Amber Ruys I BA3 rechten I 2023-2024
Bestuursrecht
Deel 1: bestuursrecht: definitie, inleiding, functies,
kenmerken en bronnen
1. begrip bestuursrecht
publiekrecht: omvat de rechtsregels die betrekking hebben op de organisatie van de
overheid en op de relatie tussen de overheid en de burgers en tussen de overheden
onderling.
verdere opdeling publiekrecht:
● grondwettelijk recht: bestudeert de vestiging, structuur en uitoefening van het
overheidsgezag, de inrichting van de staatsmachten en hun onderlinge
verhoudingen, en de fundamentele rechten en vrijheden van de burgers
● bestuursrecht
3 mogelijke wijzen van omschrijving:
1. formeel-juridische definitie
2. definitie vanuit de relaties die worden beheerst door het bestuursrecht
3. omschrijving vanuit de materiële bevoegdheid van het bestuur: het begrip openbare
dienst
Formeel-juridische definitie
- organieke benadering
● focus op de organen van die worden gereguleerd door de uitvoerende macht
● = het geheel aan rechtsregels m.b.t. de organisatie, de bevoegdheden en de
werking van de organen die met uitvoerende macht zijn bekleed
○ nuanceren:
1. wie behoort tot de uitvoerende macht?
- GW: Koning en ministers
- provincies en gemeenten
- organisaties en personen → niet in wet
2. driemachtenleer roept een te vereenvoudigd beeld op van
uitoefening van taken moderne staat
- uitvoerende macht:
➔ tenuitvoerlegging
➔ normatieve taak: reglementen
➔ rechtshandhaving en geschillenbeslechting:
bestuurlijke beroepen en regulatoren
- wetgevende macht:
➔ naturalisaties en overheidsopdrachten
1
,Amber Ruys I BA3 rechten I 2023-2024
traditionele verdeling:
staatsmacht functie
wetgevende macht normatieve functie
uitvoerende macht tenuitvoerleggingsfunctie
rechterlijke macht rechtsprekende functie
- functionele benadering
● erkenning dat instellingen / organen die organiek tot de UM worden gerekend,
niet alleen een rol spelen binnen de tenuitvoerleggingsfunctie, maar tevens
binnen de wetgevende / normatieve functie én de rechtsprekende /
rechtshandhavende functie
staatsmacht functie
uitvoerende primair: ten uitvoering van wetten en beleid, niet alleen via individuele
besluiten, maar ook via normatieve besluiten (= reglementen, art 108 GW
/ art 20 BWHI), via taken van handhaving (bv: bestuurlijke sancties), via
taken van geschilbeslechting (bv: bestuurlijke beroepen) of door het
sluiten van contracten
ondergeschikt: zelfstandige normatieve taken die uitdrukkelijk werden
toevertrouwd door de GW, bijz wetten of wetskrachtige normen (art 105
GW / art 78 BWHI)
wetgevende primair: wetgevende en normatieve functie
ondergeschikt: bestuurlijke functies zoals naturalisaties verlenen,
benoemen administratief personeel en quasi-rechterlijke taken zoals
organisatie parlementaire onderzoekscommissie
rechterlijke primair: rechtshandhaving of geschillenbeslechting
ondergeschikt: bestuurlijke functies zoals benoemen personeel
● wie zijn organen vd uitvoerende macht?
