Celine Vanmeenen 1BaTPA2
Organisatiepsychologie
1 INTRODUCTIE IN DE ORGANISATIEPSYCHOLOGIE
1.1 WAT IS ORGANISATIEPSYCHOLOGIE?
Organisatiepsychologie of organisatiewetenschap – de wetenschappelijke studie van het gedrag in
organisaties.
Doel van de multidisciplinaire studie: het individuele gedrag en dat van groepen in organisaties beter
te begrijpen. we kijken dus ook naar de interpersoonlijke dynamiek
WAT IS EEN ORGANISATIE?
Robbins en Coulter over een organisatie:
Een organisatie bestaat uit twee of meer mensen die op een bewuste manier samengebracht werden
om bepaalde doelstellingen te realiseren en met het oog op de realisatie van deze doelstellingen
wordt een specifieke structuur ontwikkelt.
Mission statement – een verklaring waarin aangeduid wordt welke zaken de organisatie nastreeft.
Hierin wordt ook de gezamenlijke doelstelling vastgelegd.
alle medewerkers moeten hierachter staan anders kan dit zorgen voor disfuncties.
De taakverdeling en de coördinatie van taken onder de medewerkers is ook erg belangrijk, de
organisatiepsychologie bekijkt hoe bepaalde structuren van invloed zijn op de leerprocessen van
medewerkers, of op de motivatie van medewerkers.
Daarnaast streeft een organisatie ook naar continuïteit, het richt zich op de toekomst en al hetgeen
gebeurd heeft tot doel de continuïteit van de organisatie te garanderen. In het mission statement
staat vaak een onderdeel dat verwijst naar groeien, ontwikkelen, ... ze willen in de toekomst dus
blijven bestaan
Organogram of organisatieschema – stelt op een schematische wijze voor welke visies er zijn en
welke hiërarchische verhoudingen er bestaan in de organisatie.
Stakeholders – groepen die belang hebben bij de activiteiten van de organisatie, ze zijn afhankelijk
van de organisatie maar kunnen terzelfdertijd ook invloed uitoefenen. Deze hebben vaak
tegengestelde belangen. (het management zal moeten proberen deze weg te werken)
Aandeelhouders of shareholders – groepen die er alle belang bij hebben dat de organisatie blijft
voortbestaan. (medewerkers, management, leveranciers, klanten, ….)
Corporate values – de waarden die de organisatie nastreeft
DE ORGANISATIEPSYCHOLOGIE ALS WETENSCHAP
Organisatiepsychologie – een systematische studie van gedrag in organisaties, waarbij zowel
aandacht besteed wordt aan het individuele als aan het groepsgedrag.
o Wetenschappelijk, hiermee bedoelen we experimenteel en survey-onderzoek
1
,Celine Vanmeenen 1BaTPA2
Experimenteel – de onafhankelijke variabelen manipuleren om zo na te gaan hoe verschillen in de
afhankelijke variabelen ontstaan in functie van variaties in de onafhankelijke variabelen. zo
ontdekken we causale relaties, maar is niet makkelijk
Survey-onderzoek – een vragenlijst voor aan de respondenten, zonder dat hierbij variabelen
gemanipuleerd worden, maar hier heb je enkel samenhang tussen variabelen en geen causaliteit.
Doelstelling van organisatiepsychologie: een verklaring bieden voor het gedrag in organisaties en dan
ook dit gedrag proberen te voorspellen.
1.2 DE ECONOMISCHE OMGEVING VAN ORGANISATIES
organisaties zijn niet geïsoleerd van hun omgeving maar zijn er een onderdeel van.
Drie fundamentele manieren om een economie te organiseren:
o centrale geleide economie
o vrijemarkteconomie
o gemengde economie
1.2.1 de centraal geleide economie of planeconomie
hierbij leidt de overheid de productie van goederen en diensten vast, hoe deze geproduceerd zullen
worden en voor wie. Alle productie- en distributiemiddelen zijn van de staat.
De overheid zal hier ook de plannen van boven opgelegd geven, deze plannen geven richtlijnen voor
het hele land per sector en bedrijf voor de productie, hoe het moet gebeuren, aan welke prijs en aan
wie het verkocht moet worden en de leveranciers van de grondstoffen.
De bedrijven zijn onderling geen concurrentie, ze moeten elke gewoon hun opgelegde quota halen.
de allocatie (=toewijzing, verdeling) van middelen is hier niet optimaal en de welvaart wordt niet
geoptimaliseerd, dus heel wat zwaktes
1.2.2 de vrijemarkteconomie
hierin is er fundamentele vrijheid bij het produceren en consumeren. Ondanks wat je zou denken is
er geen chaos maar een onzichtbare hand die zorgt dat er geen tekorten of overschotten zijn.
Adam Smith wanneer alle individuen hun persoonlijk belang nastreven zal dit leiden tot een
onzichtbare hand die ervoor zal zorgen dat er een optimale welvaart voor de gehele samenleving zal
ontstaan. optimale allocatie van resources
Er zijn enkel tekorten en overschotten op korte termijn:
o tekorten prijs zal stijgen door prijsverhoging aanbod verhogen of andere producten
op de markt
o overschotten prijs zal dalen producenten zullen productie moeten stopzetten
er wordt enkel geproduceerd waar de consumenten naar vragen zo wordt de welvaart optimaal
De overheid moet hier enkel toezien dat de spelregels gerespecteerd worden.
