Theoretische orthopedagogiek
Hoofdstuk 1: Alle orthopedagogisch handelen is agogisch handelen
1. Inleiding
2. De begrippen agogie(k) en ‘Theory of changing’
Agogie
Agogie of het agogisch handelen staat voor “de intentionele, niet wederkerige beïnvloeding door één
of meerdere personen gericht op een wenselijk geachte wijziging, door de cliënt ervaren als
welzijnsbevordering” (ten Have, 1973).
Een agoog is een ‘veranderaar’, ‘iemand die anderen begeleidt om hen door middel van hun eigen
handelen tot gedragsveranderingen te laten komen (Winkelaar, 2004)
“De agoog geeft steeds opnieuw vorm aan het alledaagse, juist voor die mensen voor wie het
alledaagse niet zo gewoon is” (Feijet al., 2006)
Agogiek
Definities:
Agogiek, zo schrijft Koffeman (1976), “is een verzamelnaam voor de leer van het leiden,begeleiden
van mensen, ongeacht hun leeftijd, op een beroepsmatige manier.”
Agogiek is “de leer die aanwijzingen en richtlijnen geeft voor de manier waarop individuele personen,
groepen, organisaties en samenlevingsverbanden kunnen worden begeleid in veranderingsprocessen.
Het gaat er daarbij om, dat die begeleiding plaatsvindt vanuit de situatie waarin de betrokkenen zich
bevinden en dat zij mogelijkheden krijgen aangereikt om zoveel mogelijk zelf te handelen teneinde
tot de gewenste verandering te komen.”, aldus Winkelaar (2004)
Agogiek is de wetenschap met betrekking tot het begeleiden (lees: ondersteunen) van mensen
(Gesquiere & Dirkx, 2023)
Theory of changing
Theory of change: Veranderingen ten gevolge spontane veranderingsprocessen
Theory of changing: Veranderingsprocessen die bewust en doelgericht worden opgezet met het oog
op verandering (bewust en doelgericht aan veranderingsprocessen beginnen)
Anders maken, doen veranderen…
3. Drie sleutelbegrippen van het agogisch handelen
Sleutelbegrip 1: veranderen of beïnvloeden
• Doel agogie = het handelen van mensen veranderen
• Een ‘ideaalbeeld’, ‘totale vorming’ bestaat niet
• Iedereen moet blijven ‘veranderen’.
• We spreken over ‘permanente educatie’, ‘altijd durend leren’, ‘eeuwig durende opvoeding’
,Sleutelbegrip 2: handelen
Gedrag
– Wat mensen concreet doen
– Ook instinctief en impulsief
– Zichtbaar & (objectief) observeerbaar
Handelen
– Wat we bewust doen, doordacht
– Waarin een ‘denkmoment’ zit
– Ook wat onzichtbaar is: gedachten, gevoelens, intenties, drijfveren, motieven,
redenen, betekenisverlening
– Doen veranderen, is kijken naar het handelen en in dialoog gaan -> observeren en
communiceren
Sleutelbegrip 3: emancipatie en empowerment als doel
Er wordt verwacht dat je de cliënt steunt en kracht biedt, zodat de cliënt sterker en krachtiger kan
worden.
Agogisch handelen is…
• Wat?
Een vrijwillige, gewenste verandering in het handelen op psycho-sociaal vlak
• Wie?
(Jong)volwassenen als individu, in groep, in een organisatie of als lid van een groter
samenlevingsverband
• Hoe?
Op een systematische, bewuste, doelgerichte en professionele manier en door een herkenbaar agoog
• Waarom?
Met emancipatie en empowerment als doel
4. Richtinggevende kenmerken het agogisch handelen
• Psychosociale verandering = jouw manier van voelen, denken, weten, … staat in verhouding
met jouw sociale handelen. Een verandering teweeg brengen in het voelen, denken, weten, …
• Doelgericht = systematisch en bewust naar de doelen streven
• Systematisch = een systematisch stappenplan waarin je doelen plaatst
• Bewust
• Gewenst door betrokkenen = bij voorkeur vrijwillig (het kan ook dat er dwang wordt
gebruikt)
, • Niet even wederzijds = gaat over niet wederkerigheid, je vat verschillende posities aan, niet
minderwaardig
• Beroepsmatig = het kan als (vast) beroep, maar ook als vrijwilliger
• Waardegebonden = descriptief = beschrijvende wetenschap, prescriptief = verklarende
wetenschap, je streeft naar een ideale wereld
5. De professionalisering van het agogisch handelen
De industrialisering zet 2 maatschappelijke veranderingen in gang:
1. Ontwikkeling van wetenschap en techniek
2. Stijgende individualisering
Eigen keuzes & eigen verantwoordelijkheid versus vooropgestelde kaders en richtlijnen
Ontstaan van het welzijnswerk
• Aanvankelijk als vrijwilligerswerk (liefdadigheidswerk)
• Later zien we de ontwikkeling van het ‘agogisch werkveld’ met agogische beroepen, met
eigen beroepsopleidingen, beroepsorganisaties en beroepscodes in functie van het
ondersteunen van veranderlingsprocessen
• Risico op valkuil van pedagogisering
Het agogisch werkveld
Hulpverlening welzijnswerk (bv. Iemand met een beperking ondersteuning)
Vormingswerk jeugd werk, sociaal cultureel vormingswerk (bv. Gezinnen ondersteunen met
huiswerkbegeleiding)
6. Het vertrekpunt van het agogisch handelen
• Exagogiek
• Anagogiek
• Katagogiek
7. Niveaus van veranderingsprocessen
• Micro
– ‘klein’
– één persoon (of kleine groep)
• Meso
– ‘midden’
– groep, organisatie
• Macro
– ‘groot’
, – (delen van) de samenleving
Hoofdstuk 2: Wat is orthopedagogisch handelen
1. Inleiding
“There’s a crack in everything. That’s how the light gets in.” – Leonard Cohen
2. What’s in a name
Definitie – orthopedagogiek
Orthopedagogiek is de wetenschap van het methodisch handelen in die situaties waar het gewone
opvoeden tekortschiet, met de bedoeling om de problematische situatie te verbeteren.
Orthopedagogiek gaat over de theorie of de wetenschappelijke benadering. De leer komt “geleidelijk
tot stand op basis van praktische, theoretische en empirische inzichten en vormt het werkterrein van
een min of meer georganiseerde verzameling van wetenschappers die zich op een deel van de
werkelijkheid richten”. Hun onderwerp van aandacht noemen we ook wel hun ‘object’ (Ruijssenaars
et al, 2017). De term is in Vlaanderen en Nederland officieel gelanceerd op het ‘Tweede
Internationaal Congres voor Orthopedagogiek’ in 1949.
Orthopedagogie
Bij orthopedagogie wordt het handelen, het doen of de praktijk beklemtoond (Ruijssenaars et al,
2017).
“Opvoeden is het in relatie staan van opvoeder(s) en opvoedeling(en), waarin de opvoeder zich als
persoon, als zijn wijze van mens-zijn presenteert, een klimaat, creëert dat persoonlijkheidsgroei
bevordert en leefsituaties zo hanteert dat deze optimale kansen bieden tot zelf-ontplooiïng.” (Kok,
1997)
“De orthopedagoog komt in actie wanneer kinderen ondanks al hun inspanningen niet meer groeien,
onvoldoende tot zelfontplooiing komen of anders gezegd: wanneer het gewone opvoeden, de
gewone ‘pedagogie’ tekortschiet. Op dat moment moet het gewone opvoeden overgaan in een
opvoeden met bijzondere accenten, wat Kok het ‘specifiek opvoeden’ zal noemen.” (van Heteren et
al, 2000).