○ niet alle staatsorganen worden erkend in de GW
○ Koning en ministers
○ provinciale en gemeentelijke instellingen? → titel III GW
○ bestuurlijke rechtscolleges? → alleen RVS (art 160-161 GW), de
anderen hebben een sui generis statuut
● bestuurlijke rechtscolleges (zie deel 6)
- conclusie: deels organiek, deels functioneel
1. Het bestuursrecht omvat het geheel van regels m.b.t. alle handelingen van de
uitvoerende macht in de ruime zin van het woord, ongeacht of deze
handelingen een bestuurlijke, een normatieve, een sanctionerende of een
geschilbeslechtende inhoud hebben. Uitvoerende macht ruim interpreteren
bv: FWO
2
,Amber Ruys I BA3 rechten I 2023-2024
2. Sommige activiteiten van de uitvoerende macht worden evenwel niet
gereglementeerd door het bestuursrecht. Het gaat om activiteiten die zij
verrichten als privaat bedrijf en waarbij zij dus geen staatsgezag uitoefenen
(zie infra, DEEL IV). bv: NMBS ook commerciële activiteiten
3. Daarbij komt dat het bestuursrecht ook sommige handelingen van de organen
van de wetgevende en rechterlijke macht reguleert, met name wanneer zij
taken van ‘bestuur’ of ‘uitvoering’ uitoefenen. bv: toegang
bestuursdocumenten Vlaams Parlement
4. Ten slotte vormen ook de organisatie en de werking van de lokale besturen
en de bestuursrechtspraak een onderdeel van het bestuursrecht
Definitie vanuit de relaties
- bestuur - rechter - bestuurde bv: vergunning aanvechten
- bestuur - rechter - bestuur bv: toezichthoudende overheid
- rechter - bestuur - overheidspersoneel bv: statuut ambtenaar
Definitie vanuit materiële bevoegdheid
- materiële bevoegdheid: behartigen van openbare diensten dus bestuursrecht = ‘het
recht van de openbare diensten’
- openbare dienst: gaat over diensten die op algemene en voortdurende wijze ter
beschikking moeten staan van hele bevolking en waartoe iedereen effectief toegang
moet hebben.
● maar: ook privé-instanties oefenen die taken uit bv: uniefs
● economische liberalisering
○ bv: electriciteitsmaatschappijen, telefoon, postdiensten
○ vroeger monopolie, EU wetgeving, universaliteitsverplichting en
markttoezicht door regulatoren (= correcties op vrije mededinging)
● nutssectoren hebben cruciale rol gekregen: markttoezicht door regulatoren
2. indeling van het bestuursrecht
Relatie tussen alg en bijz bestuursrecht
- permanente wisselwerking
3
, Amber Ruys I BA3 rechten I 2023-2024
- aanvullende werking algemeen bestuursrecht
Onderscheid organisatierecht, materieel bestuursrecht, procedureel bestuursrecht,
bestuursprocesrecht
- organisatie: organen van bestuur
- materieel: inhoudelijke regels
- procedureel: vormelijke regels en beginselen bij het nemen van beslissingen in
administratieve fase
- procesrecht: procedure voor bestuursrechter
3. functies bestuursrecht
1. legitimerende functie: bieden van rechtsbasis voor bestuur, gelet op
legaliteitsbeginsel
2. waarborgfunctie: waarborgen voor bestuurden in hun relatie tot het bestuur
(democratie – rechtsstaat)
3. instrumentele functie: het bestuursrecht helpt het overheidsbeleid te realiseren
4. kenmerken bestuursrecht
1. autonomie en eigenheid van het bestuursrecht = bestuursrecht als
uitzonderingsrecht
- waarom uitzonderingsrecht?
1) prerogatieven van overheid
- bevoegdheid uitvaardigen EBR (eenzijdige bestuurlijke
rechtshandeling)
● met dwingende recht (priviliège du préalable)
● met uitvoerbare kracht (privilège de l’exécution d’office)
- wetten van openbare dienst
● veranderlijkheidsbeginsel: regels kunnen altijd
gewijzigd worden naar de toekomst toe
● continuïteitsbeginsel: overheid moet blijven draaien
2) specifieke verplichtingen voor overheid
● geen vrije keuze van personeel, aannemers, leveranciers,...
● vormvoorschriften bv: adviezen, inspraak, openbaar
onderzoek, goedkeuring, formele motivering,...
● controle / rekenschap: begrotingsregels, openbaarheid
sommige vergaderingen, openbaarheid bestuursdocumenten
3) afwijkingen van gemeen recht
● specifiek statuut voor het statutair overheidspersoneel >
ambtenarenrecht
● specifiek statuut voor de goederen van de overheid >
domeingoederenrecht
● specifieke contracten > ‘administratieve’ contracten
4