Samenvatting algemene economie en bedrijfsomgeving
Tentamen (uitwerkingen) Algemene economie en bedrijfsomgeving (AEC) (1000AEC14) Algemene economie en bedrijfsomgeving
Tout pour ce livre (112)
École, étude et sujet
Hogeschool Rotterdam (HR)
Accountancy
Vreemde valuta en financiële instrumenten (FACAFE0231)
Tous les documents sur ce sujet (4)
Vendeur
S'abonner
michellebot1
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting externe verslaggeving
Epe § 6.4 financiële vaste activa
We kunnen de financiële vaste activa in twee hoofdgroepen onderscheiden:
1. Aandelen die ten dienste van de eigen werkzaamheden in andere ondernemingen worden gehouden.
2. Schuldvorderingen en aandelen die voor lange termijn worden aangehouden, bijvoorbeeld om te zijner
tijd investeringen in extra productiecapaciteit te kunnen financieren.
De IASB kent binnen haar voorschriften inzake de classificatie van ‘financiële instrumenten’ één benadering
voor alle financiële activa. Er wordt onderscheid gemaakt in schuldinstrumenten en
eigenvermogensinstrumenten. Voorbeelden van schuldinstrumenten die voor langere termijn worden
aangehouden zijn verstrekte leningen en gekochte obligaties. De hoofdregel is dat deze groep financiële
instrumenten worden gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs; dit is de verkrijgingsprijs, rekening houdend met
eventueel agio of disagio. De geamortiseerde kostprijs wordt berekend door de uit financiële instrument
voortvloeiende rente en aflossing contant te maken tegen de marktrente, geldend op moment van aankoop.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Voorbeeld 1:
Een onderneming koopt op 2 januari jaar t 1.000 5%-obligaties va €1.000 nominaal. De resterende looptijd van
deze obligatielening is tien jaar. De te ontvangen bedragen voor rente en aflossing zijn bedoeld om over tien jaar
te investeren in extraproductiecapaciteit. De couponrente wordt elk jaar per 31 december voldaan. De marktrente
op 2 januari jaar t is 7%. De geamortiseerde kostprijs van deze obligaties is te berekenen door de jaarlijkse
interest van €50.000 en de aflossing van €1 mln contant te maken tegen 7%, dit levert een bedrag op van
€859.500 (afgerond). Voor dit bedrag worden de obligaties op 2 januari jaar t in de balans onder de financiële
vaste activa opgenomen.
De boekwaarde per 31 december jaar t van obligaties is als volgt te berekenen:
Stand 2 januari jaar t €859.500
Oprenting (tevens bate over jaar t) €60.165 + (€859.500 à 7%)
Ontvangen interest €50.000 - (€1.000.000 à 5%)
Stand 31 december jaar t €869.665
De geamortiseerde kostprijs per 31 december jaar t is ad €869.665 kan uiteraard ook worden berekend door de te
ontvangen rente en aflossing per die datum contant te maken tegen de disconteringsvet ten tijde van aankoop van
obligaties (7%). Van de mutaties in de boekwaarde van de obligaties in jaar t maakt de onderneming de volgende
journaalpost:
Effecten (B) €10.165
Liquide middelen (B) €50.000
Aan Resultaat uit effecten (WV) €60.165
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Op de hoofdregel dat gewaardeerd wordt op geamortiseerde kostprijs geldt één uitzondering. Indien het
schuldinstrument bedoeld is om tussentijds te worden verkocht, dient waardering plaats te vinden tegen reële
waarde met rechtstreekse verwerking van de waarde mutaties in het eigen vermogen. Bij verkoop moeten dan de
cumulatieve waarde mutaties alsnog worden overgeboekt naar de resultatenrekening. Als periodieke bate in de
resultatenrekening wordt hierbij overigens niet uitgegaan van de nominale rente, maar – net als bij waardering op
geamortiseerde kostprijs – van de effectieve rente.
Eigenvermogensinstrumenten die voor lange termijn worden aangehouden (het gaat dan met name om gekochte
aandelen) moeten worden gewaardeerd op reële waarde, waarbij de waardeveranderingen naar keuze in het
resultaat worden opgenomen of rechtstreeks in het eigen vermogen worden gemuteerd. Deze keuze moet per
financieel instrument worden gemaakt en kan later niet worden gewijzigd. Wordt ervoor gekozen om de
waardeveranderingen rechtstreeks in het eigen vermogen te muteren, dan mogen deze mutaties laten niet alsnog
in het resultaat worden opgenomen; dit betekent dat bij verkoop gerealiseerde waardeveranderingen niet in de
resultatenrekening worden opgenomen. Wat het ontvangen dividend betreft, is er geen keuze; deze wordt tot het
resultaat gerekend.
Voor beursgenoteerde aandelen is de reële waarde eenvoudig te bepalen door uit te gaan van de officiële
marktnoteringen. Voor niet-beurgenoteerde vermogenstitels ligt dit lastiger. Voor die situatie dient de
onderneming de reële waarde te schatten op basis van vergelijkbare eigenvermogensinstrumenten of toekomstige
kasstromen.
,----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Voorbeeld 2:
Een bv koopt op 31 december 2019 aandelen A voor €100.000. het is de bedoeling da deze aandelen in 2023
zullen worden verkocht, om de opbrengsten te gebruiken voor de financiering van groot onderhoud aan het
bedrijfspand.
In 2020 wordt op de aandelen €5.000 dividend ontvangen; de marktwaarde bedraagt op 31 december 2020
€120.000. gemakshalve gaan we ervan uit dat vanaf 2021 tot aan de verkoop in 2023 zich geen verder
waardeveranderingen voordoen en dat er ook geen dividend meer ontvangen wordt.
