Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting IPR €8,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting IPR

4 revues
 1070 vues  40 fois vendu

Samenvatting o.b.v. de cursus, aangevuld met lesnotities en notities van de oefeningen gemaakt in de les en in de werkcolleges.

Aperçu 8 sur 191  pages

  • 24 mai 2018
  • 191
  • 2017/2018
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (19)

4  revues

review-writer-avatar

Par: naomilalalaa • 5 année de cela

review-writer-avatar

Par: em15 • 5 année de cela

review-writer-avatar

Par: samvergauwen • 5 année de cela

review-writer-avatar

Par: lindaheyns • 6 année de cela

avatar-seller
ca2018
Samenvatting Internationaal
Privaatrecht 2017-2018
1. Inleiding
1.1. Probleemstelling
Bv. Belgisch rugzaktoerist is op reis in Italië, wordt aangereden door Franse chaufeur die op doortocht is naar
Griekenland. SO overlijdt ter plaatse en nabestaanden hebben recht op herstel. Welke rechter moet oordelen?
Belgische (natonaliteit en woonplaats v. SO/nabestaanden), Franse (natonaliteit en woonplaats v.
aansprakelijke) of Italiaanse (plaats v/h ongeval) en welk aansprakelijkheidsrecht wordt toegepast?

Bv. Belgische jongen wil trouwen met Israëlisch meisje  kan dit in België? Voor Belgische ambtenaar v.
burgerlijke stand of op Israëlische ambassade of consulaat? Kan het ook in Israël? Welke huwelijksVW moeten
worden gecontroleerd? Welk huwelijksstelsel is v. toep.? Welk recht zal de afstamming v/d kinderen beheersen?

Bv. Nederlandse rentenier met woonplaats in België wendt zich tot Belgische notaris, omdat hij de villa v. zijn
Duitse vriend in Spanje wil kopen. Is Belgische notaris bevoegd t.a.v. buitenlanders? Mag hij een verkoopakte
opstellen m.b.t. een goed gelegen i/h BL? Waar en hoe moet publiciteit gegeven worden aan deze overdracht
v. zakelijke rechten? Moet Belgische hypotheekbewaarder in kennis gesteld worden, of zijn Spaanse collega?
Kent het Spaanse recht wel een publiciteitsregeling?

 Bevaten allemaal extraneïteitselementen waardoor twijfel ontstaat over rechtsmacht v.
rechter, bevoegdheid v/d ambtenaar v/d burgerlijke stand of notaris of a/h toepasselijk recht.
o Zekerheid hierover is v/h grootste belang, rechtsregels verschillen nl. v. land tot land.

1.2 De internationalisering van het privaatrecht
Steeds vaker juridische situates met vreemde elementen  gevolg v. internationalisering v/d samen-
leving door groeiende mobiliteit v/d bevolking (bv. door factoren zoals politeke repressie, economische
achteruitgang en sociale wantoestanden of welvaart, toerisme, create v. int. organisates met groot
ambtenarenbestand, …  verbetering v. transportmogelijkheden).
- Men vestgt zich i/h BL en verwerf daar goederen, VNss i/h BL, int. vermogenstransactes, …


1.3. Voorlopige werkdefnitie van het IPR
“IPR is de methodeleer, die toelaat het juridisch confict op te lossen, dat ontstaat als i/e privaatrechtelijke
casus twee of meer rechtsorden met elkaar in samenloop komen.”
 Methodeleer is in grote lijnen overal ter wereld dezelfde, maar verschilt in concrete uitwerking
v. staat tot staat  DUS elke staat heef een eigen IPR en zoals eigen materieel recht.
o Int. afspraken in verdragen kunnen leiden tot uniformiteit, maar dan is er nog de kans dat
de verdragstekst v. land tot land anders wordt geïnterpreteerd.
o Verordeningen v/d EU hebben in deelgebieden v/h confictenrecht wel een belangrijke
harmonisering gerealiseerd.

Conflict  geschil: WEL ‘botsings of ‘samenloops  verschillende rechtsorden komen in concurrente en
er moeten keuzes gemaakt worden. IPR is confictenrecht of collisierecht (‘collisions).


