Ik heb de meest gestelde examenvragen (van vorige jaren) uitgewerkt voor het vak preventieve en maatschappelijke aspecten. Dit vak wordt gegeven in het eerste semester van het eerste jaar tandheelkunde aan KULeuven.
EXAMENVRAGEN preventie
HOOFDSTUK 1
1. Benoem de verschillende niveau’s van preventie + geef 2 voorbeelden per niveau
Primaire preventie
Doelgroep: gezonde personen (individu, groep of gemeenschap)
Doel: de mond 100% gezond houden en oorzakelijke factoren elimineren
Voorbeeld: promotie suikervervangers, drinkwaterfluoridering, poetsindustrie, mondstuk maken voor
contactsport
Secundaire preventie
Doelgroep: individu waarbij gezonheid verstoord is
Doel: schade beperken, ziekte vroegtijdig opsporen en ziekte tot stilstand brengen
Voorbeeld: RX-diagnose, applicatie van fluoride lak
Tertiaire preventie
Doelgroep: individu met nood aan restauratieve tandheelkunde
Doel: aangerichte schade beperken en rehabilitatie: herstel van functie
Voorbeeld: plaatsen van vullingen, gebitsprothese, parodontale chirurgie
Primaire primaire preventie
Doelgroep: omgeving van het individu
Doel: preventieve maatregelen toepassen voorafgaand het tijdstip vanaf wanneer de aandoening kan
optreden
Voorbeeld: xylitol kauwgom bij toekomstige moeders, ouders bewust maken van hun eigen mondhygiëne
voor de mondhygiëne van hun kind
2. Early childhood cariës
Uitgebreide cariës aan bovenfronttanden
Door regelmatig gebruik te maken van zuigfles met zoetstoffen
’s Nachts gevaarlijk door weinig speekselproductie
Kinderen eten minder goed
Slapen slecht
Concentratie problemen
Negatief gedrag vertonen
Hoge kosten
3. Meest voorkomende mondaandoeningen?
Tandbederf
= het resultaat van een ecologische shift in de biofilm op het tandoppervlak die aanleiding geeft tot een
onevenwicht in de mineraalbalans
Bacteriën in tandplaque krijgen suiker (brandstof om te vermenigvuldigen) aangeboden en het afval dat hierbij wordt
geproduceerd is zuur
- pH gaat dalen en wanneer de kritische grens wordt bereikt gaat er netto meer mineraal uit het
tandoppervlak worden losgeweekt dan er terug wordt ingebouwd = demineralisatie (minuten)
Na het staken van de suikerconsumptie stijgt de zuurtegraad terug boven de kritische grens (mede door
buffermechanisme van speeksel) waardoor de losgeweekte mineralen (die nog in de biofilm zitten gevangen) terug kunnen
worden ingebouwd = remineralisatie (30min tot 2u)
Als men snel was gaan poetsen bestaat de kans dat je je biofilm (waar de mineralen inzitten) gaat wegpoetsen, het
is dus belangrijk om na een suikerconsumptie een voldoende lange rustfase in te bouwen zodat het
natuurlijk herstelmechanisme kan plaats vinden
, Als zuurstoten zich snel na elkaar opvolgen is er onvoldoende tijd om aangerichte schade te herstellen
dit leidt tot detecteerbare cavitatie
Frequentie is belangrijker dan de hoeveelheid!!!
