In de 15 hoofdstukken van het boek 'Modern Europe' staat beschreven hoe ons continent, door eeuwen heen, is veranderd. Dit is samengevat om een goed beeld te schetsen over de wereld waarin we leven. Een goede handleiding en samenvatting voor jou!
H1:
1789 is het Franse revolutiejaar en zorgde in tenminste Frankrijk dat de monarchie omver
werd geholpen. Maar ook buiten de Franse grenzen had deze revolutie belangrijke gevolgen.
Frankrijk was namelijk een groot wereldmacht (denk aan economie, maar ook kunst).
Het oude Franse regime
Bijna heel Europa had monarchieën in de 18e eeuw. Ze regeerde vanuit goddelijke macht.
Engeland was een uitzondering, omdat de koning door de Glorious Revolution (1688) niet
meer alle macht had. Huis van Lodewijk de 14e (Zonnekoning) was Versailles. Dit paleis stond
symbool voor de macht van de koning als Frankrijk zelf. In het Frankrijk van die tijd, was het
belangrijk in welke familie je geboren werd om het leven te leiden.
Frankrijk van die tijd had drie standen:
1. Geestelijke
2. Adel
3. Het volk
Handel in Frankrijk en de ontwikkeling van industrie zorgde voor een groei in de nieuw
sociale klasse.
Frankrijk was overwegend katholiek. Religieuze feesten waren dan ook erg belangrijk.
Einde achttiende eeuw en begin negentiende eeuw werden door de Verlichting en de Franse
revolutie huidige instituties erg beschadigd. Later volgde ook de industriële revolutie.
Ideologie Verlichting: nadruk op de kracht van de menselijke geeft en individu te bevrijden en
samenleving verbeteren. Kennis alleen uit ervaring, experiment en observatie.
Filosoof Kant schreef hierover (1784): ‘Sapere aude!’ Heb de moet je eigen inzichten te
gebruiken. Engelsman Locke zei: ‘kennis uit ervaring. Ook zei hij dat politieke
gemeenschappen worden gevormd door instemming van het volk. Montesqieu bedacht in
deze tijd ook de scheiding der machten (uitvoerend, wetgevend en rechtelijke macht).
Rousseau zei dat volk en overheid moeten onderhandelen via een sociaal contract voor de
vrijheid van de mens.
De encyclopedie verscheen in die tijd om deze ideeën te bundelen.
De Verlichting was niet de oorzaak van de Franse revolutie. Mede door deze filosofen is het
onafhankelijkheidsverklaring van Amerika in 1787 getekend.
De Verlichtingstheorieën waren inspiratie voor het liberalisme, socialisme en het
communisme.
Belangrijkste van Verlichting is dat het de basis legde voor mensenrechten,
volkssoevereiniteit, tolerantie en respect voor de wet herkennen we in het huidige Europa
nog steeds.
H2:
1789 wordt gemarkeerd als een belangrijke gebeurtenis. Het gaat over een grotere
gebeurtenis. 1789 was de bestorming van de Bastille en de verklaring van de rechten van de
mens. Lodewijk de 16e werd pas in 1792 onttroond en in 1793 geëxecuteerd. In 1799 pakte
Napoleon de macht, dit zorgde ervoor dat de revolutie merkbaar was in Europa. De revolutie
eindigde bij de omverwerping van Napoleon in 1815.
,Frankrijk emancipeerde snel (alfabetisering en industrie). Bourgeoises is de middenklasse in
Frankrijk. Zij drongen vooral aan op vooruitgang. Dit drong door op het volk, gevolg dat men
meer stem wilde (publicatie van boeken etc. zorgde hiervoor). Adel en machthebbers hoefde
geen belasting te betalen, wat later zorgde voor economische tekorten. De gevolgen van
oplopende schulden en ineffectieve belastinginning zorgde ervoor dat Frankrijk kampte met
schulden. Mede door Amerikaanse koloniën. Hierdoor geen economische groei. Dit maakte
dat er onvrede heerste in het Franse volk.
Nog een probleem was de verzwakking van de monarchie. Vanaf Lodewijk de 16e werd dit
minder. Hij kon niet goed met zijn ministers omgaan en zat in ‘quarantaine’ in Versailles.
Hierdoor was hij minder in contact met zijn volk. Lodewijk de 16e wilde het belastingstelsel
aanpakken. Het stemmen was niet eerlijk (derde stand had maar 1 stem, terwijl dit het
grootste gedeelte van de bevolking was). Op 14 juli 1789 was de bestorming van de Bastille,
omdat het volk ontevreden was. Dit is tot de dag van vandaag een nationale feestdag. Hierna
werd gezag van de koning snel afgenomen en volkssoevereiniteit werd groter. Reactie
hiervan was dat boeren bevrijd werden van hun betalingen.
Belangrijk: 26 augustus 1789 de verklaring van recht van mens en burger werd getekend (net
als eerder in Amerika). Echter wilde de koning deze verklaring niet tekenen, waardoor
sommige mensen deze verklaring niet officieel zagen. Men vond dan ook dat de koning naar
Parijs moest komen om het volk te begrijpen.
