Ik heb deze samenvatting geschreven voor het vak sociale psychologie. Alle informatie is behandeld en uitgelegd. Plaatjes in de samenvatting verduidelijken de theorieën. Daarnaast staat Cialdini H1 t/m 5 erin. Ik heb een 9 voor de toets gehaald.
Hoofdstuk 3: Denken over het zelf en anderen ............................................................................................. 8
Kijken naar ons zelf ............................................................................................................................................. 8
Kijken naar anderen ............................................................................................................................................ 9
Groepen ............................................................................................................................................................... 9
Attributies en vertekeningen ............................................................................................................................ 10
Hoofdstuk 4: Contact en communicatie ..................................................................................................... 12
Communiceren: ................................................................................................................................................. 12
Culturen en hun communicatie: ........................................................................................................................ 13
Dingen die communicatie kunnen bemoeilijken: ............................................................................................. 13
Hoofdstuk 5: Verschillende soorten relaties en hun processen .................................................................... 14
Liefde in relaties ................................................................................................................................................ 14
Gezinsrelaties .................................................................................................................................................... 14
Vrienden............................................................................................................................................................. 15
Sekseverschillen................................................................................................................................................. 16
Werkrelaties ...................................................................................................................................................... 16
Therapeutische relaties ..................................................................................................................................... 17
Hoofdstuk 6: Behoeften en motivatie ........................................................................................................ 18
Behoeften........................................................................................................................................................... 18
Waarden ............................................................................................................................................................ 18
Motivatie omzetten in gedrag .......................................................................................................................... 19
Emoties .............................................................................................................................................................. 19
Coping ................................................................................................................................................................ 20
Hoofdstuk 7: Groepsprocessen .................................................................................................................. 21
Processen binnen groepen ................................................................................................................................ 21
Besluiten nemen binnen groepen ..................................................................................................................... 22
Rechtvaardigheid en conflictstijlen .................................................................................................................. 22
Leiderschap in een groep .................................................................................................................................. 23
Processen tussen groepen................................................................................................................................. 23
Steun
Mensen die een gebrek hebben aan sociale relaties ervaren niet alleen eerder eenzaamheid of
depressie maar hebben ook meer kans op eerder overlijden, opgenomen worden in een
psychiatrische inrichting of het oplopen van hart- en vaatziekten. Sociale contacten vormen een
buffer tegen stress, relaties zijn een belangrijke bron van sociale steun.
Sociale steun kan 4 vormen aannemen:
1. Emotionele steun
2. Informationele steun: helpen door advies geven of informatie te verstrekken.
3. Instrumentele steun: praktische dingen doen (bijv. zorgen voor planten of dieren van
iemand)
4. Waarderende steun: bevestiging halen uit contact van anderen. Ze zien dat anderen
goedkeuren wat ze doen, dat anderen het op dezelfde manier doen of ze worden
aangemoedigd door anderen om vooral zo door te gaan.
Openlijke steun = zowel degene die helpt als degene die wordt geholpen, realiseren zich dat er steun
plaatsvindt.
Onzichtbare steun= de ontvanger krijgt steun zonder dat hij het door heeft.
Het zoeken en/of ontvangen van sociale steun is een belangrijke manier om met problemen of stress
om te gaan. (Coping)
Helpen en samenwerken
Mensen steken moeite in anderen niet alleen voor de ander maar ook voor eigenbelang, ook wel pro
sociaal gedrag of altruïsme genoemd. Een aantal redenen waarom mensen anderen zullen helpen:
1. Mensen delen een genetische band: volgens de theorie 'inclusive fitness' zijn mensen vooral
bereid personen te helpen met wie ze genetica delen. Dit komt door het willen laten
overleven van hun genen.
2. Verbetering van eigen reputatie: volgens de theorie 'competitive altruism' willen mensen
helpen om hun eigen reputatie te verbeteren.
3. Mensen voelen empathie voor de ander
4. Mensen zijn gemotiveerd om onlustgevoelens te verminderen: volgens de 'negative state
relief-model' hoeven mensen niet perse empathie te voelen om iemand in nood te helpen.
