Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Politicologie (), Stefaan Walgrave (15/20) €8,59
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Politicologie (), Stefaan Walgrave (15/20)

 53 vues  1 fois vendu

Een volledige samenvatting gebaseerd op alle lesopnames, powerpoints & boek. Uitleg bij moeilijke woorden. Ook staan er een aantal belangrijke zaken in die werden aangekondigd in de hoorcolleges. Voor het 1ste bachelorjaar, , olv Stefaan Walgrave & Jonas Lefevere

Aperçu 4 sur 71  pages

  • 17 janvier 2024
  • 71
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (3)
avatar-seller
estellapeleman
Politiek (Hoofdstuk 1)
o Inleiding

Belang van politiek:
Liberalen (de blauw)=> overheid niet te veel regels, zo veel mogelijk vrijheid
Socialisten (de groene) => overheid mag zich met veel dingen moeien
Resultaat=>linkse hebben gewonnen, overheid heeft veel te zeggen.

Vb. invoeren autogordel 1975=> veel verzet (privézaak), wat moet de overheid doen?
Gevolg=> 30.000 minder doden (geschat), doden kosten geld -> Politiek heeft dus impact
o Maar er is ook dynamiek, overheid heeft niet over alles even veel controle, vb.
transmigratiecrisis, vluchtelingencrisis, radicalisering, corona, energie, oorlogen,…
o Voortdurende spanningen tussen evoluties in de samenleving, en de overheid (in dit
geval de uni) die achter de feiten aanloopt, om het probleem onder controle te krijgen
(studenten die Chat GPT gebruiken)
o Samenleving is enorm veranderd door technologie (Facebook, Twitter,..)
 Politicoloog: Luc Huyse => Algemeen verschijnsel dat de politiek zijn greep
verliest
 Politiek heeft effect op je persoonlijke leven
o Historisch perspectief: als je werkloos bent=> kan je werkloosheidsuitkering via
vakbond krijgen
o Comparative politics (zie pwp)

Hoofdstuk 1:
 Politiek
 Politiek heeft betrekking op het sturen van een samenleving.
 Ook in gezinnen, vb. krijgen van zakgeld, manipuleren van de ouders,…
 Er moet gestuurd en geregeld worden, afspraken maken als mensen iets samen willen
doen, opschrijven op papier
 Omgaan met verschillen en conflicten=> bv. Te weinig zakgeld volgens de mama en
te veel volgens de papa
 IS OVERAL WAAR ER REGELS BESTAAN
 Definitie: Politiek is alles wat te maken heeft met het besturen van een samenleving.

Variaties in politiek
1.) Territorium
 De Katholieke Kerk: hebben bepaalde regels over wat goed gedrag is en wat niet,
ethische regels=> groot geheel van regels
-Niet aan territorium gebonden
 Islam: Vallen territorium en religie wel samen
 Territorium gebonden politiek, dus iedereen die op dat grondgebied woont volgt de
regels=> dat is de pol als we over pol wetenschappen spreken
 Niet mee eens? Opl.: Verhuizen
 Definitie: staat is een samenlevingsverband die een bepaald territorium bestuurd waar
geen macht boven is.
 Waarom Vlaanderen geen staat? => Omdat Belgie daarboven zit
 Waarom Belgie wel staat? => Omdat Belgie op elk moment kan beslissen om uit de
Europese Unie te stappen => zijn soeverein

, Staat: hoogste soevereine gezag, bv. Schotten tegen brexit, maar moesten meedoen
met GB, tegen hun goesting uit EU,
 MAAR Schotland geen land/staat=> GB boven schotten staat

2.) Cultureel
 Hoe ver kan de politiek gaan, de meningen van mensen van wat er allemaal politiek
geregeld kan worden. Wat is de reikwijdte?
 Staten deden vroeger bijna niks, behalve
1.) Belastingen innen, die te gebruiken om een leger op been te brengen om de staat
tegen buitenlandse agressors.
2.) Justitie/ politie apparaat om interne vrede te bewaren.
 Bv. Nu wordt Chat GPT gebruikt om na te gaan als mensen leningen mogen aangaan
of niet, vroeger werd dit niet gedaan.
 Steeds meer vraag om domeinen politiek te reguleren.
 Bv. Bepaalde regels over mensen: moeten minimumloon krijgen, moeten in een shift
van 12 uur genoeg pauze krijgen, mogen naar toilet gaan, …
 Politieke ingrijpen drastisch gestegen, vroeger mochten homohuwelijken niet,
noch kinderen adopteren. Op café mag je nu ook niet meer roken.

3.) Vormen (zie pwp)

o Wat doet een politicoloog?
 Doel = regelmaat ontdekken in fenomenen
Bv. De vaststelling dat mannen meer voor Vlaams Belang stemmen en
vrouwen meer voor groen
 Sociale werkelijkheid = complex
Bv. Peiling, als politieke partijen weten dat de peiling nadert gaan ze extra hun
best doen om op tv te komen en op te vallen. (reflexief)
 We proberen met variabelen te werken (= kenmerken van mensen om te
schatten wie wat gaat doen, …)
 Posities en rollen determineren gedrag, mensen gedragen zich anders; bepaald
door hun omgeving. Individuen worden beinvloedt door wat mensen
verwachten en willen dat ze doen.
Bv. Je hebt bepaalde verwachtingen: Een prof die zich deftig kleed en
Standaard Nederlands praat, …
 Patronen zie je door te vergelijken
1.) Veel waarnemingen (grote n)
2.) Goed gekozen waarnemingen (kleine N)

 De mens is geen satelliet= sociale wetenschappen is veel moeilijker dan alle
andere exacte wetenschappen.
 Waarom onze wetenschap niet exact? Menselijk gedrag is moeilijk voorspelbaar, er
zit veel meer marge tussen, veel meer variatie.

