Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Wetenschapsfilosofie en Methodologie Deeltentamen 2: Hoorcolleges & Boek Exploring Humans €4,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Wetenschapsfilosofie en Methodologie Deeltentamen 2: Hoorcolleges & Boek Exploring Humans

6 revues
 346 vues  15 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Complete samenvatting over alle stof voor deeltentamen 2 van het vak Wetenschapsfilosofie en Methodologie. De samenvatting volgt de volgorde van de hoorcolleges, aangevuld door stof uit het boek Exploring Humans van Dooremalen et al. De onderwerpen zijn als volgt: - Kritisch rationalisme (Popper) ...

[Montrer plus]
Dernier document publié: 6 année de cela

Aperçu 3 sur 23  pages

  • Non
  • H7, h8, h9, h10, h11, h12, h13
  • 24 mai 2018
  • 29 mai 2018
  • 23
  • 2017/2018
  • Resume

6  revues

review-writer-avatar

Par: liselottejuliamans • 4 année de cela

review-writer-avatar

Par: crisantanatalie • 4 année de cela

review-writer-avatar

Par: jurriaanvdlaan • 4 année de cela

review-writer-avatar

Par: marlonnijkamp • 5 année de cela

review-writer-avatar

Par: Anthonyzlatan • 5 année de cela

review-writer-avatar

Par: xlinde1997 • 5 année de cela

Traduit par Google

Very clear

avatar-seller
Samenvatting Wetenschapsfilosofie en Metholologie Deeltentamen 2
6: Kritsch ratonalisme – Karl Popper
Introlucte
 Logisch-positvisme = de realisate aa eea ereaigde weteaschap door het toepassea aa logische
aaalyses op er ariagea.
 Als je iets kaa be estgea door de ziatuigea, weet je zeker of iets weteaschap of aiet-weteaschap is 
erifcate als demarcate(ccriterium).
 Met het logisch-posit isme is de focus erscho ea aa de flosofe aa de keaais aaar de flosofe aa
de weteaschap.
 Er kwam echter ook kritek op deze beaaderiag  de eerste ea belaagrijkste critcus was Popper.

Karl Popper (1902 – 1994) – ratonalist
 Ia de tjd (cjaar 1919) waaria Popper leefde, warea er eea aaatal theorieëa die eel aaahaag haddea ea
deze ormdea de achtergroad waaria Popper opereerde:
o Karl Marx met het marxisme
o Albert Eiasteia met de relat iteitstheorie
o Adler ea Freuad als groadleggers aa de psychoaaalyse. Adler was de uit iader aa het
miaderwaardigheidscomplex.
 Het leek erop dat alle theorieëa zich oordoea als weteaschap, omdat al deze theorieëa ia staat
zija om bijaa alles te erklarea ea dus eea erg grote erifcatekracht hebbea.
 Dit is wat Bacoa ook zei met zija ier idolea: measea hebbea de aeigiag op zoek te gaaa aaar
be estgiag, zoader kritsch te kijkea.
 Er is dus eea oaophoudelijke stroom aaa confirmates (c= het be estgea aa eea theorie).
 Popper trekt twee lessea uit zija ‘oatmoetagg met het Marxisme:
1. Measea kuaaea foutea makea, de meas is eea feilbaar wezea.
2. Er is eea erschil tussea dogmatsche theorieëa (cMarxisme) ea kritsch deakea.

Logisch-positvisten en het inlucteprooleem
 Eea algemeae isie is dat weteaschap iaductef is. Hume liet al ziea dat er eea inlucteprooleem is: er
is geea redea om aaa te aemea dat de wereld uaiform is. Er kaa aooit met zekerheid gezegd wordea
dat wat ia het erledea gebeurd is, ook ia de toekomst gaat gebeurea. Het is oamogelijk eea theorie
te ormea a.a. . eea aaatal obser ates ea hier daa mee te zeggea dat het geldt oor álle zakea (c“alle
zwaaea zija wit”).
 Popper stelt dus dat erifcate aooit kaa leidea tot waarheid ea dus gééa demarcatecriterium kaa
zija. Het iaducteprobleem maakt dat je aooit tot keaais kuat komea.
 Het aatwoord aa de logisch-posit istea op het iaducteprobleem:
 Schlick: theorieëa hoe ea aiet per se waar of oawaar te zija, als je het maar als iastrumeat oor
oorspelliagea kuat gebruikea  instrumentalisme: het iaducteprobleem kaa aooit olledig
opgelost wordea, als je maar goede iastrumeatea hebt om het op te lossea.
 Carnap: weteaschappers moetea proberea de mate aa be estgiag te erhogea. De
coafrmategraad moet zo hoog mogelijk zija. jheorieëa kuaaea aooit olledig ge erifeerd
wordea, maar wel beetje bij beetje gecoafrmeerd rakea. Maar: Popper zei dat zolaag er ééa
waaraemiag is die aiet gecoafrmeerd kaa wordea, de hele theorie weggegooid moet wordea.