1

,1.4 De oorsprong van het confictenrecht
Oorsprong kan op 4 manieren begrepen worden:
1. Wanneer zijn privaatrechtelijke conficten tss rechtsorden ontstaan?
2. Wanneer zijn deze conficten herkend geworden en is er naar een oplossing gezocht?
3. Wanneer is de benaming “internatonaal privaatrecht” ontstaan?
4. Vanaf wanneer werd de studie v. IPR als autonome rechtswetenschappelijke discipline
ondernomen?


1.4.1 Het ontstaan van conficten
Samenleven in groep v. mensen heef recht doen ontstaan, wat zich heef ontwikkeld tot
verschillende rechtsorden  recht was verbonden a/d groep voor wie het geconcipieerd was,
samenhang v/d groep was tribaal en later religieus. Pas nadien werd het verbonden a/h territorium.
- Mensen v. verschillende rechtsorden traden met elkaar in contact, deden zaken (ruil, koop, aan--
neming, …) en vestgden familiale relaties (huwelijk, afstamming, …) dewelke rechtsgevolgen hadden.


1.4.2 De oplossing van conficten
Herkenning v. conficten en streven naar weloverwogen juridische oplossingen is veel recenter dan
het ontstaan  veronderstelt de dubbele bereidheid om zich in te laten met deze aangelegenheden die
raakpunten hebben met vreemd recht (1) én om Belgisch recht opzij te zeten voor vreemd recht
indien er een essenteel aanknopingspunt met het BL aanwezig is (2).
 Int. ingesteldheid en inperking v/d geldingspretentie v/h eigen recht
o NIET aanwezig onder Romeins recht dat zijn eigen instellingen en rechtssysteem als
superieur zag en niet open stond voor vreemd recht.

Thans is men wel bereid vreemd recht toe te passen indien daar aanleiding toe is, MAAR niet
onvoorwaardelijk  met excepte v. int. openbare orde (IOO) of andere technieken v. IPR kan het
confict gestuurd worden naar een toepassing v. Belgisch recht c afwijking v/d regel.

Bovenstaande openheid is te danken a/e evolute v. onze beschavings- en rechtscultuur.
- IPR-problematek stelt zich maar indien de staat zijn burgers de autonomie gunt om rechts-
betrekkingen over de staatsgrenzen heen aan te knopen. In Europa is men de grenzen gaan
afbouwen (vrij verkeer v. pers, goederen, diensten, etc.).
- Bewustwording v/d intrinsieke waardigheid v/h individu (ook de vreemdeling) en eerbied voor
soevereine beslissingen en RHss v. vreemde staten en staatsorganen.
o Promote v/d persoon: bij Romeinen waren mensen niet belangrijk, men zag ze niet als
verschillende individuen, maar als een groep van gestandaardiseerde types. Duurde eeuwen
vooraleer ook de persoon en niet alleen zijn patrimonium beschermd werden, nog langer
voor vreemdelingen  thans genieten onderdanen en vreemdelingen in België een
volwaardige rechtsbescherming.
o Eerbiediging v. rechten : kwam voort uit de eerbied voor de persoon, nl. rechten verworven
onder het gezag v/e vreemde autoriteit verworven (bv. BL huwelijk erkend in België  erkenning
v/d i/h BL verworven familiale staat, brengt erkenning v/h gezag v/d vreemde OH mee).




2

, Steunt op wederkerigheid: indien België rechtsgeldig i/h BL gesloten RHss erkent, is dit
grotendeels door het verlangen dat men ook i/h BL rekening houdt met door Belgen
rechtsgeldige RHss gesteld in België onder toezicht v/d Belgische staatsorganen.
o Wederzijds respect is een belangrijk fundament v. IPR, maar ook een vrij labiele basis.


1.4.3 Het ontstaan van de benaming “internationaal privaatrecht”
Term werd voor het eerst gebruikt i/e wetenschappelijk geschrif v/d Amerikaanse auteur Story in.
1834, nl. ‘Private Internatonal Laws. Nadien nog gebruikt in Duitsland en Frankrijk waar de Franse
auteur Laurent voorrang gaf a/d benaming droit civil internatonal (1869) omdat hij in int. recht meer
en meer burgerrechtelijke elementen zag, maar hij kon dit niet doordrukken. De term IPR wordt
hernomen.


