Dit document bevat een samenvatting voor het vak 'strafrecht' van de minor 'criminologie & strafrecht' aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. In dit document zijn de aantekening van de colleges opgenomen en uitgebreid met relevante informatie uit de voorgeschreven stof. Op mijn account is ook ee...
Samenvatting Ons strafrecht 2 - Strafprocesrecht - Formeel Strafrecht (RS0812222344)
Samenvatting Strafrecht 3 in tabelvorm inclusief arresten
Tout pour ce livre (114)
École, étude et sujet
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
HBO-Rechten
Strafprocesrecht
Tous les documents sur ce sujet (27)
1
vérifier
Par: ovaldezcruz • 5 jours de cela
Vendeur
S'abonner
cvl26
Avis reçus
Aperçu du contenu
Periode 1
Week 2: Rechtspositie verdachte en slachtoffer
Strafvorderlijke bevoegdheden moeten een basis hebben in een wet in formele zin.
Eerste boek WvSv, titel II: 'de verdachte
Eerste boek WvSv, titel III: 'de raadsman
Eerste boek WvSv, titel IIA: 'het slachtoffer
De verdachte
Art. 27 Sv geeft twee definities van het begrip 'verdachte'.
1. Als verdachte wordt aangemerkt 'degene te wiens aanzien uit feiten of
omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit
voortvloeit’--> voordat de vervolging is aangevangen (lid 1)
Eist een redelijke verdenking
Eist een redelijk vermoeden van schuld (verdenkingsvoorwaarde)
o Ontbreekt dit, dan mag er niet tot arrestatie worden overgegaan
o Het criterium van art. 27 lid 1 Sv bestaat uit drie elementen:
1) Er moet sprake zijn van een vermoeden dat betrekking heeft op de schuld
aan een strafbaar feit
2) Er moet sprake zijn van een vermoeden dat redelijk is (een louter
subjectief vermoeden is niet voldoende. Het vermoeden moet ook
objectief gezien gerechtvaardigd zijn)
3) Er moet sprake zijn dat het vermoeden van schuld voortvloeit uit feiten of
omstandigheden
2. Als verdachte wordt aangemerkt 'degene tegen wie de vervolging is gericht’--> na de
aanvang van de vervolging (lid 2)
Eist geen redelijke verdenking; degene die wordt vervolgd is verdachte,
onafhankelijk van de vraag over de vervolging op goede gronden is ingesteld of
niet
De rechtspositie van de persoon die wordt vervolgd, moet worden geregeld
onafhankelijk van de vraag of ten aanzien van die persoon (nog) een redelijk
vermoeden van schuld bestaat. Het enkele feit dat hij wordt vervolgd, maakt dat
noodzakelijk
Je blijft verdachte heten totdat de termijn voor hoger beroep is verstreken (art.
404 Sv)
Rechten van de verdachte in relatie tot art. 6 EVRM
In art. 6 EVRM worden rechten toegekend aan ‘everone charged with a criminal offence'. Er
is sprake van een criminal charge zodra 'vanwege de Nederlandse Staat jegens de
betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan
ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar geit door het OM een
strafvervolging zal worden ingesteld'. (Arrest redelijke termijn II).
Zodra de burger uit een officieel bericht of uit ander optreden van de autoriteiten kan
opmaken dat hij in staat van beschuldiging is gesteld, geldt hij als een vervolgde in de zin
van art. 6 EVRM. Denk hierbij aan kennisneming van een boete, een dagvaarding krijgen
etc.
Het maakt niet uit of er sprake is van een redelijke verdenking.
Veel van de rechten en beginselen van art. 6 EVRM zijn inmiddels overgenomen in
ons eigen strafrecht
Enkele van die rechten kunnen ook weer worden beperkt (zie bijv. art. 28e Sv, art.
32 lid 2 Sv en art. 46 Sv)
, Er wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten verdachten (zie bijv.
art. 28b Sv 'kwetsbare verdachte'). Denk bij een kwetsbare verdachte aan
minderjarige verdachten en aan verdachten met een psychische stoornis of
verstandelijke beperking. Een kwetsbare verdachte kan alleen afstand doen van het
recht op bijstand door een raadsman nadat deze raadsman hem over de gevolgen
daarvan heeft ingelicht (art. 28c lid 2 Sv). Hetzelfde geldt voor een verdachte van
een misdrijf waarop een gevangenisstraf van twaalf jaren of meer is gesteld. Een
minderjarige verdachte kan geen afstand doen van dit recht (art. 489 lid 2 jo. art.
28a lid 1 Sv).
Rechten verdachte
1. Zwijgrecht (art. 29 Sv)
Pressieverbod: de verhorende ambtenaar moet zich onthouden van alles wat de
strekking heeft een verklaring te krijgen, waarvan niet kan worden gezegd dat
deze in vrijheid is afgenomen (lid 1).
Zwijgrecht: 'de verdachte is niet tot antwoorden verplicht'. Hij moet hier voor zijn
verhoor op worden gewezen (cautie) (lid 2).
o In veel verschillende wettelijke bepalingen worden bepaalde personen
verplicht om aan de overheid informatie te verstrekken (belastingplichtige,
toezichthouder etc.) Maar de vraag is hoe de inlichtingenplicht zich verhoudt
tot het zwijgrecht (geldt de inlichtingenplicht ook als de belastingplichtige
wordt verdacht van fraude?). Het zwijgrecht gaat voor de inlichtingenplicht.