De BV maakt de volgende journaalposten:
Van het ontvangen dividend en de waardestijging in 2020:
Liquide middelen (B) €5.000
Aan Resultaat uit effecten (WV) €5.000
Effecten (B) €20.000
Aan Resultaat uit effecten (WV) €20.000
Of
Effecten (B) €20.000
Aan Herwaarderingsreserve (B) €20.000
Van de verkoop in 2023:
Liquide middelen (B) €120.000
Aan Effecten (B) €120.000
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De Nederlandse wet staat voor schuldvorderingen en aandelen die als financiële vaste activa beschouwd worden,
twee waarderingsgrondslagen toe: de historische kostprijs en de actuele waarde.
Bij waardering op historische kostprijs ligt het voor de hand dat rekening wordt gehouden met eventueel agio
door afwijkende marktrente. Dit kan op de volgende twee manieren geschieden:
1. Door met behulp van de financiële rekenkunde de geamortiseerde kostprijs te berekenen; dit wordt wel
de effectieve rentemethode genoemd.
2. Door het agio of disagio lineair over de resterende looptijd te verdelen. De RJ staat lineaire amortisatie
alleen maar toe indien het niet tot de belangrijke verschillen leidt ten opzicht van het toepassen van de
effectieve rentemethode (RJ.273.201)
Indien wordt gewaardeerd tegen actuele waarde komt daarvoor volgengs het Besluit Actuele Waarde in
aanmerking de markwaarde. Onder marktwaarde wordt verstaan het bedrag waarvoor een actief kan worden
verhandeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en onafhankelijk van elkaar
zijn. Indien niet direct een betrouwbare marktwaarde is aan te wijzen (zoals bij niet-beursgenoteerde
waardepapieren), dient de marktwaard benaderd te worden door deze:
a. Af te leiden uit de marktwaarde van bestanddelen of van een soortgelijk instrument indien voor de
bestanddelen ervan of voor een soortgelijk instrument wel een betrouwbare markt is aan te wijze; of
b. Te benaderen met behulp van algemeen aanvaarde waarderingsmodellen en waarderingstechieken.
Voor de verwerking van de waarderingsveranderingen van tegen actuele waarde opgenoen schuldvorderingen en
aandelen, biedt de wet twee mogelijkheden:
1. (voor zover er sprake is van per saldo waardevermeerderingen) opname in een herwaarderingsreserve.
2. Verwerking in de resultatenrekening Bij deze verwerking dient in geval van activa waarvoor geen
frequentie marktnoteringen bestaan, een herwaarderingsreserve wordt opgenomen ter grootte van de
ongerealiseerde waardestijgingen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Vervolg voorbeeld 2:
1. In geval van opname van de waardestijging in een herwaarderingsreserve.
Van het ontvangen dividend en de waardestijging in 2020
Liquide middelen (B) €5.000
Aan Resultaat uit effecten (WV) €5.000
Effecten (B) €20.000
, Aan Herwaarderingsreserve (B) €20.000
Van de verkoop in 2023
Liquide middelen (B) €120.000
Aan Effecten (B) €120.000
+
Herwaarderingsreserve (B) €20.000
Aan Overige reserves(B)/resultaat €120.000
uit effecten (WV)
2. In geval van verwerking van de waardestijging in de resultatenrekening:
Van het ontvangen dividend en de waardestijging in 2020
Liquide middelen (B) €5.000
Aan Resultaat uit effecten (WV) €5.000
Effecten (B) €20.000
Aan Resultaat uit effecten (WV) €20.000
Van de verkoop in 2023
Liquide middelen (B) €120.000
Aan Effecten (B) €120.000
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De RJ volgt in grote lijnen de voorschriften van de IASB, maar moet uiteraard rekening houden met het
Nederlandse wettelijke kader:
- Gekochte leningen en obligaties die tot het einde van de looptijd worden aangehouden, worden
gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (RJ.226.206).
- Gekochte leningen en obligaties die niet tot het einde van de looptijd worden aangehouden, worden
gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs of reële waarde. Indien waardering plaatsvindt tegen reële
waarde, worden de waardeveranderingen naar keuze in het resultaat opgenomen of rechtstreeks in de
herwaarderingsreserve gemuteerd. Wordt voor het laatste gekozen, dan worden de bij verkoop
gerealiseerde waardeveranderingen alsnog in de resultatenrekening opgenomen (RJ.226.208).
- Beursgenoteerde aandelen worden gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij de waardeveranderingen
naar keuze in het resultaat worden opgenomen of rechtstreeks in de herwaarderingsreserve worden
gemuteerd. Wordt voor het laatste gekozen, dan worden de bij verkoop gerealiseerde
waardeveranderingen alsnog opgenomen in de resultatenrekening (RJ.226.204).
- Niet-beursgenoteerde aandelen orden gewaardeerd tegen kostprijs of reële waarde. Indien waardering
plaatsvindt tegen reële waarde, worden de waardeveranderingen naar keuze in het resultaat opgenomen
of rechtstreeks in de herwaarderingsreserve gemuteerd. Wordt voor het laatste gekozen, dan worden de
bij verkoop gerealiseerde waardeveranderingen alsnog in de resultatenrekening opgenomen
(RJ.226.205).
Fiscaal komen allee historische kosten als waarderingsgrondslag in aanmerking. Dit betekent dat een micro- of
kleine rechtspersoon die opteert voor fiscale grondslagen in voorbeeld 2 de aandelen op 31 december 2020 in de
balans moet opnemen voor €100.000 en er in de resultatenrekening over 2020 een financiële bate van €5.000 aan
dividend en in de resultatenrekening over 2023 een financiële bate van €20.000 aan boekwinst op de verkoop
van de aandelen wordt opgenomen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur michellebot1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,18. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.