1.4.4 Het IPR als autonome rechtswetenschappelijke discipline
Tot ver i/d 19de eeuw is het IPR geen aparte discipline, noch a/d universiteiten, noch i/d
rechtsliteratuur. De grondlegger v/d hedendaagse methodologie v/h IPR in West-Europa, Von Savigny
wijdde in zijn geschrifen slechts beperkte aandacht a/h IPR. Hij maakte een synthese v. Romeins recht
zoals het v. toep. was i/d 19de eeuw in DL.
- Pas i/h 8ste deel v. zijn werk ‘System des heutien Römischen Rechtss, komen IPR-conficten aan
bod.
- Eind 19de eeuw wordt IPR o.i.v. de positvisten Kahn en Bartn een autonome tak v/h intern recht,
waarbij int. recht de functe v. referentekader blijf vervullen.

Wat Savigny schreef is de grondslag v. wat we nu kennen: confict i/d tjd c overgangsrecht (lost
conficten op) en confict i/d ruimte c IPR (methodeleer)  beide zijn recht over recht.


1.4.5 Besluit van het overzicht van oorsprong
IPR krijgt pas vorm einde 19de eeuw en de focus ligt op dat moment nog op de wetenschappelijke
studie  pas wanneer de geografische mobiliteit v/d rechtsonderhorige toeneemt i/d 20 ste eeuw,
komen er praktjktoepassingen. Vandaag de dag kan een jurist niet meer zonder IPR.
- MAAR actuele methoden v. wetsconfictenrecht stammen uit rechtsgeleerde geschrifen v/d 12 de
eeuw, dus in dat opzicht is IPR wel al heel oud, doch was het toen nog geen autonome rechtstak.
- Conficten op zich zijn zeer oud, maar het zoeken naar oplossingen is recenter.


1.5 De onderscheiden soorten van conficten
IPR beoogt conficten v. private rechtsorden op te lossen, MAAR niet alle conficten behoren tot IPR.
- Personalisme of personaliteit v/h recht: recht verbonden a/e groep dat meegaat indien de
groep zich verplaatst  thans vnl. verbonden via de natonaliteitsfactor a/d onderdanen en lost
rechtsvragen op m.b.t. onderdanen in binnen- en buitenland.
- Territorialisme of territorialiteit v/h recht: recht is ruimtelijk gezien vast en geldt t.a.v. al wie of
wat zich bevindt op het territorium en al wat zich binnen betrokken geografsche ruimte
afspeelt.
 Periodes v. personaliteit en territorialiteit hebben elkaar afgewisseld, thans zijn er zowel
rechtsregels met personele als territoriale werking c bepalend voor indeling v. conficten.
o Interpersonele conficten
Met uitzondering v. interstaatse conficten (steeds
internatonaal!), kunnen andere interterritoriale
3 en
interpersonele conficten natonaal of int. getnt zijn.

, o Interterritoriale conficten
 Interstaatse conficten
 Interregionale of interlokale conficten
1.5.1 Interpersonele conficten
Veel staten in Afrika en Azië (Senegal, Nigeria, Israël, India, Indonesië, …) hebben een personeel
gespleten privaatrecht waardoor het verschilt ngl. de etnische of religieuze groep waartoe het
individu behoort.
- Binnen grenzen v. dezelfde staat wonen dus burgers die aan verschillende regels inzake
huwelijk, afstamming, ouderlijk gezag, … onderworpen zijn  samenloop c interpersoneel confict.
o Bv. huwelijk v. twee onderdanen uit een verschillende private religieuze rechtsorde.
- Soms kent betrokken staat geschreven recht om interpersonele betrekkingen binnen het
grondgebied te regelen, MAAR meestal niet en lost iedere etnische of religieuze groep het zelf
op.

Ontstaan v/e veelheid v. intergentele of interreligieuze rechtsregels i/e staat, gekenmerkt door
eenzijdigheid  bakent eigen bereik af + pogen om het op te dringen aan andere religieuze groepen,
eerder dan de toep. v. vreemde rechtsprincipes te tolereren.
- Specifek etnische of religieuze rechtsregel komen slecht voor toep. in aanmerking indien ze
door de staat (die verwijst naar het recht v/e staat met interpersonele rechtsverschillen) erkend
worden als volwaardige rechtsnorm en de toepassing is geaccepteerd.
- Art. 17, §2 WIPR: verwijzende staat dient verwijzing door regulering v/h intergentel of inter-
religieus confictenrecht te laten gaan (renvoi)  bestaat dit niet (zelfs niet in ongeschreven vorm),
moet voorkeur gaan naar personeel recht waarmee rechtsverhouding de nauwste banden heef.

