Inleiding tot de prospectie en opgravingstechnieken Les 1+2+3+5+6+7
de prospectie
1.1 INLEIDING
Archeologisch veldwerk= OPGRAVINGEN en PROSPECTIE
-kleinschalig -grootschalig
-intensief -extensief
; -Destructief -non-destructi ef
-duur -minder duur
->gedetailleerde info over specifiek gebied -> zoveel mogelijk info over een groot gebied
1.2 ‘GEWONE’ TERREINVERKENNING
Waarom liggen artefacten op het oppervlak? Na ploegen, resten afgebrande nederzetting
Zichtbaarheid bepaald door erosie en graad van vernieling
Geomorfologische aspecten zijn heel belangrijk (+bodemvorming)
Ook stratigrafische aspecten
Hoe vinden we archeologische vondsten ? Passief (toevallig)//actief (systematisch onderzoek)
o Passief
Toeval (bv. boer ploegt, draineert..)
Natuurlijke factoren (wind en watererosie)
Antropogene factoren: infrastructuurwerken, landbouw
Sommige monumenten zijn reeds gekend (stonehenge, azteekse tempels..)
Soms als deel van een latere constructie (urbane contexten)
Soms gekend via historische bronnen (iconografisch)
Gekend, maar soms niet eerder geregistreerd of opgemerkt (bv. bronstijd
grafveld met grafheuvels)
Sommige op afgelegen plaatsen
Sommige hebben meer registratie nodig (moderner)
o Actief
Systematisch op zoek
Traditionele topografische survey: handmatig tekenen in veld, interpretatie in
veld =SUBJECTIEVE SURVEY +relief in kaart brengen
,Inleiding tot de prospectie en opgravingstechnieken Les 1+2+3+5+6+7
Registreren met ‘total station’: precisie instrument om hoeken en afstanden te
meten, laserpuntjes
Global positioning system GPS: gebruik satellietsignalen (schaduwen, meten…)
Veldkartering:
Specifiek gebied afwandelen volgens vooropgestelde en systematische
methodologie
Materiaal: benen en ogen, gps/kaarten (positionering),
formulier/veldcomputer (observatie) en (genummerde) vondstzakjes+
scannen barcodes erop (vondstregistratie)
archeologische resten aan de oppervlakte (ploegen), registratie->
ruimtelijke en temporele variabiliteit
→lijkt simpel, maar complexe aspecten
Aanname: bovengrond weerspieelt ondergrond
Wat betekenen vondsten aan opp? (kan differentieel zijn,
dingen liggen dieper door zand, slib…)
Verzamelmethode> interpretatie
Effecten van zichtbaarheid (begroeiing)
‘Sampling’ (je kan niet alles oprapen) en extrapolatie
Zichtbaarheid bepaald door: erosie en graad van vernieling, geomorfologische
fenomenen, agrarische technieken, stratigrafische aspecten
Verschillende schalen: regionaal, micro-regionaal, site-gericht
Verschillende methodes
Variëteit van doelstelling (1bepaalde periode onderzoeken bv)
Variëteit van landschappen
Persoonlijke voorkeuren
Geen uniforme methode
→verschillende verzamelmethoden
Wat nemen we mee?
Alleen diagnostische vondsten? (aanpassen aan situatie!-> al
dan niet representatieve vondsten selcteren)
Volledige of selectieve materiaalrecuperatie (periode, soort..)
Oprapen met vaste tijdsduur en aantal personen
‘klikken’ (geeft idee van densiteit)
Soepeler systeem
→Verschillende collectiemethoden
Linewalking
Gridwalking
Point sampling
Random
Combo
!: inschatting afdekkingsgraad (‘coverage’)
Mogen we op het veld?
Hoeveel dekt een persoon?
→Verschillende registratiemethoden
Analoge formulieren
Computerinvoer
,Inleiding tot de prospectie en opgravingstechnieken Les 1+2+3+5+6+7
Gps, total station, lintmeter, aanduiden oo kaart
Visibiliteitscorrectie (:afh van moment op dag, pas geploegd,
afgespoeld door regen, vegetatie..)
