Samenvatting Alles wat je moet weten voor deeltentamen 2 van Cognitie & Gedrag () - Brain and Cognition, ISBN: 9781473788169
17 vues 2 fois vendu
Cours
Cognitie & Gedrag (201500054)
Établissement
Universiteit Utrecht (UU)
Alle stof uit het boek voor deeltentamen 2 van cognitie en gedrag bij elkaar! Hoofdstuk 6, 7, 8, 9, 11, 12, 13, van Goldstein, H12.3 van Kalat, H8 van Cacioppo, en de teksten TCP en Neuropsychologie.
Langetermijngeheugen (LTM) = is het systeem verantwoordelijk voor het
langdurig opslaan van informatie.
STM vergelijken met LTM
De serial positioncurve geeft aan dat geheugen beter
is voor woorden aan het begin (primacy effect) en aan
het einde (recency effect) van de lijst dan in het
midden.
Mogelijke verklaring voor primacy effect: deelnemers
hadden de tijd om de woorden aan het begin te oefenen
en over te dragen naar LTM.
Verklaring voor recency effect: meest recente woorden
zijn nog in STM.
Coding is in STM en LTM beide verdeeld in visual coding, auditory coding en
semantic coding.
Release from proactive interference toont aan dat semantic coding ook in STM
plaatsvindt.
In STM is auditory coding het meest gebruikt en in LTM is semantic coding het meest
gebruikt.
STM en LTM zijn op bepaalde gebieden wel gescheiden in de hersenen:
- STM: prefrontale cortex, pariëtale cortex en visuele/ temporele cortex, ook
hippocampus.
- LTM: hippocampus.
Maar STM en LTM zijn niet zo gescheiden als eerder gedacht, vooral bij taken met
nieuwe stimuli (gezichten, objecten, figuren, etc., die je nog nooit hebt gezien).
Episodisch en semantisch geheugen
= expliciet geheugen, bewust.
Episodisch geheugen = specifieke ervaringen uit het verleden mentale
tijdreis. Neemt af met de leeftijd door structurele en functionele veranderingen in
de hersenen, incl. veranderingen in de prefrontale cortex en de mediale temporale
kwab en de hippocampus.
Semantisch geheugen = feiten. Niet gebonden aan het persoonlijk ervaren
herinneringen. Wordt alleen maar beter tot leeftijd 60/65, neemt daarna af.
Episodisch en semantisch geheugen zijn dus wel verschillend maar interacteren ook
met elkaar
Kennis (semantisch) beïnvloedt de ervaring (episodisch).
Autobiografisch geheugen: ervaringen bestaande uit episodische en
semantische componenten. Personal semantic memories: feiten geassocieerd
met persoonlijke ervaringen.
,= remember/know procedure.
Remember reacties namen veel meer af dan know reacties. Semanticization of
remote memories = verlies van episodische details voor herinneringen van lang
geleden.
Procedureel geheugen, priming en conditionering
= impliciet geheugen, onbewust.
Mensen met amnesia (geheugenverlies) hebben een slecht expliciet geheugen.
Priming = wanneer de presentatie van één stimulus (de priming-stimulus) de
manier waarop iemand reageert op een andere stimulus (de teststimulus) verandert.
- Repetition priming: de teststimulus is hetzelfde als (of lijkt op) de priming-
stimulus.
- Lexical decision task: zo snel mogelijk aangeven of een letterreeks een
woord is of niet.
- Word completion test: test impliciete geheugen, eerste drie letters van
woorden geven die de participanten eerder gezien hadden, en participant
moesten woord afmaken.
- Propaganda effect: uitspraken die je vaker en eerder hebt gelezen als waar
aannemen.
Klassieke conditionering = een neutrale stimulus die normaal niet tot reactie leidt,
en een geconditioneerde stimulus die wel tot een reactie leidt.
Prospective memory = verbetering van het vermogen om te onthouden in de
toekomst een actie te doen (bv. het op tijd innemen van medicijnen).