 Zolang we te maken hebben met een Indische Hindoe die wil trouwen met een Indische Moslim is
dir geen IPR (nl. geen int. confict). MAAR als een Indische Moslim wil trouwen met een Hindoe v.
Indonesië, dan is het wel IPR. Komt niet vaak voor, want deze mensen begeven zich zelden buiten
hun grondgebied.


1.5.2 Interterritoriale conficten
Territoriaal recht v/e eenheidsstaat komt in samenloop met dat v/e andere eenheidsstaat c
interstaats
 Natonaal-interterritoriale conficten zijn interregionaal of interlokaal  territoriaal recht v/e
regio (deelstaat, provincie, gebied, …) v/e, meestal federale, staat treedt in confict met dat v/e
andere regio v. die staat.
o Ook samenloop tss federaal en regionaal recht v. dezelfde staat is denkbaar.

Eenheidsstaat (NL, FR, IT, …): bestaan v/e centraal normerend gezag dat exclusief voor heel de staat
dezelfde privaatrechtelijke rechtsregels uitvaardigt (rechtseenheid)  vrij recent fenomeen, tot 1804
golden in FR regionale gewoonten en weten, in DL was er i/d verschillende landsdelen veel
overgeleverd Romeins recht en ook Zwitserse kantons hadden tot eind 19 de eeuw hun eigen
privaatrecht (wel een wet voor interkantonale conficten die later model stond bij oplossen v. IPR-conficten,
meeste landen hadden dit niet).
- Thans nog wel aantal staten met regionaal verschillend privaatrecht  staatkundig opgedeelde
ruimtelijke regioss die zelfstandig regelgevende bevoegdheid inzake privaatrecht beziten.

4

, o Bv. VK (Engeland, Wales, Schotland, Noord-Ierland), Spanje (gebieden met foraal recht), VSA, Canada,
Mexico, Australië, …

Wanneer in deze staten het recht v. 2 of meer regioss in samenloop komt, ontstaat een interlokaal of
interregionaal conflict (bv. auto-ongeval in San Francisco tss twee wagens geregistreerd in Californië en Utah
met chaufeurs die wonen in deze staten  stel men rijdt v. New York naar Canada, dan is er wel een int. aspect).
- Belgische rechtsopvatng rekent dit interlokaal confict niet tot IPR-conficten, maar Amerikaanse
juristen maken geen onderscheid tss interlokale samenloop en samenloop v. recht v/e
Amerikaanse deelstaat met het recht v/e derde staat buiten de VS.
- Soms is er interlokaal privaatrecht c reglementering of wetgeving die expliciet deze conficten
regelt door de RB v/d staat aan te wijzen die het geschil zal beslechten of verwijzen naar
toepasselijk recht.
o Vaak ontbreekt zosn wetgeving omdat centrale OH niet bevoegd is of bevoegdheid nog niet
benut heef  ieder regio moet dan zelf instaan voor de oplossing v/h confict.
o Verschillende regionale regels, dus andere oplossing mogelijk ngl. de rechter.
 Resulteert vaak in forumshopping door rechtsonderhorigen!

Indien Belgisch IPR verwijst naar recht v/e federale staat zoals de VS, waar privaatrecht tot de
bevoegdheid v/d deelstaten behoort, volstaat het niet Amerikaans recht toepasselijk te verklaren.
- Ruimtelijke aanknoping: bv. bij verwijzing naar gewone verblijfplaats v/e Amerikaan of plaats v.
totstandkoming v/e OK i/d VS, dan geldt dit niet alleen het Amerikaans recht als geheel maar, subsidiair,
meer specifek het recht v/d staat.
- Personele aanknoping: bv. bij familierecht volstaat evenmin naar de natonale Amerikaanse wet te
verwijzen, er is nl. geen Amerikaans federaal familierecht. De doorverwijzing naar het juiste statenrecht
gebeurt door interlokaal privaatrecht v/d federate c vorm v. renvoi. In casu ontbreekt federaal interlokaal
privaatrecht, dus valt men terug op dat v/d deelstaten, MAAR niet uniform over heel de VS, dus
verwijzende rechtsorde moet verwijzing concretseren of een bijkomende aanknoping toevoegen.
o WIPR doet dit door aanknoping bij het rechtsstelsel, waarmee de betrokken persoon de
nauwste banden heef, op te leggen (art. 1,, V2, al. 1 WIPR).

