Forensische psychiatrie van
kinderen en adolescenten –
SAMENVATTING CURSUS –
2023/2024
Belangrijk:
- Ook Powerpoints leren
- Ook extra lesmateriaal (teksten) op Canvas leren
Examen: Schriftelijk examen, gesloten boek
- Reproductie vragen – Handboek/slides
- Inzicht vragen – Koppeling tussen hoofdstukken
- Casusvragen – Klinisch beeld herkennen: primaire, secundaire hypothesen, en eventuele
differentiaaldiagnose
1
,1. Deel 1: Inleiding
1.1.Hoofdstuk 1: Het vakgebied kinder- en jeugdpsychiatrie
Veel kinderen en jongeren hebben tijdens hun ontwikkeling een kortere of langere periode waarin
hun gedrag problematisch is. Dan hoeft er geen sprake te zijn van een psychiatrische stoornis. Deze
problemen kunnen tijdelijk zijn en er is meestal geen professionele hulp nodig. Zijn deze problemen
ernstig of langdurig en wordt het dagelijks functioneren beperkt dan kan er sprake zijn van een
psychische stoornis en dan is er wel professionele hulp nodig.
Tijdelijke problemen => Geen hulp noodzakelijk / Ernstige of langdurige problemen functioneren
beperken => Stoornis + professionele hulp noodzakelijk.
Hulp kan geboden worden door de jeugd-geestelijke-gezondheidszorg. Met de kinder- en
jeugdpsychiater en een medisch specialist. Ze werken nooit alleen maar samen met professionals van
andere disciplines. Dit hoofdstuk gaat over het vak kinder- en jeugdpsychiatrie, wat is het, wie is
betrokken en hoe onderscheidt het zich van psychiatrie voor volwassenen.
1.1.1. Kinder- en jeugdpsychiatrie
Dit is een medisch specialisme. Ze diagnosticeren en behandelen kinderen en jongeren met
psychische stoornissen. (Definitie !)
Kinderen: 0 – 11 / jeugdigen of adolescenten: 12 – 18
1.1.2. Psychische stoornis
Dit is een samenstel van problemen op gebied van cognitieve functies, emotieregulatie of het gedrag
van een persoon. Problemen zijn een uiting vaneen disfunctie in psychologische, biologische of
ontwikkelingsprocessen die invloed hebben op het psychisch functioneren. Stoornissen gaan gepaard
met lijden en of sociaal disfunctioneren. (Definitie!)
Vb: Een druk vierjarig jongetje dat na schooltijd thuis moeilijk stil kan zitten, plezier heeft en
tijdens het spelen graag hard praat vertoont normaal gedrag, maar een achtjarige die geen
moment stil kan zitten, op school problemen heeft met concentreren, voortdurend andere
kinderen lastigvalt, altijd alles vergeet, voortdurend in de problemen komt vanwege zijn
impulsieve gedrag en thuis niet luistert, heeft gedrag dat op een psychische stoornis kan
duiden.
1.1.3. Psychopathologie
Wetenschappelijke fundament vormt het domein van psychopathologie. Dit is een wetenschap of
studie van het geestelijk of psychisch lijden, met theoretische en empirische kennis van psychische
stoornissen en processen die tot stoornissen leiden. Voor kinder- en jeugdpsychiatrie wordt er een
dimensie toegevoegd, ontwikkelingsperspectief. Kennis van lichamelijke, cognitieve, emotionele en
sociale ontwikkeling is noodzakelijk om vragen te stellen bij het ontwikkelingsverloop van normaal en
afwijkend gedrag. Het is een geheel aan opvattingen, methoden en vraagstelling om beter begrip te
krijgen van afwijkend gedrag met het oog op ontwikkelingstaken.
Psychiatrie verenigd twee benaderingen: Empathisch begrijpend (verstehende) vs een systematisch,
rationeel-verklarende of erklärende. Dit zijn enerzijds de algemene wetmatigheden samen met
wetenschappelijke kennis en intuïtief-empathisch begrijpen van unieke kenmerken en achtergronden
van het individu. Er wordt rekening gehouden met het kind en het gezin dat lijdt en invloed heeft op
het ontstaan en beloop van de stoornis.
2
,1.1.4. Context
Ontwikkelende kinderen of jeugdigen zijn afhankelijk van het gezin, school en leeftijdsgenoten die
invloed hebben op het ontstaan en beloop van stoornissen. Daarom noodzakelijk deze complexe
systemen te hanteren bij de diagnostiek en behandeling. Instellingen werken multidisciplinair, een
samenwerking met andere medische specialisten en kennis van combinatie van lichamelijke en
psychische problematiek. De kinder- en jeugdpsychiatrie richt zicht op de diagnostiek en behandeling
van ernstige problemen die het dagelijks functioneren belemmeren en die voor lijden zorgen.