HOOFDSTUK 7 GOLDSTEIN – Long-Term Memory: Encoding, Retrieval and Consolidation
Encoding
Encoding = informatie opslaan in het langetermijngeheugen.
Betere encoding: niet maintenance rehearsal (alleen maar herhalen) maar
elaborative rehearsal (betekenis geven).
Levels of processing theory: shallow processing vs. deep processing:
- Shallow processing = weinig aandacht aan betekenis.
- Deep processing = aandacht voor betekenis.
Paired-associate learning = woord paren en deze later herinneren.
Picture-superiority effect = dmv plaatjes onthoud je beter dan door woorden.
Komt omdat plaatjes in het geheugen verbaal en visueel gerepresenteerd zijn dual
coding.
Self-reference effect = woorden die mensen aan zichzelf kunnen relateren
onthouden ze beter (verlegen).
Generation effect = woordparen
(boom-blad) of zelf maken (boom-bl…),
zelf maken onthoud je beter.
Testing effect = stof 1x leren en dan
een keer testen onthoud je beter dan 1x
leren en dan nog een keer herhalen.
Enactment effect = als je actief iets
doet met een object, onthoud je dit object beter.
, Retrieval cue = een woord of andere stimulus die je helpt informatie uit het
geheugen te onthouden.
Retrieval
Free recall = simpel alleen een bepaalde stimulus herinneren.
Cued recall = dmv retrieval cues herinneren.
Retrieval kan verhoogd worden door de condities tijdens de retrieval te matchen aan
de condities tijdens encoding. Drie situaties:
1. Encoding specifitiy: de context waarin het coderen en ophalen plaatsvindt
matchen. Context reinstatement = teruggaan naar/ terugdenken aan de
scène of gebeurtenis van wat je probeert te onthouden.
2. State-dependent learning: de interne stemming aanwezig bij het coderen
en ophalen matchen.
3. Transfer-appropriate processing: de taak of type verwerking dat
betrokken is bij het coderen en ophalen matchen. Bijvoorbeeld leren én
ophalen dmv geluid, of leren én ophalen dmv visie.
Consolidatie
Consolidatie = nieuwe herinneringen transformeren van fragiel (ze kunnen worden
verstoord) naar meer permanente staat waarin ze resistent zijn tegen verstoring.
Synaptische consolidatie (a) = structurele
veranderingen in de synaps, binnen minuten of
uren. Herhaalde activiteit kan synapsen versterken.
Nieuwe herinneringen vormen niet door nieuwe
neuronen maar versterking van bestaande
connecties tussen neuronen long-term
potentiation (LTP): sterker vuren van neuronen
na herhaalde stimulatie.
Systeem consolidatie (b) = de reorganisatie van
neurale circuits in de hersenen, binnen maanden
of jaren.
Standard model of consolidation:
binnenkomende informatie activeert meerdere
gebieden in de cortex.
Reactivatie = de hippocampus ‘herhaalt’ de
neurale activiteit die verband houdt met een
herinnering, gebeurt onbewust.
Cross-cortical consolidation = hippocampus is
een soort ‘lijm’ die de representaties van het geheugen uit verschillende corticale
gebieden samenbindt.
Anterograde amnesia = geheugenverlies van gebeurtenissen van na het ongeluk.
Retrograde amnesia = geheugenverlies van gebeurtenissen van vóór het ongeluk.
Graded amnesia = het ernstigst bij gebeurtenissen die vlak voor het ongeluk
plaatsvonden en minder ernstig bij gebeurtenissen langer geleden voor het ongeluk.
Remote memories = herinneringen van heel lang geleden.
De hippocampus en cortex zijn beide van belang bij consolidatie. Volgens het
multiple trace model of consolidation is de hippocampus betrokken bij het
ophalen van episodische herinneringen, ook van heel lang geleden. De hippocampus
is ook betrokken bij het ophalen van recentere herinneringen, maar alleen als de
herinneringen nog een semantische betekenis hebben.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur pleunvandenboogaart. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.