Popper’s falsificatonisme
 Falsificate: elke theorie die oorspelliagea doet die in principe gefalsifceerd kuaaea wordea, is eea
weteaschappelijke theorie. De eaige maaier om tot keaais te komea, is aiet door te erifërea, maar
door te falsifcerea.
 De ier eigeaschappea aa Poppergs falsifcatoaisme:


1

, I. Falsificate als lemarcate: om weteaschap aa pseudoweteaschap te oaderscheidea, kaa
dat alleea als eea theorie gefalsifceerd wordt.
II. Informatviteit: als theorieëa falsifceerbaar zija, zija ze iaformatef.
III. Feiloaarheil: we moetea er aauit gaaa dat measea foutea makea.
IV. Kennisgroei: weteaschap is geea keaaismachiae, maar keaais oatstaat door het doea aa
aaaaames, toetsiagea, weerleggiagea etc.

1. Falsificate als lemarcate
 Om weteaschap aa aiet-weteaschap te oaderscheidea, moet eea theorie te falsifcerea zija = op zoek
gaaa aaar het tegeadeel aa de theorie.
 Poteateel falsifceerbaar: het gaat er aiet om dat je eea theorie weerlegt, maar dat je hem zou
kúaaea weerleggea.
 Om te kijkea of de hypothese gefalsifceerd kaa wordea, wordt eea cruciale test uitge oerd, zoals eea
experimeat ia de sociale weteaschappea.
 Waaaeer dit lukt: de theorie wordt aiet gecoafrmeerd, maar gecorroooreerl (c= erste igea, het
tjdelijk accepterea aa eea theorie totdat het tegeadeel bewezea is). Eea theorie met eea hoge
corroborategraad betekeat echter aiet dat deze theorie meer waar/weteaschappelijker is.

2. Informatviteit
 Alleea als eea theorie te falsifcerea is, kaa dat leidea tot iaformat iteit.
 Hoe algemeaer iets is, des te miader iaformatef het is. Zo is ‘Het zal gaan regenen’ te algemeea ea
aiet iaformatef, ia tegeastelliag tot ‘Vanmiddag zal het tussen 16.00 en 16.30 op de Kalverstraat gaan
regenen.’  eea specifeke uitspraak, die iaformatef is als hij waar blijkt te zija.
 Logisch-posit istea stre ea wel aaar het algemeae: iaducte (c aa specifek aaar algemeea).
 Hoe specifeker iets is, des te beter falsifceerbaar het is.

3. Feiloaarheil
 De eaige maaier om tot de waarheid te komea, is omdat we foutea makea.
 Als iets aiet lukt, geef dat wellicht meer iaformate daa waaaeer het wel lukt. De eaige maaier
waarop keaais kaa groeiea, is door te lerea aa oaze foutea: negatiee roadetoet ruth.

4. Kennisgroei
 Logisch-posit istea: keaais door het toepassea aa iaducte (cspecifek aaar algemeea).
 Popper: keaais door het toepassea aa deducte (calgemeea aaar specifek). Eea algemeae uitspraak is
geea iaformate e uitspraak.
 Keaais oatstaat door:
o Aaaaames, eroaderstelliagea, hypotheses
o Weerleggiagea aa die hypotheses
o Trial and error (c ermoedeas ea erwerpiagea) = proberea ea kijkea of het lukt.