Psychische stoornissen zijn zo ernstig en kunnen zo complex zijn dat kennis van en ervaring met
biologische en psychosociale processen die tot stoornissen kunnen leiden noodzakelijk zijn. We
willen zorg dicht bij het kind en zijn gezin bieden.
1.1.5. Verschil met volwassenpsychiatrie
Kinderen zoeken meestal niet zelf hulp
Kinderen zijn afhankelijk van het gezin en hebben nauw verband
Bij beoordelen van problemen speelt ontwikkeling een centrale rol
Bij diagnostisch onderzoek spelen andere informatiebronnen een belangrijke rol
Interventietechnieken en de organisatie van zorg wijken af van die van volwassenen
1.2.Hoofdstuk 2: Diagnostiek
Wijkt sterk af van diagnostiek bij volwassenen. Het ontwikkelingsniveau en de rol van andere
informanten en de aard van de problemen vergen specifieke vaardigheden en kennis van diegene die
het onderzoek uitvoert. Dit hoofdstuk gaat over de opbouw van het psychiatrisch onderzoek en biedt
overzichten onder anderen van het vraaggesprek.
1.2.1. Inleiding
Diagnostische proces bestaat uit twee onderdelen: Dit is nodig om de beste behandeling te kiezen.
Het verkrijgen van informatie over klachten en symptomen => Diagnostisch onderzoek
Het maken van een samenvattende conclusie => Stellen van diagnose
1.2.2. Meerdere informatiebronnen
Gedrag kan sterk variëren, afhankelijk van de context.
Vb: Er zijn kinderen die in de klas druk en ongeconcentreerd zijn maar thuis niet. Dit kan
komen doordat er in een klas eisen gesteld worden waaraan zij niet kunnen voldoen. Het is
mogelijk dat deze kinderen in de thuissituatie waar zij veel meer hun gang kunnen gaan
minder druk en ongeconcentreerd zijn.
Om een goed beeld te krijgen van de problemen is het nodig om informatie vanuit verschillende
bronnen te krijgen. Er zijn vier belangrijke:
Ouders: Goed op de hoogte van het functioneren in de thuissituatie. Hun visie is
doorslaggeven bij het zoeken van hulp.
Leerkrachten: Hebben informatie over de schoolprestaties en het sociale functioneren. Zij kunnen
gedrag observeren in een taakgerichte situatie maar ook vergelijken met andere kinderen.
Kinderen en jeugdigen zelf: Informatie geven over hun eigen gevoelens en gedachten en
inzicht geven in activiteiten buitenshuis die zijn liefst verborgen houden.
Hulpverleners: Zij hebben de gelegenheid om het kind te onderzoeken. Een arts kan een
lichamelijk onderzoek voeren en een psycholoog kan de cognitieve functies onderzoeken.
3
, De informatie van deze informanten kan verschillen of tegenstrijdig zijn. Dit is afhankelijk van de
relatie, context of perceptie van de persoon.
1.2.3. Hoe wordt diagnostische informatie verkregen?
Verzamelen van diagnostische gegevens is een proces van opsporen van kenmerken die het individu
onderscheid van anderen. Deze kenmerken kunnen onder anderen het probleemgedrag zijn. Er zijn
drie methoden om deze gegevens te verkrijgen:
Ongestructureerde methoden (bv: gesprek met ouders of kind)
Gestructureerde methoden (bv: laten invullen van een vragenlijst)
Gestandaardiseerde tekst of onderzoeken (bv: lichamelijk onderzoek)
1.2.4. Onderdelen van het diagnostisch onderzoek
Het psychiatrisch diagnostisch onderzoek van kinderen bestaat uit vijf componenten verdeeld over
drie informatiebronnen:
Info ouders => Reden voor hulp, hoofdklacht, dagelijks functioneren, familieamnese, …
Info leerkracht => Leerprestaties, gedrag in klas, orde, verzorging, contact ouders, relatie medestudenten, …
Info kind
o Onderzoek naar cognitieve functies en sociaal emotioneel functioneren
o Lichamelijke en technisch onderzoek
o Gesprek met kind of jeugdige + observaties tijdens gesprek
1.2.5. Het hulpverleningsproces
Proces van aanmelding voor hulp tot en met de evaluatie van het functioneren na de behandeling.
Dit kan aangepast worden naargelang da aard van de problemen en de situatie.
1.2.6. De aanmelding
Verschillende partijen gaan gespecialiseerde hulp noodzakelijk achten. Maar het zijn de ouders die
deze beslissing nemen, maar naarmate het kind ouders is zal zijn medewerking een voorwaarde zijn
voor het krijgen van hulp.
4