Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting hoorcolleges + artikelen van Ontwikkeling van Persoonlijke Relaties (8,5 gehaald) €7,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting hoorcolleges + artikelen van Ontwikkeling van Persoonlijke Relaties (8,5 gehaald)

 1 vue  0 achat
  • Cours
  • Établissement

Samenvatting van de gehele stof van het vak Ontwikkeling van persoonlijke relaties, in de minor of major ontwikkelingspsychologie. Omdat het vak sinds 2023/2024 aangepast bevatten de samenvattingen uit voorgaande jaren niet meer de relevante informatie voor dit vak. Een tip voor het leren: leer de...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 48  pages

  • 19 janvier 2024
  • 48
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
Ontwikkeling van persoonlijke relaties
Hoorcolleges aangevuld met artikelen
Bevat 1 oefenvraag per college
Jaar 23/24, semester 2


Hoorcollege 1 vroege sociale relaties
Hoorcollege 2 sociale netwerken
Hoorcollege 3 ouders en kinderen
Hoorcollege 4 ouders voorbij de kindertijd
Hoorcollege 5 vriendschap
Hoorcollege 6 status, selectie en invloed
Hoorcollege 7 ontluikende volwassenheid
Hoorcollege 8 eenzaamheid
Hoorcollege 9 negatieve peerrelaties
Hoorcollege 10 romantische relaties
Hoorcollege 11 online peer relaties

,Hoorcollege 1 – vroege interacties
De meeste klassieke theorieën stellen de hypothesen dat:
- Baby’s niet in staat zijn tot sociale interactie
- Alleen primaire verzorgers belangrijk zijn voor latere relaties
- Peerrelaties pas later in de ontwikkeling nuttig zijn
Onderzoeken tonen echter aan dat baby’s wel een voorkeur hebben voor bepaalde sociale
interacties; ze hebben een voorkeur voor een goed gedragende knuffel over een slecht
gedragende knuffel. Ze kennen het verschil tussen goed en slecht en hebben dus sociale
vaardigheden.
Klassieke theorieën
- Psychoanalytische theorie = bij baby’s domineert het ID, waardoor zij emotionele
beperkingen hebben
o Sociale interacties zijn pas later belangrijk
o Peerrelaties zijn helemaal niet belangrijk voor de ontwikkeling
- Hechtingstheorie = baby’s zijn biologisch geprogrammeerd om relaties aan te gaan
met hun primaire verzorgers en deze relatie vormt een basis voor latere relaties
o Relaties met andere mensen en peers zijn nog niet belangrijk
- Sociale leertheorie = ouders zijn belangrijk in de ontwikkeling van sociale relaties,
omdat zij via imitatie belangrijke sociale vaardigheden aan de baby leren
o Peerrelaties zijn pas later belangrijk
- Cognitieve ontwikkelingstheorie = baby’s hebben cognitieve beperkingen waardoor
zij nog geen peerrelaties kunnen aangaan
o Pas wanneer kinderen verbale interacties aan kunnen gaan, verminderen deze
cognitieve beperkingen wat peerrelaties mogelijk maakt
- Gedrag en genen theorie = baby’s hebben een aangeboren temperament dat de
ontwikkeling beïnvloedt, en zowel ouders als peers hebben hier een kleine rol in
- Evolutionaire theorie = baby’s zijn biologisch gebouwd om naast primaire
zorgverleners aandacht aan anderen te schenken
o Baby’s die opgroeien met peers hebben een betere sociale ontwikkeling
o Dit is de enige klassieke theorie die stelt dat peerrelaties op jonge leeftijd al
belangrijk zijn voor de latere ontwikkeling
Volgens moderne theorieën zijn peerrelaties op jonge leeftijd wel belangrijk voor de
ontwikkeling van het kind
- Jonge kinderen kunnen dus leren van zowel ouders als van peers
- Er wordt vaak uitgegaan van een parallelle ontwikkeling waarbij sociale vaardigheden
zich ontwikkelen door interacties met de ouders, en deze tegelijkertijd al toepasbaar
zijn en doorontwikkeld worden door peerrelaties
o Interacties met ouders hoeven niet vooraf te gaan aan interacties met peers
- Social system theory = baby’s zijn lid van een brede samenleving waarin hij een
actieve rol aanneemt in sociale interacties
o Baby heeft het vermogen om meerdere sociale relaties aan te gaan
o Baby is ingebed in complexe sociale netwerken
o Baby heeft een sociale aard waardoor hij van nature is aangetrokken tot
soortgenoten

,  Scrambled faces paradigm = pasgeboren baby’s hebben meer
aandacht voor een bord waarop een normaal gezicht te zien is, dan
voor een bord waarop een gehusseld gezicht te zien is