1.5.3 De internationale conficten van het IPR
Natonale interregionale en interpersonele conficten behoren niet tot IPR, maar voor oplossingen
kan men wel te rade gaan bij de methodologie v/h IPR.

Federaal België kent ook interregionale conficten  vnl. m.b.t. verdeling v. legislateve bevoegdheden
indien verschillende OHss bevoegd zijn en waarbij het GwH zal beslechten.
- RL stelt dat conficten kunnen opgelost worden met regels, die zich spiegelen aan die v/h IPR en
dat men vaste aanknopingsfactoren moet hanteren i/d verdeling v/h geldingsgebied v/d
normen.
o Tot nu heef GwH steeds de vragen kunnen oplossen m.b.t. problemen voortvloeiend uit
federalisering en is er zelden aansluitng gezocht met de methodiek v/h IPR.

Tot echte int. conficten, waar het Belgisch IPR zich om bekommert, horen:
- conficten tss de rechtsorde v/e eenheidsstaat en de rechtsorde v/e andere eenheidsstaat.
- conficten tss de rechtsorde v/e eenheidsstaat en de rechtsorde v/e regio v/e andere staat.



5

,- conficten tss de rechtsorde v/e eenheidsstaat en de personele rechtsorde v/e etnische of religieuze
bevolkingsgroep.
- conficten tss de rechtsorden v. regioss v. verschillende staten.
- conficten tss de personele rechtsorden v. verschillende staten.
 Als in België, naast federaal privaatrecht, ook regels v. communautair privaatrecht ontwikkeld
worden, zal een IPR-confict waarin de Belgische rechtsorde betrokken is, niet meer alleen tot de
1ste 3 hypotheses gerekend worden, maar ook laatste 2 krijgen dan belang.
o DUS IPR houdt zich bezig met alle interpersonele en interterritoriale conflicten en meng-
vormen die int. zijn en dus niet uitsluitend rechtsorden v. één staat aanbelangen.
EXAMEN: altjd nagaan of het een IPR casus is, mogelijks zijn er geen int. elementen aanwezig!

1.7 Het IPR: een moeilijke rechtstak?
“Het rijk v/h IPR is een triesti moeras vol verraderlijk drijfzand en bewoond door ieleerde maar excentrieke
professoren, die theoretseren over mysterieuze aanieleienheden i/e vreemd en onverstaanbaar jarion. De
iewone RB, de iewone jurist is volledii verloren als hij erdoor opieslokt wordt of erin verstrenield ieraakt.”


Aantal aspecten verhogen de moeilijkheidsgraad v/h IPR:
- Omvat zowel burgerlijk recht i/d enge zin (personen-, familie-, familiaal vermogens-, verbintenissen-
en goederenrecht) als int. privaat gerechtelijk, int. privaat sociaal en int. privaat handelsrecht.
- IPR heef een eigen object c GEEN rechtstak zoals intern materieel recht (eerder ‘recht over het
rechts), GEEN specifek materieel voorwerp maar regelt de werking v/h recht in juridische
situates met een vreemd element.
o Vergelijkbaar met overgangsrecht dat conficten tss rechtsregels i/d tjd beslecht, de
controle v/h HvC op naleving v/h recht en het grondwetgheidstoezicht op de wet.
- IPR hanteert een geheel eigen techniek (verwijzingsregels, aanknopingsfactor, …) en eigen
jargon (bv. renvoi uit het Frans of Vorfrage uit het Duits) met veel Latjnse termen.
- Beoefenaar v. IPR krijgt te maken met zowel vreemd materieel recht als vreemd IPR (bv. renvoi)
waarbij dit laatste niet altjd gecodifceerd is (valt nog mee bij FR of D recht, maar al moeilijker bij
IJslands of Thais recht)  vreemde rechtsregels zijn minder toegankelijk door vreemde taal en
moeilijke bereikbaarheid v/h geactualiseerd bronnenmateriaal.