Een persoon kan zich ook ongemakkelijk gaan voelen door het lijden van de ander en juist
daarom helpen om die negatieve gevoelens weg te halen.
5. Mensen zijn gemotiveerd om zich goed te voelen: volgens de theorie van 'de mood
enhancement' helpen mensen omdat ze daarmee, onbewust, in een betere stemming
proberen te komen.
6. Mensen ervaren plichtsbesef
7. Mensen streven naar wederkerigheid: anderen helpen in de hoop daar in de toekomst iets
voor terug te krijgen of omdat de ander hen in het verleden heeft geholpen.
Positieve interdependentie = een situatie waarin mensen een doel alleen maar kunnen bereiken als
anderen met wie ze te maken hebben, ook hun doelen bereiken. (Samenwerking)
Negatieve sociale interdependentie = de situatie waarin men alleen hun doel kan bereiken als de
andere dit juist niet lukt. (Competitie)
Hulpverlenerssyndroom = als het helpen van anderen een manier is om het zelfbeeld positief te
houden -> men moet helpen om zich goed te voelen.
3
,Relaties
Kring van mensen:
1. Steungroep (7 personen)
2. Sympathiegroep (12-15 personen)
3. Weak ties: contact kan af en aan zijn
Mensen die mentale problemen hebben hebben vaak een kleiner sociaal netwerk. Elke 7 jaar ververst
de vriendenkring van een persoon.
Het eerste gevolg aan gebrek van sociaal netwerk is eenzaamheid, dit is een subjectieve
Ervaring. Twee soorten:
1. Sociale eenzaamheid: komt voort uit gevoel van sociaal isolement, een gebrek aan
Mensen om mee te praten of iets anders te ondernemen.
2. Emotionele eenzaamheid: komt voort uit de afwezigheid van een belangrijke centrale
persoon in het leven. Voor een kind is het een ouder en een volwassene een partner.
Zonder sociale contacten kunnen mensen het gevoel krijgen dat ze 'er niet bij horen.'
Dit kan ervoor zorgen dat mensen zichzelf negatiever gaan beoordelen en dat hun gevoel van
zelfwaardering daalt.
Ecogram = een schema van het sociaal netwerk van de cliënt. Bij een ecogram gaat het niet alleen
om familie, maar ook om niet-familieleden waarmee de cliënt een belangrijke persoonlijke
verbinding heeft zoals vrienden, kennissen, buren en/of collega's.
4
,Hoofdstuk 2: Sociale invloed
Vormen van sociale invloed:
• Klassieke conditionering: de hond van
Pavlov met het belletje.
Als er een hele tijdlang de GS
(geconditioneerde stimulus) voorkomt zonder
de OS (ongeconditioneerde stimulus) dan
ontstaat extinctie.
• Operante conditionering: door straffen en
belonen. De beloning die volgt op het
gedrag heet bekrachtiging.
Wet van effect = gedrag neemt na bekrachtiger toe,
gedrag neemt na straf af.
• Sociaal leren / modelling: leren door observatie (Bandura)
• Sociale normen: erbij willen horen beïnvloed ook. Het onderzoek van Asch en het onderzoek
van Zimbardo laat dit zien. Mensen gedragen zich anders onder invloed van de situatie.
• Macht: ander gedrag wanneer er een autoritair iemand aanwezig is. er zijn verschillende
soorten macht:
1. beloningsmacht = zijn in positie om anderen te belonen (een directeur die salarisverhoging
geeft)
2. bestraffingsmacht = in positie om anderen te straffen (een politieagent)
3. legitimiteitsmacht = formele positie zoals een rechter
4. referentiemacht = ze ontlenen hun macht aan het feit dat anderen hun willen zijn
(beroemdheden of leiders)
5. deskundigheidsmacht = ze hebben specifieke kennis die anderen nodig hebben om hun
doelen te behalen.
Wanneer wordt macht op een constructieve (opbouwend) manier ingezet?