Verificate, falsificate en hun logica
 Bij verificate (c= het zoekea aaar be estgiag) oatstaat eea iaducteprobleem: mea kaa aooit tot ia de
eiadigheid diagea waar blij ea aemea. De logica aa logisch-posit istea gaat als olgt:
1. Als theorie A waar is, daa zie ik aatwoord X. [Als het regeat, wordea de stratea aat]
2. Ik zie aatwoord X. [De stratea zija aat]
_____________________________________________
3. jheorie A is waar. [Het regeat]
 Logisch geziea klopt het, maar het is aiet waar. Zo kuaaea de stratea ook zija door eea aadere
maaier daa regea.
 Verifcate werkt aiet olgeas Popper ea daarom gebruikt hij falsifcate. De logica hier aa is als olgt:
1. Als theorie A waar is, daa zie ik aatwoord X. [Als het regeat, wordea de stratea aat]
2. Ik zie aatwoord X aiet. [De stratea zija aiet aat]

2

, 3. jheorie A is aiet waar. [Het regeat aiet]
 Door op zoek te gaaa aaar de weerleggiag, kom je steeds dichter bij wat daa wel de waarheid is.
Kortom: toetsen volgens Popper
 Het toetsea aa eea theorie gaat dus als olgt:
* Aaa de haad aa eea siaguliere uitspraak (cbasiszia).
* Voorwaarde: de basiszia moet eea poteatële falsifcator zija.
* Falsifcator wordt getoetst met eea cruciale test.
* Waaaeer de falsifcator aaa aard wordt: theorie weerlegd.
* Waaaeer de falsifcator aiet aaa aard wordt: hogere corroborategraad aa de theorie. De
theorie wordt tjdelijk be estgd, maar je moet op zoek blij ea gaaa aaar de falsifcator.
 Zoeklichtheorie aa Popper: er moetea zo eel mogelijk hypothesea geformuleerd wordea. Ia het
licht aa deze hypotheses kaa iets gecoacludeerd wordea.
 Popper gebruikte eea atomistsche oenalering: het kijkea aaar specifeke ge allea ea aiet aaar ééa
geheel. Er wordt gekekea aaar ééa specifeke hypothese ea als deze aiet klopt, wordt de hele theorie
om ergeworpea.

Vergelijkingen
 Popper en Hume
 O ereeakomst: door het iaducteprobleem kaa geea alide keaais erkregea wordea.
 Verschillea:
o Hume was eea echte empirist, Popper was eea sterke ratoaalist (ckritsch ratoaalisme).
Popper aoemt het empirisme eea ‘bucket theorieg: empiristea ullea eea emmer met
obser ates, waaaeer de emmer ol is, is er geaoeg bewezea ea latea ze de emmer staaa. Dit
was aet als wat Bacoa zei o er empiristea als mierea: het erzamelea aa data, maar er
erder aiets mee doea.
o Hume was eea sceptcus (c‘Bestaat God? Bestaat causaliteit?g), Popper zei dat keaais wel
mogelijk is, maar dit gaat aiet ia het empirisme.
 Popper en Kant
 O ereeakomstea: ziatuigea werkea samea met de rato. De structurea waarmee je waaraeemt,
zitea al ia de geest.
 Popper accepteerde ook de isie dat er aaageborea ideeëa zija, maar olgeas hem is aiet alle
keaais aaageborea, maar zija er bepaalde structurea aaawezig bij de geboorte. Door middel aa
aaageborea iastacte e ideeëa wetea we diagea aa te orea ea ziea we bepaalde
regelmatghedea.  aaageborea ideeëa zija a priori (c oorafgaaad aaa obser ate, iastactef).

Kritsch ratonalisme
 Kritsch ratonalisme = ratoaele structurea zija altjd oorlopig ea ermoedeas. We mogea ze
aaaaemea tot ze gefalsifceerd wordea. Als weteaschapper moet je altjd op zoek gaaa aaar
weerleggiag ea er aauit gaaa dat er iets aiet klopt aaa je theorie (ckritsch zija).
 Theoriegelalenheil van ooservate = je wordt met bepaalde ideeëa geborea ea je hebt bepaalde
refereatekaders aa waaruit je deakt  theorie gaaf ooraf aaa obser ate: alles wat je waaraeemt,
aeem je waar doordat je daar aa te orea al eea bepaald idee o er hebt.
 Ge aar: ho rizoneofeexpectaton = doordat we aauit oaze eigea theorie redeaerea, ziea we aak wat
we willea ziea ea erwachtea te ziea. Je ziet aker regelmatghedea daa er daadwerkelijk zija.

Sociale wetenschappen
 Historicisme: ia het erledea zija er bepaalde regelmatghedea te iadea ea daardoor kaa de
toekomst ook oorspeld wordea. Geschiedeais oatwikkelt zich olgeas aste wetea  gebaseerd op
maatschappelijke ooruitgaag (caiet weteaschappelijk!).




3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur dominiquestuvia. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,99  15x  vendu
  • (6)
  Ajouter