in het groen weergeven met daarbij uitleg.
Hoofdstuk 12 Risico, beleggen en ondernemen - Economie Integraal
Hoofdstuk 11 Risico en verzekeren - Economie Integraal
Tout pour ce livre (28)
École, étude et sujet
Lycée
VWO / Gymnasium
Economie
6
Tous les documents sur ce sujet (1992)
Vendeur
S'abonner
cleokooman
Aperçu du contenu
ECONOMIE HOOFDSTUK 15 CONJUNCTUUR
§1 conjuncturele verschijnselen
De conjunctuurbeweging bestaat uit de schommelingen in de groei van het reëel bruto
binnenlands product. Het gemiddelde groeipercentage over een groot aantal jaren wordt de
trend genoemd. Termen als conjunctuurgolf en conjunctuurcyclus = periode met (zekere
regelmaat in de) afwisseling tussen snelle en trage groei.
Output gap
Output gap= verschil tussen feitelijke productie en potentiële productie (productiecapaciteit,
dus de max). Feitelijke productie is de soms van de bestedingen (Y=C+I+O+E-M)
De potentiële productie wordt aangegeven met Y*. Output gap= Y-Y*
Trend= potentiële productie.
Hoogconjunctuur Laagconjunctuur
Y>Y* (positieve output) Y<Y* (negatieve output)
Overbesteding (de Onderbesteding (de
effectieve vraag is groter effectieve vraag is
dan de kleiner dan de
productiecapaciteit) productiecapaciteit)
Afnemende Toenemende
werkloosheid * werkloosheid *
Kans op toenemende Kans op afnemende
inflatie inflatie
Krappe arbeidsmarkt Ruime arbeidsmarkt
(vraag> aanbod) (vraag>aanbod)
Hoge bezettingsgraad Lage bezettingsgraad
Hoge rente Lage rente
* hoogconjunctuur> toenemende bestedingen> meer werkgelegenheid> minder
werkloosheid.
* laagconjunctuur> afnemende bestedingen> werkgelegenheid neemt af> meer
werkloosheid.
Krimpt de economie twee kwartalen achter elkaar> recessie. Depressie is ernstige
economische terugval.
Werkloosheid
Werkloosheid dat direct is verbonden met de conjunctuurbeweging heet conjuncturele
werkloosheid.
Vormen van werkloosheid die onafhankelijk zijn van de conjunctuur vormen de natuurlijke
werkloosheid.
, De rol van bestedingen
C+I+O+E-M bepalen de conjunctuur bewegingen.
Gezinsconsumptie (C)
Het besteedbaar inkomen is de belangrijkste factor die de consumptieve vraag
bepaalt. Gezinnen met een spaartegoed ontvangen ook rente. Verder spelen ook
verwachtingen een rol (consumentenvertrouwen). Het consumentenvertrouwen
wordt bepaald door meningen over het algemeen economisch klimaat en over eigen
financiële situatie. Hoger consumentenvertrouwen > hogere bestedingen.
Investeringen van ondernemingen (I)
De investeringen hangen af van:
1. Het verwachte rendement op de investering. M.b.v. afzet, prijzen en kosten.
2. De verwachte economische groei. Groei bbp > meer kapitaalgoederen nodig om de
producten de produceren > ondernemingen investeren meer.
3. De bezettingsgraad. Zolang de kapitaalgoederenvoorraad niet volledig is benut is
er sprake van onderbezetting, ondernemers zullen investeringen uitstellen. Totdat de
bezettingsgraad boven de normale bezetting uitkomt. Dan zullen ze investeren.
-> producentenvertrouwen. Is bepalend voor de investeringen.
De overheidsbestedingen (O)
De bestedingen liggen jaarlijks vast. Op korte termijn worden ze bepaald door
politieke besluitvormingen.
De netto-export (E-M)
Factoren die de buitenlandse vraag naar Nederlandse producten beïnvloeden:
1. de groei van het bbp in de landen waar we naar uitvoeren.
2. de prijs van Nederlandse producten ten opzichte van de concurrerende prijs.
3. de hoogte van de wisselkoers van de euro.
Stijgende wisselkoers euro>Nederlandse producten in niet euro land duurder>
afnemende export.
Afnemende wisselkoers euro> Nederlandse producten in niet-euroland goedkoper>
toenemende export
Een deel van het bbp van Nederland wordt in het buitenland besteed, de import van
goederen en diensten. Wordt bepaald door:
1. het Nederlandse bbp. Hoger bbp> meer vraag naar buitenlandse producten.
2. de prijs van buitenlandse producten ten opzichte van onze prijzen.
3. de hoogte van de wisselkoers van de euro.
Stijgende eurokoers> producten in niet-eurolanden goedkoper> toenemende import.
Afnemende eurokoers> producten in niet-eurolanden duurder> afnemende import
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur cleokooman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.