1.2.3 De gemengde economie
Hierbij is er nog steeds vrijheid van productie en consumptie, maar de overheid zal hier de scherpe
kanten ervan bijstellen.
2
,Celine Vanmeenen 1BaTPA2
Overheid zal:
o Minimumloon instellen om zo de zwakkeren in de maatschappij een kans te geven
o Maximumprijzen voor goederen die iedereen nodig heeft
o Verbodsbepalingen stellen tegen consumptie van producten die schade kunnen brengen
o Een systeem van belastingen en subsidies zorgen voor een herverdeling van de welvaart
deze 3 typen zijn natuurlijk idealen en komen niet zo voor in de samenleving
1.3 HISTORIEK VAN DE ORGANISATIEPSYCHOLOGIE
1.3.1 de voorgeschiedenis
ADAM SMITH
Deed baanbrekend werk over de wijze waarop een samenleving haar welvaart kan optimaliseren. De
onzichtbare hand – theorie komt van hem.
grondlegger van het klassieke liberalisme
Smith werd gevraagd om de productie van een bedrijf te verbeteren, hij verdeelde de gehele taak in
een aantal deeltaken en liet elke medewerker slechts één deeltaak uitvoeren. Zo werden de
vaardigheden die nodig waren voor deze taak nog beter ontwikkeld en ging de productie nog sneller.
Comparatieve voordelen – ontstaan door de samenwerking van mensen met een verschillend
competentieprofiel.
de productie wordt toegewezen via het principe van de laagste opportuniteitskost
Opportuniteitskost – de kost van het niet gekozen alternatief
DAVID RICARDO
Toonde aan dat deze comparatieve voordelen ook op internationaal niveau toegepast kunnen
worden. De welvaart zal wereldwijd verbeteren wanneer landen hun producten enkel aan de laagste
opportuniteitskost maken. Maar de landen moeten dan wel aan handeldrijven kunnen doen.
1.3.2 Het scientific management
FREDERICK TAYLOR
Vond dat organisaties op een wetenschappelijke manier geleid moesten worden, wanneer het
management met wetenschappelijke inzichten onderbouwt wordt, zal de productie efficiënter
verlopen.
Hij was bezeten door tijds- en bewegingsstudies, hij bestudeerde welke beweging de meest efficiënte
waren en welke bewegingen overbodig waren. Hij omschreef deze voor elke taak en gaf daarbij een
tijdslimiet binnen welke deze bewegingen moesten gebeuren.
Hij ging ervan uit dat medewerkers van nature lui zijn en dat enkel financiële stimuli hen zal
motiveren. Hij voerde dan ook de prestatieloon in.
Prestatieloon – medewerkers worden betaald naargelang ze produceren.
3
, Celine Vanmeenen 1BaTPA2
Horizontale en verticale taakverdeling was noodzakelijk:
o Horizontale taakverdeling: het verdelen van complexe taken in subtaken die elk uitgevoerd
worden door verschillende medewerkers.
o Verticale taakverdeling: een medewerker behoort ofwel tot het management ofwel tot de
uitvoerende groep. Een medewerker kan niet goed functioneren als deze tegelijkertijd
manager en uitvoeder is.
op de uitvoerders moet ook voldoende toezicht gehouden worden aangezien ze lui zijn en ze niet van nature
op werken gericht zijn
Hij had ook oog voor:
o Interindividuele verschillen en vond dat men na moest gaan of de persoon voldoende over
de vaardigheid beschikte via selectie
o Intra-individuele verschillen, hij vond ook dat men aandacht moest hebben voor de plaatsing
van de medewerkers
De natuurlijke wet van samenwerking – een goede samenwerking tussen werknemer en ondernemer
mogelijk was.
Hij bestreed de visie dat de belangen van de werkman en ondernemer tegenstrijdig waren.
Homo economicus – de eenzijde opvatting van de mens. De organisatie werkt als een machine en de
medewerkers zijn rationeel van opvatting, ze willen zo weinig mogelijk werken en hun opbrengst
maximaliseren, ze worden graag geleid door anderen en reageren enkel op financiële prikkels.
HENRY FORD
Introduceerde de lopende band waarmee hij het te bewerken product door de fabriek heen
transporteerde
Fordisme – zo kon hij de prijs van de productie van een auto erg verlagen en werd het loon van de
werknemers verdubbeld. Auto’s werden nu betaalbaarder en de Ford T was maar verkrijgbaar in één
kleur en zonder verdere opties. Het was beschikbaar voor de massa.
We krijgen aandacht voor rekrutering en selectie, medewerkers worden geselecteerd en toegewezen
voor hun competenties. Hiermee hield de industriële psychologie zich bezig.
Medewerkers worden nog steeds als lui gezien en er wordt een belongingsbeleid opgestart om voor
de nodige prikkeling te zorgen. De medewerker moest zich aanpassen aan de machine en aan de
organisatie.
In technisch georiënteerde bedrijven zien we nog steeds deels deze vorm van management naar voor
komen. Waarin medewerkers hier verlaagd worden tot een verlengstuk van de machine.
1.3.3 De human relations beweging
Scientific management vervreemding bij de werknemers, wat op zich dan weer leidt tot stakingen.
Vakbonden gaan in opstand tegen de onmenselijke omstandigheden.
4