HET MODERNISME
Om de problematieken van de hedendaagse kunst te begrijpen moeten we het verschil met de moderne kunst
aanduiden.
Twee manieren om hedendaagse kunst te begrijpen:
in principe is elke kunstproductie van één specifiek tijdperk “hedendaags” in de eenvoudige zin dat het
eigen aan die tijdperk is (de Renaissance is hedendaags ten opzichte van de 15de eeuw);
en toch verwijst in de 20ste eeuw de notie hedendaagse kunst naar een specifieke soort kunst, een
kunst die zich afscheid van de vorige namelijk de moderne kunst.
Hedendaags: een eigen soort omgaan met medium en eigen thematieken. Maar om dat begrijpen moeten we
een paar onderscheiden zien met de moderne kunst.
Dus > “crash course”, een korte inleiding in de moderne kunst.
Over welke periode gaat het? Ongeveer 1860-1960.
Culturele principes: vooruitgang, rationalisme, humanisme, moderniteit is een alg. houding tegen
vastgeroeste principes.
Het woord modern richt zich tot een manier en niet tot een tijdperk/
Modern = een manier van denken & niet alleen een tijdperk + zoeken naar het nieuwe, dus een bepaalde relatie
t.o.v. het verleden, de traditie … Daarom de moderne filosofie begint veel vroeger (17de eeuw, met Descartes)
dan de moderne kunst (in de strikte zin van het woord).
In de 19e eeuw was er een opvallende tegenstelling in de kunstwereld, belichaamd door de Salon des Refusés,
een initiatief georganiseerd door de overheid waarbij een platform werd geboden voor kunstwerken die waren
geweigerd door Parijse kunstacademici. Het eerste Salon des Refusés werd georganiseerd in 1863.
Hierdoor ontstond een conflict tussen de gevestigde academische kunstwereld en de kunstmarkt waarin de
geweigerde werken een plaats vonden. De kunstacademies bepaalden het leven van kunstenaars en oefenden
controle uit over de carrières van kunstenaars via prijzen, esthetiek, tentoonstellingen en verzamelaars. Het
doel van de academies was het beheersen van de techniek en het presenteren van traditionele motieven. De
macht van de kunstacademies in die tijd was enorm, aangezien ze ook de juryleden, opdrachten en grote
prijzen bepaalden. Op cultureel niveau klonken ze conservatief. De Salon-tentoonstellingen vormden echter een
tegenvoorbeeld van dit conservatieve karakter.
1
,Bespreek de verhouding van de moderne kunst ten opzichte van de academische kunst. Focus op de opvatting
van het artistiek proces, het maken en het tentoonstellen van beelden.
In de academische kunst moesten kunstwerken gemaakt worden volgens de regels en tradities van de
kunstacademies. Hun doel was het bemeesteren van de techniek en het voorstellen van traditionele
motieven: historisch belangrijke momenten, allegorieën, religieuze motieven,…. Het gaat om de nabootsing van
eeuwige, symbolische vaak allegorische modellen. Dit wil zeggen dat een idee of abstract begrip wordt
verbeeld in personificaties, personen en concrete zaken. Ze doen aan conformisme: bijna alles is gefixeerd
volgens vaste principes van compositie, techniek, kleur, … De gebruikte technieken zijn traditioneel,
bijvoorbeeld: olieverf op doek. Hun werken worden tentoongesteld in grote galerijen.
Titian
Venus van Urbino
1538
Een voorbeeld van academische kunst
De academische kunstwereld bepaalt het leven van de kunstenaars en de kunstenmarkt. Kunstacademici
hadden enorme macht op de kunstenaars die er toen studeerden: zij bepaalden de juryleden, de opdrachten en
er vielen grote prijzen te winnen.