- Wanneer macht wordt gebruikt om de effectiviteit van een groep te vergroten
- Wanneer macht in het teken staat van het groepsbelang en niet in het belang van de
machthebber
- Wanneer macht plaatsvindt met instemming van de groepsleden
• Emotionele besmetting: mensen nemen emoties van anderen over (onbewust). Dit heeft te
maken met spiegelneuronen en treedt op wanneer men oogcontact heeft.
• Sociale vergelijking: heeft ook functies namelijk de sociale norm bepalen, inspiratie op doen
bij anderen en het geeft hoop. (Bijvoorbeeld zichzelf vergelijken met andere kankerpatiënten
die er al beter aan toe zijn.)
Verschillen in vergelijkingen:
1. opwaartse en neerwaartse vergelijking
2. verschil tussen identificatie (men let op overeenkomsten) en contrast (men let op de
verschillen met de ander)
• Priming: het sneller herkennen of reageren op een stimulus omdat iemand deze eerder heeft
waargenomen.
• Overreding: mensen proberen elkaar met woorden en argumenten te overtuigen van iets.
(elaboration likelihood model)
5
, Elaboration likelihood model (ELM):
Theorie over twee routes van informatieverwerking die tot attitudeverandering kunnen leiden, de
centrale route en de perifere route, en de gevolgen van de genomen route voor de
attitudeverandering.
Stap 1: Centrale route of perifere route.
→Centrale route naar overtuiging:
De informatieverwerkingsroute die gevolgd kan worden als mensen gemotiveerd zijn en de
mogelijkheid hebben om grondige aandacht te besteden aan de argumenten in de boodschap.
→Perifere route naar overtuiging:
De informatieverwerkingsroute die gevolgd wordt als mensen geen aandacht kunnen of willen
besteden aan de argumenten en de reactie op de boodschap wordt bepaald door de oppervlakkige
cues, zoals de aantrekkelijkheid van de bron (bijv. knap persoon) en de vormgeving.
Stap 2: De resultaten.
→Resultaat bij de centrale route:
Langdurige en solide (standhoudende)
attitudeverandering
→Resultaat bij de perifere route:
Tijdelijke en oppervlakkige
attitudeverandering.
Perifere cues = oppervlakkige
kenmerken van de informatie uit de perifere route. Zoals:
• Betrouwbaarheid van de bron: een man in witte jas is betrouwbaar
• Aantrekkelijkheid van de bron: aantrekkelijke mensen worden positiever gezien.
• Bekendheid van de bron: bekende of beroemde mensen worden positiever gezien.
• Gelijkheid van de bron: mensen zijn sneller bereid zich aan te passen als de bron een gelijke
is.
Sociale beïnvloeding heeft een grotere kans om het gedrag van mensen te sturen als mensen het niet
doorhebben (onbewust). Als men het wel door zou hebben kan men zich er beter tegen wapenen.
Daarnaast blijkt uit onderzoek dat geloof in vrije wil ook invloed heeft. Zo zouden mensen die eerder
geloven dat zij een vrije wil hebben minder snel conformeren aan de groep dan mensen die dachten
dat zij geen vrije wil hadden. Het gevoel dat er geen vrije wil is kan ook doorslaan in depressieve
gevoelens, zo ontstaat de externe locus of control: men heeft het gevoel dat de controle over eigen
leven buiten zichzelf ligt.
Persoonlijkheid:
Door persoonlijkheid bepalen mensen hun eigen route en dus ook hun resistentie. Er zijn 5
belangrijke categorieën eigenschappen, ook wel de big five genoemd:
1. Extraversie
2. Mildheid: rekening houden met anderen en aardig voor medemens (altruïsme)
3. Ordelijkheid: behoefte aan regels en structuur en zorgvuldigheid. (Consciëntieusheid)
4. Emotionele stabiliteit (neuroticisme)
5. Openheid (voor nieuwe ervaringen)
Voor ongeveer de helft is persoonlijkheid aangeboren, de andere helft wordt gevormd door de
omgeving later in het leven.
6
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Meikevsr. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,90. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.