2. Voorstudie van het IPR
2.1 De draagwijdte van het IPR
2.1.1 Proeve van defnitie
Moeilijk om geschikte definitie te geven v. IPR omdat er geen overeenstemming bestaat over
afbakening v. zijn voorwerp. Er zijn veel verschillende defnites die niet geheel correct zijn:
- ‘IPR omvat reiels, die privaatrechtelijke betrekkinien waarin een vreemd element voorkomt,
reielen’  te breed want includeert regels v. intern materieel recht die geen deel uitmaken v/h
IPR, bv. art. 55 Ger. W. dat bijzondere termijnen voorschrijf voor betekening i/h BL, als je
iemand wil dagvaarden i/h BL is er ook een vreemd element aanwezig en zou je al aan defnite
voldoen.
- ‘IPR is het ieheel v/d confictreiels’  te eng, want ook een aantal materiële regels, specifek voor
regeling v. juridische situates met een vreemd element (bv. rechtsbekwaamheid v. vreemdelingen).

6

,- ‘IPR is het ieheel v. rechtsreiels, die, in privaatrechtelijke relates met een vreemd element, de
adm., jurisdictonele en leiislateve bevoeidheden verdelen v. rechtsorden, die als zodanii door
de wet v/h forum (plaats waar confict moeten worden opielost) erkend worden’ c vollediger en
preciezer

Privaatrechtelijke relaties: IPR is privaatrecht zowel qua juridische relate (situeert zich i/h personen-,
familie-, familiaal vermogens-, verbintenissen-, goederen-, gerechtelijk, arbeids- en handelsrecht) als
betrokken personen (fysieke personen en RPss v. privaatrecht (c publiek RP die als privaat persoon RHss
stelt)).


Vreemd element: extraneïteitsfactor (bv. natonaliteit, woon- of verblijfplaats, lokalisate v/e rechtsfeit,
situering v/e goed, plaats v/h verlijden v/e akte, plaats v. huwelijkssluitng, …) i/d rechtsverhouding die doet
twijfelen a/d rechtsmacht v/d Belgische rechter, bevoegdheid v/d Belgische openbare ambtenaar of
adm. en toep. v/h Belgisch recht. Vreemd c niet-Belgisch, buitenlands t.a.v. diegene die moet
oplossen.
- Element is Belgisch indien het door lokalisate met Belgisch territorium of door natonaliteit met
het menselijk patrimonium v/d Belgische staat verbonden is.

Verdeling v. adm., jurisdictionele en legislatieve bevoegdheden: vreemd element remt refex v/d
automatsche bevoegdheid v/d Belgische OH en toep. v/d Belgische rechtsnormen af.
- Administratef confict: confictregel lost op door al dan niet toe te wijzen a/e Belgische adm. of
openbare ambtenaar, of door over uitwerking v/e vreemde akte in België te beslissen.
- Jurisdicteconfict: confictregel lost op door te beslechten geschil i/d rechtsmacht te brengen v/e
Belgisch dan wel vreemd RC of door over uitwerking v/e vreemde rechtelijke beslissing te
beslissen.
o Bv. Belgische rechter is bevoegd voor verkeersongeval, kijken welke verkeersborden op de plaats v/h
ongeval stonden en wat deze betekenen  vereist samenwerking.
- Wetsconfict: confictregel lost op door een rechtsverhouding onder toep. te brengen v/h Belgisch
of vreemd recht
 Enkel materiële regels bepalen of vreemdelingen kunnen genieten v. private rechten v. Belgen.

Vreemde akten: bv. adopte i/h BL en nalatenschap in België  probleem is de uitwerking v. vreemde
akten, vereist nl. een erkenning v/d akte, soms onder dwang.

Door het forum erkende rechtsorden: alleen door België erkende rechtssystemen komen voor
bevoegdheidsverdeling in aanmerking (bv. vreemdeling kan geen personeel gewoonterecht of religieus recht
inroepen om zijn burgerlijke staat te regelen als die volgens de wet geen rechtskracht hebben).