De moderne kunst ontwikkelt zich tussen 1860 en 1960. Ze probeert de grenzen van kunst te verruimen. Het is
een zoektocht naar het nieuwe, het altijd maar opnieuw heruitvinden van de kunst. Ze willen mensen aan het
denken zetten: wat is wel en wat is geen kunst? Ze willen zich bevrijden van het verleden, van de traditionele
en academische kunst. Ze verzetten zich tegen bestaande kunstvormen en vormen zo een tegenreactie van
moderne kunstenaars op de academische kunst. Ze zijn controversiëler dan academische kunst: ze stellen het
artistiek proces in vraag, van het beeld zelf tot de institutie, het medium en wat het betekent, het concept
achter het kunstwerk. Hun eigen kijk op de wereld en maatschappij speelde hierbij een belangrijke rol. Ze
zoeken eeuwige schoonheid in het toevallige, het alledaagse, het banale. Hierbij is persoonlijke expressie het
belangrijkste. Ook het effect van het schilderij is belangrijker dan een precieze weergave van het beeld.
Hierdoor kwam een explosie van stijlen en stromingen op gang: (post)impressionisten, expressionisten,
symbolisten,… Er is geen vaste set van regels voor deze moderne kunst, geen vast criterium. Ze vragen zich af:
wat is een ervaring en hoe kunnen we dat weergeven? Impressionisten zoeken naar de manier waarop kleuren
en vormen ontstaan, worden waargenomen voordat ze gestructureerd worden (door het perspectief).
Édouard Manet (1832-1883)
Olympia
1863 of jaren ’60 van de 19de eeuw
De beelden werden tentoongesteld in kleine galerijen. Ze werden geweigerd in grote galerijen en richten
daarom hun eigen “salons des refusés” op. Toen waren deze werken nog niets waard. Ze kregen enkel
ondersteuning door modernistische schrijvers en welbepaalde rijke aristocratie. Ze werden uitgelachen en
geschandaliseerd. Er was geen voorbestaand publiek, waardoor ze zich in de marge bevonden, niet
aanvaardbaar in de publieke ruimte.
2
, Gustave Courbet
Un enterrement à Ornans
Een begrafenis in Ornans
1850 of midden 19de eeuw
Gustave Courbet's schilderij "Un enterrement à Ornans" (1850) markeert een verschuiving in de kunstwereld.
Salons brachten geen massapubliek, werden vaak bespot en schandaliseerden, maar trokken
kunstverzamelaars en critici aan. Het immense doek, dat de begrafenis van Courbets grootonkel toont,
onderscheidde zich doordat het zowel gewone mensen als het tafereel zelf niet op een theatrale,
overdreven manier voorstelde.
De "geweigerden" organiseerden eigen tentoonstellingen buiten het officiële circuit, werden bespot en
schandaliseerden, maar creëerden tegelijkertijd een eigen wereld met verzamelaars en critici. Rond 1860
ontstonden ongeveer twintig gespecialiseerde tijdschriften, en invloedrijke figuren zoals Emile Zola, Charles
Baudelaire en Félix Féneon schreven over deze "modernen". Het discours rond kunst veranderde cultureel en
sociologisch, met een opkomst van progressieve aristocratie en rijke bourgeoisie als verzamelaars.
Édouard Manet (1832-1883)
Le déjeuner sur l'herbe
1862-63 of jaren ‘60 van de 19e eeuw
Het impressionisme, geïntroduceerd door kunstcriticus Louis Leroy, kenmerkt zich door de nadruk op de
bewegende aspecten van waarneming.
Claude Monet
"Impression, soleil levant"
1872
Dit illustreert het impressionisme met kleurenvlekken, korte en snelle verftoetsen, en overlappingen van
natte verf die licht- en kleurmodulaties mogelijk maken. De kunstenaars van het impressionisme, waaronder
Monet, vangen niet alleen landschappen maar ook alledaagse momenten in hun werken, zoals te zien is in
Monet's "La Loge" (1874). De weerspiegeling van kleuren tussen objecten speelt een centrale rol in deze stijl,
die de traditionele benaderingen van realisme en vaste contouren doorbreekt.
3