D1 – Inzicht relatie cost accounting, financial accounting en management
accounting
Management accounting
= Financiële en niet-financiële informatiesystemen
= Geeft richting aan activiteiten van management
• Cost accounting
o Productie voor externe verslaggeving
o Totale kostprijs berekeningen voor beleidsbeslissingen
o Different costs for different purposes
• Budgettering
o Vertaling in financiële termen en hoeveelheden activiteiten op KT
o Masterbudget = budget van volledige onderneming
o Relevante opbrengsten en kosten (enkel KT wijzigen)
• Managementcontrole
o Formele en informele systemen die informatie verzamelen (financieel en niet
financieel) over prestatie van de onderneming
o Werkelijke prestaties vergelijken met vooropgestelde prestaties en corrigeren
waar nodig
Financial accounting
• Externe rapportering
• Strikte beperkingen
o Gebaseerd op werkelijke kosten (historische kostprijzen)
o Instituten die geldende normen bepalen (CBN)
o Wetgevende insanties
o Belastingsdienst
o Onafhankelijke accountants
Vergelijking FA & MA
Financial accounting Management accounting
Externe verslaggeving Interne verslaggeving
Vertraagd historischgericht Actuele rapportering toekomstgericht
Zeer gereguleerd Geen regelgeving
Financieel Financieel, operationeel, fysiek
Objectief: controleerbaar, betrouwbaar, Sujectiever: wel geldig, relevant en accuraat
consistent en exact
Gecomprimeerd Gedetailleerd
1
,D2 – Verschil tussen kost en kostprijs
Begrip kosten
= Middelen die doelmatig werden of zullen worden ingezet in een onderneming om het
gewenste eindproduct/dienst voor te brengen
Grondstoffen Eindproduct
Arbeid Geldwaarde van middelen die of
Machines worden opgeofferd of verbruikt Dienst
Gebouwen door bedrijf = KOST
Begrip kostenobject
= Hetgeen waar je kosteninformatie voor verzamelt
• Kan heel breed zijn bv. voortgebrachte producten of diensten, productgroepen,
afdelingen, distributiekanalen, klanten, …
• Specifiek voor elk bedrijf
Begrip kostprijs
= Som van alle KOSTEN (= waarde doelmatig ingezette middelen) voor kostenobject
D3 – Verschil tussen kost en uitgave
Kosten
Aanwenden of verbruiken van middelen bij productieproces
Uitgaven
Betaling van middelen (= geld gaat naar buiten)
• Voorbeeld 1: elektriciteit
o Uitgave = aankoop van elektriciteit => betalen
o Kost = elektriciteit vebruiken om badjassen te maken (= productiemiddel)
• Voorbeeld 2: lening
o Uitgave = terugbetaling van ontleend bedrag ban een lening (meerdere keren)
o Uitgave + kost = rente terugbetalen omdat geld aanwenden van bank tijdens
productieproces
• Voorbeeld 3: naaimachine
o Uitgave = aankoop van naaimachine => machine betalen (éénmalig)
o Kost = machine gebruiken om badjassen te maken = verbruiken levensduur
machine (= productiemiddel)
ð Afschrijvingen (jaarlijks)
2
,D4 – Verschillende soorten kosten (her)kennen
Kostensoorten = kosten met gelijkaardige economische kenmerken
= Categorische indeling van kosten:
1. Kosten van grond- en hulpstoffen
• Grondstoffen = worden verwerkt (Vb.: katoen)
• Hulpstoffen = grondstoffen maar geringe hoeveelheid (Vb.: draad)
• Vaak afval en uitval
2. Kosten van arbeid
RSZ WG RSZ WG
RSZ WN
BEDRIJFSKOSTEN Bedrijfsvoorheffing
Brutobezoldiging
voor
WG Nettobezoldiging
Andere Andere
personeelskosten personeelskosten
3. Afschrijvingskosten
• Duurzaam productiemiddel (Bv.: gebouw, machine, auto) kan meermaals
aangewend worden maar heeft een specifieke economische gebruiksduur
• We verbruiken economische gebruiksduur door het aanwenden van het
productiemiddel => KOST
• Boekhouding zal jaarlijkd bij afsluiting de kost van afschrijving bepalen:
o Aanschaffingswaarde (AW) = aankoopprijs + bijkomende aankoopkosten
o Gebruiksduur (t) = bv. 5 jaar voor auto’s, 10 jaar voor machines, …
Afschrijvings%: 5 jaar = 20% per jaar, 10 jaar = 10% per jaar, …
o Restwaarde (RW) = waarde op einde economische levensduur
o Afschrijvingsbedrag (D) = KOST
3
, METHODES
ð Lineaire afschrijvingsmethode
D = (AW – RW) / t
Gegegven
- Aankoopprijs van machine: €50 000
- Installatiekost: €1 250
- Restwaarde: €1 250
- Economische levensduur: 5 jaar
• Veel gebruikte methode
• Eenvoudig
• Nadeel: jaarlijks hetzelfde bedrag, geen weerspiegeling van de realiteit à
andere methode mogelijk
ð Degressieve afschrijvingsmethode
• Eerste jaren hoog bedrag, daaropeenvolgende jaren minder
• Enkel fiscaal aanvaard indien eerste jaren het afschrijvingspercentage <
dubbel lineair afschrijvingspercentage
• FORMULE D = boekwaarde x afschrijvingspercentage
= aanschaffingswaarde – som alle afschrijvingen
Gegegven
- Aankoopprijs van machine: €50 000
- Restwaarde: €0
- Economische levensduur: 5 jaar
Oplossing
Lineaire afschrijvings% = 100% / 5 jaar = 20% per jaar
D = (50 000 – 0) / 5 = 10 000 euro per jaar
Jaar 1: 40% x 50 000 = 20 000 euro
Jaar 2: 40% x (50 000 – 20 000) = 12 000 euro
Jaar 3: 40% x (50 000 – 20 000 – 12 000) = 7 200 euro
< 10 000 euro (= lineaire
afschrijving) à mag overschakelen
op lineair = 10 000 euro
Jaar 4: (50 000 – 20 000 – 12 000 – 10 000) = 8 000 euro
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur janavanderiviere. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.