Gemeenschapsgericht werken
Klemtonen
- Idealen en addertjes
- Ervaringskennis
- Competenties van professionals
VERMAATSCHAPPELIJKING’: WHAT’S IN A NAME?
1. Vermaatschappelijking is hot
• Populaire term met een hoge aaibaarheidsfactor
• Tegelijk: containerbegrip dat vele ladingen dekt
Dezelfde terminologie, andere invulling/visie
Onderhevig aan discussie en kritiek
Positieve en negatieve lezing
POSITIEVE LEZING
• Recht op een volwaardige deelname aan de samenleving
• Ondersteuning in (i.p.v. weg van) de samenleving
NEGATIEVE LEZING
• Zorg door de gemeenschap in plaats van door professionals
• Professionals zijn te duur, er zijn te veel zorgvragen
2. Socio-historische ontleding
LAAG 1: DE SOCIALE RELATIE TUSSEN OVERHEID EN BURGERS
1830: Klassiek-liberale staatsopvatting
De overheid komt zo min mogelijk tussen in private aangelegenheden.
Eind 19de eeuw: sociale kwestie
Slechte leefomstandigheden en grote kindersterfte zorgden voor sociale onrust.
Eind 19de – begin 20ste eeuw:
Van afstandelijke naar sociale relatie tussen overheid en burgers/gezinnen
- Bv. 1914: Invoering leerplicht
- Bv. Gesubsidieerde liefdadigheid
- Bv. Sociaal beleid & sociale voorzieningen
LAAG 2: DEÏNSTITUTIONALISERING EN ‘COMMUNITY CARE’
1960/1970: Kritiek op de residentiële zorg
- Sluiting grote psychiatrische instellingen
- Begrip ‘Community care’: Extramuralisering van de zorg
- Onderscheid in de (gezondheids)zorg tussen eerste, tweede, derde & nulde lijn
,LAAG 3: SOLIDARITEIT
Koude solidariteit
- Na WOII: Uitbouw van de verzorgingsstaat
- Via de sociale zekerheid:
- levenslange sociale bescherming voor iedereen (o.a. door belastingen)
(bv. gezinsbijslag, pensioenen, werkloosheidsuitkering,
ongevallen-/ziekteverzekering,….)
- solidariteit tussen mensen die elkaar niet persoonlijk kennen
(‘koud’ = rationeel, vanop afstand)
Warme solidariteit
- Leidend principe: subsidiariteit
- Zorg wordt in de eerste plaats verwacht in de informele en private sfeer.
(‘warm’ = dichtbij, rechtstreeks)
- Burgers worden aangesproken op een ‘morele plicht’ om de zorg en ondersteuning voor
medeburgers feitelijk op te nemen.
- Burgers beslissen zelf over de spelregels: wie dit ‘verdient’ en wie niet.
3. Nieuw begrip? Of historische constante?
- Vormgeving aan de relatie tussen overheid en burgers
- Rol van formele hulpverleners (professionals) en informele hulpverleners (mantelzorg, buren,
vrijwilligers,…)
- Verbonden met solidariteitsopvattingen
De huidige context
4. ‘Vermaatschappelijking’ in het recente beleidsdiscours
“Verschuiving binnen de zorg waarbij ernaar gestreefd wordt om mensen met beperkingen (van
lichamelijke, verstandelijke of psychische aard), chronisch zieken, kwetsbare ouderen, jongeren met
gedrags- en emotionele problemen, mensen die in armoede leven,… met al hun mogelijkheden en
kwetsbaarheden een eigen zinvolle plek in de samenleving te laten innemen, hen daarbij waar nodig
te ondersteunen en de zorg zoveel mogelijk geïntegreerd in de samenleving te laten verlopen. ”
(Vandeurzen, 2012)
“De lokale besturen nemen ten volle hun regierol op inzake de vermaatschappelijking van de zorg. Dit
betekent dat ze voluit ondersteuning geven aan de mantelzorgers, vrijwilligerszorg en buurtzorg.”