Voornaamste bacterie in cariësontwikkeling is Streptococcus mutans
- Hoe vroeger de vestiging, hoe groter de aantallen, hoe groter de cariogene aanvalskracht
Graden van tandbederf
Graad 1 - Aantasting glazuur
- Oppervlak dof en krijtachtig wit geen klachten
- Reversibel
Graad 2 - Aantating dentine
- Geel bruine verkleuring uitlopers tandzenuw geprikkeld milde ontstekingsreactie +
gevoeligheid + cavitatie aanwezig restauratieve ingreep nodig
Graad 3 - Aantasting pulpa ernstige ontstekingsreactie + pijn + druk door afgesloten pulpaholte
pijnstilling dringt slecht door wortelkanaal behandeling
Graad 4 - Afsterven vitaal weefsel in pulpaholte bacterie tot voorbij wortel en gaat tot in het
omliggend bot abces terug pijn
- Kan een periode pijnloos zijn
Gingivitis en parodontitis
Gingivitis
- Tandvleesontsteking = opstapeling van bacteriën in de laag biofilm langsheen het tandvlees
ontsteking roodheid + zwelling + bloedneiging
- Reversibel
- Bij goede mondhygiëne zal de ontstekingsreactie verdwijnen
Parodontitis
- Structuren die het tandvlees vasthouden zijn ontstoken
- Ontstaat bij slecht poetsen en als gingivitis niet wordt behandeld (kaakbot en ophangvezels van de tand worden
afgebroken door bacteriële toxines)
- Tanden gaan losser zitten
- Tandvlees gaat wijken
- Gramnegatieve anaerobe bacteriën spelen een belangrijke rol
Erosie
= irreversibel verlies van hard tandweefsel door inwerking van zuren van niet-bacteriële origine
Oorzaken
- Intrinsieke zuren
- Extrinsieke zuren
- Te weinig speeksel
- Omgeving
Gebitselementen ondergaan vormverandering
Gevoeligheid
Esthetische problemen
Door verlies van beethoogte kunnen kaakgewrichtsklachten ontstaan
Andere aandoeningen
Tandtrauma
Ontwikkelingsstoornissen
Malocclusie
Tandslijtage
Schisis
Tandstandafwijkingen
Mondkanker
4. Catch-up fenomeen
Tandbederf bij jonge kinderen kan zorgen voor gewichtstoename en groei (in negatieve zin), ontwikkelingsachterstand en
een slechte nutritionele status
Na tandheelkundige ingreep toename in groeiritme (catch up fenomeen)
Over een periode van 1,5 jaar
,HOOFDSTUK 2
1. Recall bias
Vertekening in de resultaten van studies die ontstaat doordat deelnemers zich bepaalde zaken foutief herinneren
Retrospectieve (bv case control studies) zijn hieraan onderheving
2. Wat werd er onderzocht bij de Grand Rapids studie? Wat waren de conclusies en getroffen maatregelen?
Wat werd er onderzocht?
Studie opgezet om het verband tussen fluordie concentratie in drinkwater en het voorkomen van cariës
aan te tonen
Men vergeleek het voorkomen van tandbederf (uitgedrukt in DMFT-index) bij kinderen in Aurora (natuurlijk 1,4ppm fluoride
in drinkwater), in Grand Rapids voor en na drinkwaterfluoridering (1ppm)
Geen longitudinale studie want het zijn niet dezelfde patiënten na 10-15 jaar drinkwaterfluoridering die
worden onderzocht
Wat waren de conclusies?
Zeer sterke daling van DMFT-index na drinkwaterfluoridering in Grand Rapids
DMFT-index was na drinkwaterfluoridering in Grand Rapids gelijkaardig aan de DMFT-index in Aurora
Wat zijn de getroffen maatregelen?
Studie was zo succesvol dat men besloten heeft het drinkwater te fluorideren in Grand Rapids
3. Bespreek de begrippen prevalentie en incidentie. Kunnen deze parameters negatief zijn?
Deze waarden kunnen niet negatief zijn
Prevalentie
Aantal gevallen in een bepaalde populatie
Waarde tussen 0 en 1
Vaak in procent uitgedrukt
Bijvoorbeeld: in een bepaalde regio zijn er 442 kinderen waarvan er 82 tekenen van tandbederf vertonen
prevalentie = 82/442
Incidentie
Snelheid waarmee nieuwe gevallen zich voordoen in een bepaalde populatie
Berekend voor een bepaalde periode
Minstens 2 metingen nodig want het gaat om nieuwe gevallen die zich in een bepaalde periode
ontwikkelen
Bijvoorbeeld: in een bepaalde regio zijn er 510 kinderen en in een periode van 1 jaar werd er bij 62 van
hen tandbederf vastgesteld incidentie = (62x1jaar)/510
4. Bradford hill criteria
De criteria die nodig is om causaliteit aan te tonen indien om ethische of praktische redenen geen experimenteel
onderzoek (om aan te tonen dat blootstelling tot aandoening leidt) uitgevoerd kan worden
6 factoren die causaliteit aantonen:
Volgorde Blootstelling gaat vooraf aan de aandoening (longitudinale studie)
Sterkte Hoe sterker het verband, hoe aannemelijker de causaliteit
Specificiteit Indien de blootstelling ook tot andere aandoeningen leidt is de causaliteit minder
waarschijnlijk
Consistentie Voldoende studies moeten beschikbaar zijn en moeten allemaal bevestigend zijn
Dosis-respons Risico op aandoening is afhankelijk van de graad van blootstelling
- Uitzondering = drempelwaarde
Plausibiliteit Verband moet biologisch geloofwaardig zijn
5. Texas teeth
Witte vlekken en bruine verkleuringen vastgesteld op tanden door Dean dentale fluorosis
Texas = the town without a toothache: lagera cariësincidentie bij patiënten met fluorosis
Verband tussen F-gehalte en het voorkomen van fluorosis vastgesteld
, 6. Voorbeeld studie die de relatie beschreef tussen fluoride en mondgezondheid
1901 John Eager, arts USA marine gevestigd in Napels
- Screening van kandidaat-immigranten naar US
- Noteert aanwezigheid van bruine vlekken (denti neri) en gestreepte tanden (denti scritti) bij gezonde,
jonge mannen en vrouwen
- Eerste wetenschappelijke beschrijving, inclusief hypothese “link met iets in drinkwater?”