Tellen en wegen
ALGEMENE REGELS
Correct in databank gebracht
Systematisch, logisch, volledig EN digitaal
Materiaalbeschrijving (tellingen, klassen)
Dossiers/fiches per veld of unit en per vondst of site
→Verschillende bemonsteringsmethoden (sampling strategies)
Nood aan representatieve staal van volledige gebied
Opdelen gehele gebied en subzones
Eenvoudige willekeurig (simple random)
Gestratificeerd willekeurig (stratified random)
Systematisch (systematic)
Combo van 3
Full coverage (veldgrenzen, grids, transecten)
Verzameleenheden ‘units’
o Hoe?welke resolutie?
o Registratie-eenheden:
Vaak: veld als verzameleenheid
Transecten
Grid
Point sampling
Combo voorgaande
CONCLUSIES: VELDKARTERING
Extensief
Goedkoop en logistiek eenvoudig
Niet-destructief en herhaalbaar (<> opgraving)
Diversiteit aan terreinen
Info over iedereen (rijk, arm, Romein, analfabeet) (<>geschiedenis (toplaag))
Bewoningsdensiteiten
Relatie stad-platteland
Per definitie onvolledige data (je vindt maar fractie; alleen wat oppervlakkig ligt, ene beter op te
pikken..)
Conceptuele problemen bij interpretatie (strategie)
o Site? Nederzetting? Dumpingsplaats? Nederzetting?
o Aantal artefacten?
o Soorten sites: villa, boerderij, hoeves
o Site en off-site/non-site<>continuüm met hotspots
o Kwalitatief<>kwantitatief
Uitdagingen:
Partiële data
o Geomorfologische veranderingen (erosie, colluvium, alluvium, aardbeving..)
o Vegetatie (naakt vs total coverage)
o Gebouwen, wegen, tuinen
, Inleiding tot de prospectie en opgravingstechnieken Les 1+2+3+5+6+7
o Differentiële lichtinval
o Toestand ploeglagen (droog, nat, hard, zacht))
o Topografie
o Prospectieduur
o Materiaal
o Ervaring (interesse in bepaalde periodes?)
o Interval en sampling
o Diepere periodes/structuren ontoegankelijk
Conceptueel
o Site? Nederzetting? Vindplaats? (Product van site formatie?)
o Aantal artefacten?
o Soorten sites: villa, boerderij, hoeve
o Site en off site/non site <> continuüm met hotspots
Analyse
o Immense hoeveelheden data
o GIS- en statistiekkennis
1.3 LUCHTFOTOGRAFISCHE PROSPECTIE,
KAARTINTERPRETATIE EN TELEDETECTIE
(Schuine) luchtfotografische prospectie op lage hoogte
Eerst gekende toepassing: Forum Romanum, Giacomo Boni, 1899, luchtballon
-> letters werden opgemerkt
Stonehenge vanuit een ballon, 1906 – eerst vooral bekende monumenten
Vooral militairen die na woII blijven vliegen nadat ze tijdens de oorlog veel opmerkten
vanuit de lucht (bv. Antoine Poidebard, O.G.S Crawford ‘Wessex’ (+cartering))
John Bradford-Cerveteri- Banditaccia necropool: Etruskische tumuli
Roger Agache (pionier na woII)- Picardië in N-Frankrijk (krijtgronden maken het makkelijk)-
grafh euvels
Boom vanaf jaren ’50-’70: kleurfotografi e, meer systemati sche aanpak en vernieuwing
Britten: op landniveau systemati sch vliegen ‘Aerial Survey’ (reconaissance, interpretati on
and mapping)
Militaire toelati ng voor archeologen (begin 21 ste eeuw toestemming)+ explosie
methodologische vernieuwing en democrati sering gebruik luchtfotografi e
Organisati e van de luchtfotografische prospecti e:
Luchtfotografische survey moet gekoppeld zijn aan landschapstudie van de regio (studie
van de bodem essentieel) (nood aan herkenning)
Vertrouwdheid met landbouwbeoefening in de regio (welke gewassen? Wanneer?)
Vergaren van kennis van de occupatiegeschiedenis via bibliografi sche studie van arch
vondsten
Studie van cartografische bronnen (topo’s, verti cale foto’s…)
Logisti eke organisatie van vluchten (drones, vliegtuigen)
Terreincontroles
Systemati sche studie van de luchtsurvey