De inlichtingenplichtige mag dus zwijgen zodra er sprake is van een redelijk
vermoeden van schuld, dus verdachte. Informatie die de verdachte op grond
van een wettelijke plicht heeft verstrekt voordat er sprake was van een
redelijke verdenking, mag niet in het strafproces gebruikt worden (arrest
Saunders).
2. Recht op rechtsbijstand (art. 28 Sv jo. art. 6 lid 3 sub c EVRM)
Volgens het EVRM zijn er twee mogelijkheden: de verdachte kan zichzelf
verdedigen of hij kan dat doen met behulp van een advocaat.
De Nederlandse wetgever heeft niet gekozen voor een systeem waarbij
verplichte rechtsbijstand de regel is. Op grond van art. 28 lid 1 Sv heeft de
verdachte het recht om zich te laten bijstaan door een raadsman (geen
verplichting dus). Als de rechter vermoedt dat de verdachte ten gevolge van een
geestelijke stoornis niet in staat is zijn belangen behoorlijk te behartigen, kan hij
de verdediging opdragen aan een aangewezen raadsman (art. 28b Sv).
o Art. 28 lid 1 Sv geeft de verdachte gedurende het gehele strafproces recht
op rechtsbijstand, dus tijdens de terechtzitting en bij de voorbereiding van de
terechtzitting.
Consultatiebijstand (art. 28c Sv) --> voorafgaand aan het eerste verhoor mag
je met een raadsman overleggen (voor maximaal een half uur)
Verhoorbijstand (art. 28d Sv) --> bijstand door raadsman tijdens het verhoor
(arrest Soytemiz/Turkije). Volgens dit arrest mag de advocaat een actieve
houding aannemen tijdens het verhoor. Hij mag dus aangeven dat bepaalde
vragen suggestief zijn.
3. Recht op een tolk/vertaling (art. 29b Sv, 27c lid 4 Sv, 32a Sv, art. 6 lid 3 sub e
EVRM)
Art. 29b Sv en art. 6 lid 3 sub e EVRM --> recht op bijstand van een tolk
Art. 27c lid 4 Sv --> mededelingen over rechten worden gedaan in een taal die
verdachte machtig is
Art. 32a Sv --> recht op vertaling processtukken (op verzoek van verdachte)
, 4. Recht op kennisneming van stukken (art. 6 lid 3 sub b EVRM, art. 30 Sv en art.
48 Sv)
De verdachte moet de mogelijkheid hebben om van tevoren van de
gedingstukken kennis te nemen. Vanaf het moment waarop de dagvaarding is
betekend of de strafbeschikking is uitgevaardigd, mag de verdachte van alle
processtukken kennisnemen (art. 33 Sv). Datzelfde recht komt toe aan de
raadsman (art. 48 Sv).
o Kennisneming = op het politiebureau door de stukken heen gaan (dus
geen kopieën maken)
o De OvJ heeft de verantwoordelijkheid voor de samenstelling van het
dossier tijdens het opsporingsonderzoek (art. 149a lid 1 Sv)
5. Rechten bij aanhouding (art. 27c Sv)
Art. 27c Sv --> recht op mededelingen
6. Tijd en faciliteiten voor de voorbereiding zaak (art. 28 lid 4 Sv, art. 28c lid 1 Sv,
art. 28d Sv, art. 31 Sv, art. 45 Sv)
Art. 28 lid 4 Sv --> contact met raadsman
Art. 31 Sv --> stukken zonder beperkingen, de verdachte en zijn raadsman
mogen kennis nemen van deze stukken
Art. 45 Sv --> vrije toegang tot een raadsman, een raadsman mag dus niet
worden afgeluisterd etc.
7. Raadsman (keuze of toevoeging) (art. 38 Sv, art. 39 Sv)
Art. 38 Sv --> keuze raadsman, je mag altijd een keuze maken voor een
raadsman en anders zal er een worden aangewezen op jou verzoek
Art. 39 Sv --> aanwijzen raadsman
8. Recht op afschrift van stukken (art. 32 Sv)
Art. 32 Sv --> de verdachte heeft recht op een afschrift (kopie) van de stukken
waarvan hem de kennisneming is toegestaan
9. Ondervragen van getuigen (art. 263 Sv)
Art. 263 Sv --> de verdachte mag deskundigen of getuigen laten oproepen door
de OvJ
Het slachtoffer
Art. 51a lid 1 sub a Sv geeft een omschrijving van het begrip slachtoffer: ‘degene die als
rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of ander nadeel heeft
ondervonden’ (causaal verband).
Het slachtoffer kan in het strafproces in verschillende hoedanigheden optreden:
Hij kan getuige zijn geweest van het misdrijf waarvan hij het slachtoffer is geworden
Hij kan beklag doen bij het hof indien een strafbaar feit niet wordt vervolgd of een
vervolging wordt niet doorgezet
Als hij rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit, kan hij een
vordering tot schadevergoeding eisen, door zich als benadeelde partij in het
strafproces te voegen
Wanneer er aan hem toebehorende voorwerpen in beslag zijn genomen, kan hij zich
als belanghebbende daarover beklagen
Artikel ‘de rechtspositie van de raadsman tijdens het politieverhoor’
In het Besluit inrichting en orde politieverhoor is bepaald dat de raadsman alleen direct na
aanvang en direct voor afloop van het politieverhoor bevoegd is om opmerkingen te maken
of vragen te stellen. Tijdens het verhoor kan de raadsman de verhorende ambtenaar erop
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur cvl26. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.