Inleiding in de forensische psychologie (500868B6)
Resume
Samenvatting 135 oefenvragen - Inleiding in de forensische psychologie (500868-B-6)
52 vues 1 fois vendu
Cours
Inleiding in de forensische psychologie (500868B6)
Établissement
Tilburg University (UVT)
In dit document staan 135 oefenvragen die ik zelf heb gemaakt voor het vak Inleiding in de forensische psychologie. Het gaat over alle stof die je moet kennen voor het tentamen. Onderaan het document staan de antwoorden. Veel succes!!!
Inleiding in de forensische psychologie (500868B6)
Tous les documents sur ce sujet (26)
Vendeur
S'abonner
lisaheere1
Avis reçus
Aperçu du contenu
Oefenvragen
1. Wat is een penitentiair psychiatrisch centrum (PPC)?
A. Een centrum waar gevangenen worden behandeld voor fysieke aandoeningen.
B. Een afdeling in de gevangenis waar continue psychiatrische zorg beschikbaar is.
C. Een instelling voor forensische verslavingszorg.
2. Wat is het doel van een Pro-Justitia rapportage?
A. Het beoordelen van de schuld van een misdadiger.
B. Het uitvoeren van een persoonlijkheidsonderzoek om vast te stellen of de misdadiger een
persoonlijkheidsstoornis heeft.
C. Het bepalen van de geschiktheid van een misdadiger voor voorwaardelijke invrijheidstelling.
3. Waarom werd Johannes Wier genoemd in het stuk over de geschiedenis van forensische
psychologie?
A. Hij was een wetenschapper die als eerste dacht aan een biologische oorzaak voor antisociaal
gedrag.
B. Hij was een beruchte crimineel in de 19e eeuw.
C. Hij was de oprichter van de eerste forensische kliniek.
4. Wat markeert de ommekeer in de benadering van de behandeling van psychische stoornissen
volgens de geschiedenis van forensische psychologie?
A. De Franse Revolutie in de 18e eeuw
B. De invoering van de Code Pénal in 1810
C. De Verlichting in de 18e eeuw
5. Wat markeerde de invoering van de Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen
(BOPZ) in 1993 in Nederland?
A. Rechters kregen de macht om willekeurig straffen uit te delen.
B. De mogelijkheid om mensen met psychische stoornissen voor één jaar naar een instelling te
sturen.
C. Afschaffing van super zware straffen zoals doodstraf en dwangarbeid.
,6. Wat was de belangrijkste bijdrage van Pinel aan de forensische psychologie met betrekking tot het
begrip 'Manie sans délire'?
A. Het benadrukken van de noodzaak van straffen voor mensen met psychische stoornissen.
B. Het tonen van de relatie tussen geestelijke gezondheid en crimineel gedrag.
C. Het ontkrachten van het idee dat mensen met psychische stoornissen per definitie een laag IQ
hebben.
7. Wat was het belangrijkste kenmerk van de theorie van Cesar Lambroso met betrekking tot
erfelijkheid en crimineel gedrag?
A. Immoreel gedrag kan worden afgeleid uit uiterlijke kenmerken zoals diepliggende ogen en een
hoog voorhoofd.
B. De over generaties heen verslechterende genenpool leidt tot immoraliteit.
C. Verbetering van bepaalde kenmerken over generaties heen leidt tot moraliteit.
8. Wat markeerde de invoering van Kinderwetten in 1905 met betrekking tot het strafrecht voor
jeugdigen?
A. Speciale bepalingen voor mensen onder de 18 jaar.
B. Een grijze zone tussen 16 en 23 jaar.
C. De mogelijkheid om jongeren onder de 10 jaar niet te bestraffen.
9. Wat markeerde de Psychopathenwetten van 1928 met betrekking tot de aanpak van crimineel
gedrag in Nederland?
A. Opname van TBR in het strafrecht, inclusief behandeling op basis van psychiaterrapporten.
B. Invoering van de Stopwet voor extreme delicten met een grotere kans op recidive.
C. Uitbreiding van de TBR-maatregel naar lichtere vergrijpen.
10. Welke ontwikkeling in de jaren '60 wordt genoemd met betrekking tot de duur van de TBS-
maatregel?
A. Toename van de duur van de TBS-maatregel.
B. Introductie van Longstay-afdelingen.
C. Verandering in de aanpak van lichtere vergrijpen.
, 11. Welk principe wordt benadrukt door het begrip "subsidiariteit" bij het nemen van maatregelen
tegen crimineel gedrag?
A. De ingreep moet in verhouding staan tot het te voorkomen gevaar.
B. Een ingrijpende maatregel is alleen toelaatbaar als met een lichtere niet kan worden volstaan.
C. De behandeling of maatregel moet effectief zijn in het afwenden van het gevaar.
12. Wat houdt het principe van "proportionaliteit" in bij het nemen van maatregelen tegen crimineel
gedrag?
A. Een ingrijpende maatregel is alleen toelaatbaar als met een lichtere niet kan worden volstaan.
B. De ingreep moet in verhouding staan tot het te voorkomen gevaar.
C. De behandeling of maatregel moet effectief zijn in het afwenden van het gevaar.
13. Waarom is "doelmatigheid" een belangrijk principe bij het bepalen van de behandeling of
maatregel tegen crimineel gedrag?
A. Om te voorkomen dat criminelen in de gevangenis leren.
B. Om te zorgen dat de ingreep in verhouding staat tot het te voorkomen gevaar.
C. Om ervoor te zorgen dat de maatregel effectief is in het afwenden van het gevaar.
14. Wat was een belangrijke kritiek op de interneringsmaatregel in België vóór de herziening van de
interneringswet in 2016?
A. Gebrek aan toekomstperspectief.
B. Te veel nadruk op zorg.
C. Overmatige aandacht voor lichte misdrijven.
15. Welk type delict vertegenwoordigt het grootste percentage onder geïnterneerden in België,
gebaseerd op cijfers van de FOD Justitie in 2014?
A. Doodslag.
B. Aanslag op goederen (diefstal, vandalisme).
C. Zedenfeiten.
16. Wat is de meest voorkomende diagnose onder geïnterneerden in België, volgens cijfers van de
FOD Justitie in 2014?
A. Persoonlijkheidsstoornis.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lisaheere1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.