2.1.2 Afbakening van het actieveld
A. Vier deelgebieden
Vier deelgebieden i/h IPR: natonaliteitsconficten (1), statuut v/d vreemdeling (2), gezags- en
jurisdicteconficten (3) en wetsconficten (4).
- Sommigen sluiten (1) en (2) uit IPR uit, omdat ze intern publiekrecht zouden zijn, maar moderne
Belgische auteurs behandelen alle 4 onderdelen (natonaliteitsconficten soms als deel v.
wetsconficten).

,

, - Art. 2 WIPR: wetboek regelt rechtsmacht v. Belgische rechters, aanwijzing v. toepasselijk recht en
VW voor uitwerking in België v. BL rechterlijke beslissingen en authenteke akten (c 4-delige
indeling).
o Bepaalde art. i/h WIPR geven ook aanwijzingen over bevoegdheid v/d Belgische openbare
ambtenaren (bv. art. 44: bevoegdheid v/d ambtenaar v/d burgerlijke stand volgt uit samenlezing met
art. 4,, V1 en 59 WIPR).

Statuut v/d vreemdeling wordt ook door bijzondere regelgeving genormeerd en
nationaliteitsconflicten komen aan bod in art. 3 WIPR. Bronnen inzake int. samenwerking tss binnen-
en buitenlandse besturen en openbare ambtenaren zijn extern t.o.v. dit WB.

B. Verantwoording
Vier onderdelen v/h IPR vormen een coherent geheel, beheerst door hetzelfde thema: het juridisch
statuut v. private personen i/d int. samenleving.
1. Nationaliteitsconflicten (positief of negatief): wetgeving inzake verwerving en verlies v. natona-
liteit is intern publiekrecht, MAAR evt. natonaliteitsconficten kunnen wel tot IPR behoren 
regelingen v. diverse staten zijn niet op elkaar afgestemd waardoor een persoon kan voldoen a/d
criteria v. meer dan één staat (bi- of multpatride) of aan geen enkel criterium v. geen enkele staat
(apatride of vaderlandsloosheid).
o Natonaliteit kan bepalend criterium (aanknopingsfactor) zijn in materie v. IP familierecht voor
het vinden v/h toepasselijk recht + beslist over hoedanigheid v. vreemdeling of onderdaan.

2. Statuut v/d vreemdeling: int. verdragsrecht bepaalt de grenzen waarbinnen de staat het statuut
vrij mag regelen, maar vaak discriminatoire regelingen waarbij vreemdeling de rechten, toegekend
aan ondernemen, niet of slecht onder VW geniet  studie v/d discriminate is materie v. IPR.
o Gezags-, jurisdicte- en wetsconficten stellen zich enkel indien vreemdelingen als rechts- en
handelingsbekwaam rechtssubject worden erkend (bv. pas indien vaststaat dat vreemdeling in
België huwelijksvrijheid geniet, rijst de vraag naar de bevoegdheid v/d ambtenaar v/d burgerlijke stand
(gezagsconfict) en naar de na te leven huwelijksVW (wetsconfict)) .
 Rechtstoestand v. vreemdeling is uitgangspunt voor confictregels, MAAR statuut zelf
zijn substantële of materiële rechtsregels.

3. Gezags- en jurisdictieconflicten: indien IPR-confict de tussenkomst vergt v/e Belgische, openbare,
adm. of gerechtelijke OH, rijzen 3 mogelijke vragen:
o zijn Belgische adm. en gerechtelijke OHss bevoegd, gelet op het extraneïteitselement
(bestuursmacht- en rechtsmachtafbakening)?
o welke uitwerking wordt in België verleend aan BL openbare akten en rechterlijke
beslissingen?
o aan welke regels gehoorzaamt de samenwerking v/d Belgische adm. en gerechtelijke OHss
met diezelfde OHss in vreemde staten?
 Openbare, adm. OH of bestuursinstante c ‘gezagsconficts / rechtbanken c ‘jurisdicteconficts

4. Wetsconflicten: indien Belgische adm. of gerechtelijke OH bevoegd is i/e zaak met vreemd
element, moet ze beslissen welk recht toegepast zal worden en evt. hoe het vreemd recht zal
vastgesteld en toegepast worden.

8

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ca2018. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52510 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,49  40x  vendu
  • (4)
Ajouter au panier
Ajouté