In juni 1791 werd nieuwe grondwet getekend: een macht om wetgeving uit te stellen, maar
niet te verslaan.
Val monarchie is de oorzaak van volksdemocratie en algemeen kiesrecht voor mannen.
Niet langer gearresteerd in de naam van de koning, maat staat.
1799 krijgt Napoleon de macht.
Napoleon Bonaparte
Napoleon kroont zichzelf in 1802 tot keizer van Frankrijk. Napoleon was voor de Franse
revolutie en ging hand en hand met de katholieke kerk. Grondlegger van rechtssysteem in
Europa door Napoleon’s code. 1810-1812 hoogtepunt Napoleon zijn rijk. Napoleon was geen
revolutionaire, maar stond achter de gedachtegang van de Verlichting. Hij verspreid dit ook in
heel Europa. Napoleon wekte de geest van het nationalisten op. Zij namen het idee over,
omdat ze die soevereiniteit ook wilden. Napoleon moest na slagveld in Rusland naar eiland
Elba voor ballingschap. Ontsnapte na een jaar, maar verloor in Waterloo. Toen naar Sint-
Helena (afgelegen eiland waar hij overleed in 1821).
Hierna werd koning Lodewijk de 18e koning van Frankrijk. Hij borduurde voor op de vrijheid
van meningsuiting die Napoleon had vormgegeven. Hierna zo’n 100 geen oorlog in Europa.
De Franse republiek van 1792 is het eerste moderne experiment van democratie in Europa.
Conclusie: wat in Frankrijk gebeurde, heeft in Rusland voor de moderne revolutionaire
beweging gezorgd.
, H3
De industriële revolutie vond plaats tussen 1750 en 1850 en voornamelijk in Groot-
Brittannië. Vond tegelijkertijd plaats met Franse Revolutie. Het verschil was dat de industriële
revolutie vooral gevolgen had voor de economie en de ander voor de politiek. De rest van
Europa maakte pas in 1820 deel uit van de industriële revolutie. Deze revolutie had ook grote
sociale en politieke gevolgen. Zo ontstond er een nieuwe groep in de samenleving: de
stedelijke arbeidsklasse (proletariaat).
Engeland was het perfecte land om de industriële te beginnen. Ze hadden namelijk een goed
geëduceerde bevolking, genoeg grondstoffen en gemakkelijke handelsroutes. De revolutie
startte in de landbouw. Ook was het land van de boeren onder weinig adel verdeeld.
Hierdoor kon men een grote voedselproductie in gang zetten. Doordat het platteland werd
overgenomen, verhuisden mensen naar de steden om te werken. Dit is verstedelijking en
industrialisatie. Vooral katoen werd in Engeland gemaakt. Engeland exporteerde deze aan
Amerikaanse slaven. Amerika exporteerde het ‘ruwe katoen’ dan eerst. Zo ontstond er een
handelsrelatie en dus een economische groei in beide landen.
Ook moesten er grotere gebouwen gebouwd worden om arbeiders te huisvesten. Ook was
de eerste spoorlijn in deze tijd een feit. Omdat het produceren van deze spoorlijnen voor
extreem veel vraag grondstoffen had, werden er al snel nieuwe fabrieken gebouwd. Dit was
de basis van de moderne industriële economie. Filosoof Smith concludeerde toen al dat de
regering alleen mocht handhaven en geen macht mocht uitoefenen.
De industrie veranderde meer dan alleen de economie. Het veranderde ook de werkplek, het
gezin en het dagelijkse leven. De arbeiders die naar de steden trokken hadden vaak geen
luxe. Zo waren de steden door weinig financiële en administratieve middelen vaak erg vuil en
vies. Ook was het werk vaak vies en was er weinig sociaal contact.
Dit maakte dat arbeiders steun bij elkaar gingen zoeken. De eerste vakbond werd een feit. Dit
was eigenlijk ten strengste verboden. De vakbond heette Charisten. Zij eiste algemeen
kiesrecht voor de man en afschaffing van de eigendomsvereisten. Toch duurde het nog zo’n
dertig jaar voordat dit werd doorgevoerd. Arbeiders bedachten radicalere oplossingen,
waaronder het socialisme en de omverwerping van het kapitalisme.
Schrijver Engels bracht een boek uit over de arbeiders en werd bevriend met schrijver en
filosoof Marx. Samen schreven zij Het Communistisch Manifest. Het doel was dat arbeiders
gingen verenigen. De industriële revolutie zorgde er ook voor dat meerdere mensen zich
gingen bemoeien met sociale en politieke kwesties. Woorden als liberalisme, radicalisme,
socialisme en nationalisme werden allemaal voor het eerst gebruikt in Engeland tussen 1820
en 1850.
De industriële revolutie werd ook wel het Victoriaanse tijdperk genoemd, omdat koningin
Victoria destijds aan de macht was in Engeland. Ook ontstonden bibliotheken en theaters in
deze tijd
In deze periode werd ook de Romantiek geboren. Dit was een reactie op zowel de Verlichting
als de beide revoluties. Motto van de Romantiek was dat niet wetenschap iets kon bewijzen,
maar gevoel een grote rol speelde.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur niels130303. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.