(Vlaamse Regering, 2019)
“We blijven verder inzetten op de vermaatschappelijking van de zorg.” (Vlaamse Regering, 2019)
5. Een verhaal in verschillende sectoren
- Geestelijke gezondheidszorg Art. 107
,“De Koning kan in specifieke financieringswijzen voorzien om, op experimentele basis en beperkt in
de tijd, een prospectieve en programmageoriënteerde financiering van zorgcircuits en netwerken
mogelijk te maken.” (Vlaamse Regering, 2008)
- Ondersteuning voor mensen met een beperking Perspectief 2020
“Gewoon als het kan, bijzonder als het moet.”
- Integrale Jeugdhulp
“De jeugdhulpverlening ‘vermaatschappelijken’ of met andere woorden maximaal een beroep doen
op de eigen krachten van de gebruikers van de jeugdhulpverlening en van hun omgeving.” (Vlaams
Parlement, 2013)
- Ouderenzorg
“Een leeftijdsvriendelijk Vlaanderen versterkt de positie van de ouder wordende personen in de
samenleving, beklemtoont hun eigen regie en biedt toegankelijke en kwaliteitsvolle zorg en
ondersteuning op maat en tegemoetkomingen wanneer kwetsbaarheid de overhand neemt.”
(Vlaamse Regering, 2022 – Vlaams ouderenbeleidsplan 2020-2025)
6. Centrale begrippen
- Deïnstitutionalisering
- Community care
- Inclusie
- Verbinding, netwerken
- Contextgericht werken
- Eigen kracht, zelfredzaamheid
- Vraagsturing, zelfbepaling
- Respijtzorg
- Solidariteit: koud warm?
7. ‘Vermaatschappelijking’ genereert kansen
- Vermaatschappelijking streeft naar een solidaire samenleving.
- Erkenning dat elke burger recht heeft op een volwaardige plaats in de samenleving én het
recht heeft die mee in te vullen.
(~ Recht op participatie en zelfbepaling)
- Erkenning van de kracht en de eigen expertise van burgers.
- Voorkomt dat mensen gereduceerd worden tot hun problemen.
- Voorkomt dat mensen geïnstitutionaliseerd worden en daarbij geen deel meer uitmaken van
de samenleving.
- Stimuleert zorginnovatie.
- Opent de ogen voor de mogelijkheden in de buurt en eigen leefomgeving.
9. Mogelijke risico’s en valkuilen
Inclusief burgerschap: structurele en sociale component
• Fysieke aanwezigheid ≠ erbij horen, deel uitmaken van
Inclusief burgerschap: structurele en sociale component
• Fysieke aanwezigheid ≠ erbij horen, deel uitmaken van
, • Is de samenleving hier klaar voor?
Verbinding, autonomie en participatie, MAAR…
• Gebrek aan sociale cohesie als probleem én oplossing?
• Mensen in kwetsbare situaties moeten het meest beroep doen op hun (kwetsbare)
netwerk (als dat al bestaat).
Verbinding, autonomie en participatie, MAAR…
• Gebaseerd op een fictief mensbeeld: de mondige, gemotiveerde, autonome en rationele
burger
• Nadruk op eigen verantwoordelijkheid en autonomie kan nadruk op eigen schuld
worden
• Mogelijkheden creëren en voorwaarde vervullen voor participatie ≠ mensen dwingen tot
participatie
• Te sterk en onterecht dichotomisch denken:
autonomie (thuis) – afhankelijkheid (professionele zorg)
Positieve aspecten:
• Langer in de omgeving minder isolement
• Komt meer vanuit zichzelf
• Banden sterker tussen netwerk en persoon
Aandachtspunten:
• Tekort aan bedden
• Netwerk minder zorg
• Veel belasting persoon
• Stap na opname naar huis