Politieke wetenschappen
 Veel groepen praten over politiek, zoals: burgers, journalisten,…
 Pol wetenschappers geven best niet te veel standpunten.
1.) Intellectuele distantie:
 Niet zeggen hoe het moet + zelf deelnemen

,  Open verslag van je bevindingen, wetenschappers zijn transparant,
journalist wilt niet transparant zijn=> bronnengeheim
2.) Wetenschappelijke methode:
 Vele bewuste waarnemingen
 Proberen te vergelijken, met verschillende situaties vergelijken
 Situaties zo representatief mogelijk voorstellen, bv.: kijken naar
facebook, politici communiceren anders op facebook dan in de
krant.
 Vergelijking: gemeenteraad van Ieper in West-Vlaanderen,
verwachting: rapper dialect.
 Analyseren? Kwantitatief of kwalitatief? Kwalitatieve studie van 1
politicus, inzoomen op 1 politicus, veel waarnemingen als gevolg.
Kwantitatief= naar veel politici kijken en dan meer oppervlakkige
waarnemingen en besluiten hebben.
 Onderzoek moet repliceerbaar zijn, moet te controleren kunnen
zijn.
 Commulatief: iets toevoegen, iets nieuws erboven op doen, iets wat
wij bouwen + iets erop/ toevoegen.
Instrumenten van (politieke) wetenschap
1.) Concepten
 Particratie: mate waarin partijen greep hebben op het beleid, niet
altijd goeie zaak.
2.) Modellen
 We gebruiken variabelen waarbij we denken dat ze invloed hebben
op een bepaald gedrag
3.) Theorieen


Politiek ( Hoofdstuk 2)
o Grondwet (1)
 1ste en belangrijkste regel van het land
1.) Zegt hoe andere regels gemaakt moeten worden
2.) Bevat basisregels van het functioneren van politiek systeem
 Bv.: pariteit van de regering
Het streven naar evenredige vertegenwoordiging van verschillende politieke partijen of
facties in een regering of een regeringscoalitie. Dit houdt in dat verschillende politieke
groeperingen, vaak met verschillende ideologieen of belangen, proportioneel
vertegenwoordigd zijn in de regering. Het kan belangrijk zijn voor stabiliteit in een politiek
systeem.
 Bv.: Genderpariteit; kan ook verwijzen naar het nastreven van een gelijke
vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de regering. Landen en organisaties
kunnen quota of andere maatregelen instellen om genderpariteit te bevorderen.
3.) Bevat grondrechten van burgers

 Grondwet is algemeen en werkelijke politiek staat er ver van af (bv. Politieke
partijen staan niet in GW)
o GRONDWET (2)
 Om grondwet te veranderen in belgie=> extra voorwaarden

,  Burgers zouden verkiezingen moeten houden voor bepaalde regels
van de GW. Op voorhand ervoor zorgen dat er geen meerderheid is
in het parlement.
 2/3de meerderheid nodig. Vlamingen in de meerderheid in het
parlement, maar altijd zullen er ook Franstaligen moeten meedoen.
In VS: 2/3 in nationale parlement en 75% van de staten =>
Grondwet verandert daarom bijna nooit, bijna nooit genoeg
meerderheid. Wapenbezit= meeste Amerikanen erover eens dat
wapens zouden moeten afgelast worden op straat, maar wordt niet
afgeschaft, want in grondwet.
 Dus => heel moeilijk wijzigbaar (staatshervorming bij ons)
 Communautair polariseren: zonder met de Franstalige te bespreken,
in beide groepen moet er steun zijn.
o Grondwet (3)
 Vrijheid van meningsuiting, vereniging, pers, godsdienst (=
voorwaarde voor vrije verkiezingen en democratie)
 Meer en meer: moderne socio-economische rechten (zoals: onderwijs,
aan iedereen een gezonde leefomgeving bieden, …)
 MAAR: deze rechten niet individueel afdwingbaar (bv.: mensen die
aan autostrade wonen, of door werken zeer veel fijn stof in huis
krijgen, …)
 Rechters hebben verklaard dat overheden te weinig doen aan klimaat
 Mensen met handicap ook nieuwe grondwet voor gezorgd, zodat ze
alle zorg krijgen die ze nodig hebben.
o Grondwet (4)
 In sommige landen wordt de grondwet niet opgeschreven
 Bv.: GB: historisch gegroeid geheel van teksten en gewoonten –
Magna Carta 1215.
 Geen grondwettelijk hof om te belissingen van parlement aan te
vechten (zwakkere positie van burgers).
 => veel machtiger
 Britse burgers zijn meer de speelbal van de Britse politici, bij ons niet
geval
 Poging tot EU-grondwet: doelstellingen Unie en basisrechten burgers
 Mislukt : negatieve referenda in Frankrijk en Nederland (2005)
 Europa zou te veel lijken op een superstaat met zo een grondwet
 Grote discussie: christelijke waarden benadrukken
 Macht (1)
 Er valt niet aan de staatsmacht te ontkomen
 Bindende regels opleggen en afdwingen= macht
 Democratie
1.) Bewindsvoeders krijgen macht van volk
2.) Als macht is afgestaan, dan gehoorzamen
 Macht (2)
 Macht is de mogelijkheid van A om te zorgen dat B een handeling stelt
die B anders niet zou stellen.
 Bv.: wij studenten hebben macht over de prof door luid over hem heen
te praten of studentenevaluaties, maar prof beinvloed ook ons
gedrag=> punten/examen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur estellapeleman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52510 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,59  1x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté