OJW – Aardrijkskunde
Geowijzer, Kennisbasis, inhoud en didacti ek.
Essentie van het vak: geografisch besef, actueel wereldbeeld
In 1857 werd aardrijkskunde een verplicht schoolvak. Aardrijkskunde/geografie is de kennis over
landen of groepen mensen. Er zijn twee soorten geografie:
- Fysische geografie: bestudering van natuurlijke verschijnselen.
- Sociale geografie: bestudering van de rol van de mens op aarde.
Geografische zienswijze
Geografische vierslag
Het idee of beeld dat een mens heeft over de samenleving om zich heen en in ruimere zin de wereld,
wordt een actueel wereldbeeld of een ‘mental image’ genoemd. De geografische zienswijze is een
manier om systematisch naar de wereld te kijken:
Geografische Geografische zienswijze Geografische vragen
vaardigheid
Inventariseren 1 Waarnemen Wat zie je?
Wat neem je waar?
2 Beschrijven Waar zie je dat?
Hoe ziet het eruit?
Welke kenmerken ontdek je?
Interpreteren 3 Verklaren Waarom is het daar?
Waarom ziet het er daar zo uit?
Wat wordt hierdoor beïnvloed?
4 Generaliseren (herkennen en Waar heb je dat eerder gezien?
toepassen) Zie je dat ook wel eens ergens anders?
Hoe ziet het er daar uit?
5 Waarderen Wat betekent dat voor mij?
Wat betekent dat voor die mensen?
Kan het ook anders?
Denk ik er nog zo over?
Koppeling Haubrich
Fasen van de Stappen Vaardigheden Onderzoeksvragen
geografische
vierslag
Waarnemen Bekijken Object nauwkeurig bekijken. Nog geen respons.
Beschrijven Benoemen Noem de juiste begrippen bij de Wat zie je?
onderdelen van het object. Wat neem je waar?
Tellen en Bij benadering geef je Hoeveel huizen zie je?
schatten aantallen, afstanden, hoogte en Hoe hoog is de zeedijk?
diepte aan. Hoe lang is die straat?
Beschrijven Verbanden leggen tussen Welke verschillende dingen
elementen van je object. Je zijn er te zien?
groepeert de verschijnselen. Welke kenmerken ontdek
je?
Herkennen Vergelijken Vergelijken van de elementen Zie ik dit vaker?
van het object met andere Heb ik dit in mijn omgeving
objecten uit de eigen omgeving. ook gezien?
Lokaliseren Je bepaalt op basis van Waar ligt het object?
informatie waar het gemaakt is. Waar is deze foto gemaakt?
(Soms zeer absoluut: dan
, kan de ligging op de kaart
worden weergeven. Soms
relatief: aan zee, in de
bergen, in een warm land.)
Verklaren Verklaren Het leggen van zinvolle Waarom is het daar?
verbanden tussen de
verschijnselen van het object.
Complementeren Het leggen van zinvolle Waarom ziet het er daar zo
verbanden tussen elementen uit?
van het object en andere
informatie.
Waarderen Beoordelen Gebruik de informatie m.b.t. Wat vind ik ervan?
het object om een oordeel te
vormen.
Verifiëren Zoek aanvullende informatie en Wat vinden anderen ervan?
meningen om je eigen Denk ik er nu nog zo over?
standpunt kritisch te bekijken.
Multiperspectiviteit
Natuurlijke Menselijke (sociale) factoren
factoren Economisch Cultureel Demografisch Politiek
Het gaat over de Het gaat over Het gaat over de Het gaat over de Het gaat over
aarde zoals die geld verdienen taal, de bevolkingsaantallen het bestuur, de
van nature is en werk godsdienst, de en de wetten en de
geschiedenis en samenstelling van regels van een
de gewoonten die bevolking land
Bronnengebruik
Een concrete bron voor kinderen is de eigen omgeving. Het (natuurlijke en menselijke) landschap om
hen heen, met de dingen die daarin gebeuren, zijn een belangrijke bron van informatie. Veldwerk is
hiervoor een goede manier om informatie te verkrijgen.
Iets minder concreet zijn de beelden op een dvd, televisie, boek, krant of tijdschrift. Deze plaats of
situatie is niet na te bootsen in de klas.
Abstracter nog zijn kaarten uit de atlas of methode en digitale of gedrukte teksten. Deze vergen veel
inzicht van de leerlingen.
Geografische kubus
Kaart en Atlasgebruik
Kaart
Een kaart is een blad met een voorstelling van de aarde of van een gedeelte ervan. Om kaarten te
leren lezen volgen kinderen de leerlijn voorbereidend, aanvankelijk en voortgezet kaartlezen.
Kinderen kunnen uren in een atlas kijken. Er valt altijd wel iets nieuws te ontdekken. Maar het is ook
noodzakelijk dat de leerlingen met de atlas leren werken, net zoals ze leren werken met een
woordenboek. Niet ongestructureerd zomaar wat bladeren, maar de vaardigheid ontwikkelen om
binnen korte tijd dat te vinden wat wordt gezocht. De atlas biedt een aantal hulpmiddelen.
Om goed te kunnen werken met een atlas is het beheersen van de zoekstructuren een voorwaarde.
Er zijn in de Grote Bosatlas vier manieren om de juiste kaart te vinden:
- Bladwijzers
- Register van topografische namen
- Algemene inhoud of inhoud
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur 458486M. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.