1901 Frederick Mc Kay, tandarts in Colorado Springs
- Analoge bevindingen in zijn patiënten
- Noemde dit “Colorado stain”
- Alle delen van bevolking aangetast, in wijde omgeving
1915 Fredering Mc Kay en GV Black, professor
- 5 publicaties over staining
Hypothesen Allerlei hypothesen werden geformuleerd:
- Calcium tekort
- Teveel aan ijzer
- Radioactiviteit
- Erfelijkheid
1927 Mc Kay brengt bezoek aan Napels
- Gehucht in Napels: kinderen hebben geen gevlekte tanden meer na omschakeling drinkwaterbron
- Is nu helemaal overtuigd dat het iets met het drinkwater heeft te maken
Mc Kay slaagde er niet in om oorzakelijke elementen te detecteren via analyses van drinkwater
1931 HV Churchill, ingenieur in aluminium mijnen
- Ontdekt toevallig fluoride in drinkwater (13,2ppm)
- Werd bevestigd in andere regio’s en in een ratexperiment
- Colorado stain = dental fluorosis
1928 Mc Kay stelt vast dat personen met gevlekte tanden minder tandbederf hadden
1942 HT Dean, tandarts-onderzoeker
- Lange termijn onderzoek naar gevlekte tanden
- Nationale epidemiologische studie “disease mapping”
- Relatie tussen F-gehalte en het voorkomen van fluorosis
- Ontwikkelde “Dean-index” voor fluorosis
- 1942: The town without a toothache (Texas)
7. Verschil tussen cross-sectioneel en longitudinaal onderzoek
Kijk extra papieren
8. Verschil tussen prospectief en retrospectief onderzoek
Kijk extra papieren
9. Verschil tussen descriptief en analytisch onderzoek
Kijk extra papieren
10. Wat is causaliteit?
Blootstelling leidt tot aandoening
Noodzaakt experimenteel onderzoek
Indien niet haalbaar (onetisch) Bradford Hill criteria (aan 6 voorwaarden voldoen)
Volgorde Blootstelling gaat vooraf aan de aandoening (longitudinale studie)
Sterkte Hoe sterker het verband, hoe aannemelijker de causaliteit
Specificiteit Indien de blootstelling ook tot andere aandoeningen leidt is de causaliteit minder
waarschijnlijk
Consistentie Voldoende studies moeten beschikbaar zijn en moeten allemaal bevestigend zijn
Dosis-respons Risico op aandoening is afhankelijk van de graad van blootstelling
- Uitzondering = drempelwaarde
Plausibiliteit Verband moet biologisch geloofwaardig zijn
11. Risicofactoren
Sommige blootstellingen voldoen niet aan alle criteria
Oorzaak-gevolg gerelateerd
Het concept “risicofactor” laat toe om het belang van een bepaalde factor in het ontstaan van een aandoening te
kwantificeren
Een risicofactor is een omgevingsfactor, gedragsfactor of een biologische factor (meestal bevestigd door
longitudinale studie)
Indien aanwezig: kans op ontwikkeling van de aandoening neemt toe
Indien afwezig: kans op ontwikkeling van de aandoening vermindert
Voorwaarden om een blootstelling als een risicofactor te bestempelen:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bot12. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.