Tegenwoordig wordt er dus gesteld dat de ontwikkeling van peer relaties al begint bij baby’s
- Deze relaties zijn eerst non-verbaal, waarbij ze bestaan uit
o Gedeelde aandacht
o Communicatieve/coördinerende gedragingen
- Vanaf 1 jaar ontstaat er meer interesse naar peers, waarbij er meer actief wordt
gezocht naar peerrelaties
o Naar peers gebaren
o Peers aanraken
Dyadische peer relatie = relatie tussen 2 leeftijdsgenootjes die bestaan uit
- Contingente reacties
- Prosociaal gedrag
o Empathie
o Delen
o Samenwerken
- Conflict
Contingente reactie = een handeling die voortbouwt op iets wat een peer doet, waarmee het
een basiselement/onderdeel van de relatie vormt
- Vanaf 6 mnd kan een baby andermans actie waarnemen en erop reageren
- Contingente reacties zijn specifiek voor elke peer dyade
o Ze laten zien welk sociaal gedrag normaal/verwacht wordt
o De ene dyade kan een patroon ontwikkelen waarbij ze eerst hun neus en dan
hun voet aanraken, terwijl een andere dyade een ander patroon ontwikkelt
- Imitatie is hierbij een belangrijk aspect
Prosociaal gedrag = een vrijwillige actie die voordelig is voor een ander
- Empathie
o Ontwikkelt vanaf 2 jaar, maar reacties op distress van anderen zijn er al eerder
o Pasgeboren baby’s huilen als reactie op het huilen van andere baby’s
o Vanaf 8 mnd ontstaat er een gedragspatroon als reactie op distress van een
peer
 Distress peer  baby kijkt  baby laat gevoel/emotie zien  baby
heeft fysieke reactie om de peer af te leiden  ontstaan eigen angst en
zelf huilen
o Vanaf 2 jaar ontstaan er individuele verschillen in reacties op distress van
peers

,  Verschillende strategieën om de peer gerust te stellen
 Verschillende fysieke gedragingen
 Agressie of juist amusement
- Delen
o Vanaf 12 mnd: affiliatief delen = egoïstisch delen met het doel om samen te
spelen
o Vanaf 18 mnd: delen wanneer dat van een ander gevraagd wordt
 Gaat samen met begrip van eigenaarschap = begrijpen dat dingen een
eigenaar hebben  het onderscheid kunnen zien tussen ‘een’ jas en
‘jouw’ jas
o Vanaf 24 mnd: spontaan delen
 Maar; niet-delen komt nog heel veel voor
o Vanaf 48 mnd: toename delen door ontwikkeling van theory of mind = zich
kunnen inbeelden wat de ander wil en waarom hij iets doet
- Samenwerken
o Vanaf 12 mnd: nog niet ontwikkeld, maar er wordt oppervlakkig
samengewerkt door om de beurt geluiden te herhalen
o Vanaf 2 jaar: handelingen met anderen coördineren, anticiperen op anderen en
kiezen tussen samenwerking en competitie
 Taal speelt hierbij een belangrijke rol
- Conflict
o Conflict helpt om vaardigheden te ontwikkelen  het is dus functioneel
o Vanaf 1 jaar: conflict om speelgoed, soms opgelost door fysieke kracht
o Vanaf 2 jaar: gebruik van verbale middelen om conflict op te lossen, en
wraak/reciprociteit wordt belangrijk
o Vanaf 3 jaar ontstaan genderverschillen in hoe conflicten opgelost worden
 Jongens gebruiken vaker fysieke kracht
Onderliggende vaardigheden van dyadische peerrelaties
- Gedeelde aandacht = vermogen om aandacht te coördineren met een ander
o Vanaf 6 mnd
o Samen iets ondernemen, ernaar kijken, ernaar gebaren
o Een van de basisprincipes van de theory of mind
- Emotieregulatie = in staat zijn om emoties te controleren en te reguleren
o Peers spelen een belangrijke rol  kinderen reguleren meer bij peers dan bij
ouders
o Ouders vormen een veilige haven om emotieregulatie te oefenen
- Inhibitiecontrole = vermogen om neigingen te onderdrukken
o Kind moet balans vinden tussen het toelaten en het onderdrukken van
neigingen
o Ontwikkeling van persoonlijke ruimte en sensitiviteit
- Imitatie = nadoen/spiegelen van een ander
o Belangrijk voor bonding en spelen
o Basis voor contingente reacties
- Causaal begrip = besef van oorzaak-gevolg
o Vanaf 6 mnd
o Begrip dat
 Een ander dingen met een reden doet

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur irisikke. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,49
  • (0)
  Ajouter