1 Boer B oefent reeds 25 jaar zijn landbouwbedrijf uit, als hij verneemt dat de gemeente
van plan is om dicht bij zijn bedrijf een vuilstortplaats te creëren. B is ervan overtuigd
dat de vogels en ratten die hierdoor zullen worden aangetrokken, ook naar zijn land
komen en de oogst zullen vernietigen dan wel verminderen gedurende de vijf jaren
welke hij nog voornemens was zijn bedrijf uit te oefenen. B overweegt een vordering
tot schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad tegen de gemeente in te
stellen.
Beoordeel de volgende stellingen.
I B kan met succes een vordering tot het betalen van schadevergoeding ten
aanzien van nog niet ingetreden schade op grond van onrechtmatige daad
instellen.
II B kan een verklaring vorderen dat de in de toekomst door de gemeente te
verrichten handelingen onrechtmatig zullen zijn.
a Stelling I en II zijn juist.
b Alleen stelling I is juist.
c Alleen stelling II is juist.
d Stelling I en II zijn onjuist.
2 Chauffeur A, werknemer van BV B, rijdt met een karretje vol dozen met nieuwe
voorraad de winkel binnen van C. C is op dat moment bezig om klant D te helpen. A
trekt in een onhandige beweging met zijn karretje de drempel los. Met zijn voet duwt
hij de drempel terug op zijn plaats. C heeft niets gezien. Twee dagen later struikelt
klant E over de loszittende drempel en komt ten val. Gevolg: een scheur in zijn leren
jas van € 500 en een gebroken arm. E spreekt C aan tot vergoeding van de schade.
C hoort van D dat het loszitten van de drempel door A is veroorzaakt. C stelt dat E
met zijn vordering bij A moet zijn.
Welke van de volgende stellingen is juist?
I E kan niet met succes A ex artikel 6:162 BW aansprakelijk stellen omdat er
geen sprake is van een onrechtmatige daad van A.
II E kan niet met succes A ex artikel 6:162 BW aansprakelijk stellen omdat er
geen sprake is van toerekenbaarheid bij A.
III E kan niet met succes A ex artikel 6:162 BW aansprakelijk stellen omdat er
niet voldaan wordt aan het relativiteitsvereiste.
IV E kan met succes A ex artikel 6:162 BW aansprakelijk stellen tot vergoeding
van de schade.
3 Vervolg op vraag 2
Bij A valt financieel niet veel te halen. E wil derhalve B BV dan wel winkelier C voor
de geleden schade aansprakelijk stellen.
Beoordeel de volgende stellingen.
I E kan met succes BV B ex artikel 6:170 BW aansprakelijk stellen tot
vergoeding van de schade.
II E kan met succes C ex artikel 6:174 BW aansprakelijk stellen tot vergoeding
van de schade.
a Stelling I en II zijn juist.
b Alleen stelling I is juist.
c Alleen stelling II is juist.
d Stelling I en II zijn onjuist.
4 Als gevolg van een windhoos waait een groot aantal pannen van het dak van het huis
van eigenaar E, waardoor de voor het huis geparkeerde auto van A zwaar wordt
beschadigd. Uit onderzoek blijkt dat de onderhoudstoestand van het dak uitstekend
was. A stelt E ex artikel 6:162 BW voor de geleden schade aansprakelijk. E weigert
echter de schade aan de auto te vergoeden, aanvoerend dat de schade door
overmacht is veroorzaakt (verweer 1) dan wel dat hem van het veroorzaken van de
schade geen verwijt kan worden gemaakt (verweer 2).
Beoordeel de volgende stellingen.
I E is in beginsel jegens A aansprakelijk op grond van art. 6:162 BW. Verweer 1
van E is daardoor juridisch relevant.
II E is jegens A niet aansprakelijk op grond van art. 6:162 BW. Verweer 2 van E
is daardoor juridisch niet relevant.
a Stelling I en II zijn juist.
b Alleen stelling I is juist.
c Alleen stelling II is juist.
d Stelling I en II zijn onjuist.
5 Vervoersonderneming V schakelt de zelfstandige transportonderneming T in voor het
uitvoeren van een vervoersopdracht van O. De feitelijke uitvoering wordt verricht door
chauffeur C, die in dienst is bij T. Tijdens het vervoer veroorzaakt C verwijtbaar een
ongeval waardoor schade aan de vervoerde goederen wordt toegebracht. De
eigenaar van de vervoerde goederen, E, lijdt hierdoor schade.
Beoordeel de juistheid van de volgende stellingen.
I E kan chauffeur C met succes aansprakelijk stellen voor de schade.
II E kan transportonderneming T niet met succes aansprakelijk stellen voor de
schade.
a Stelling I en II zijn juist.
b Alleen stelling I is juist.
c Alleen stelling II is juist.
d Stelling I en II zijn onjuist.
6 M heeft aan N volmacht verleend om namens hem te gaan stemmen voor de Tweede
Kamerverkiezingen. Terwijl N op weg is naar de stembus in het kiesdistrict van M,
veroorzaakt hij een ongeval waardoor O schade lijdt.
Beoordeel de juistheid van de volgende stellingen.
I O kan M met succes aanspreken tot het betalen van schadevergoeding op
grond van onrechtmatige daad (art. 6:162 BW).
II O kan M met succes aanspreken tot het betalen van schadevergoeding op
grond van artikel 6:172 BW.
a Stelling I en II zijn juist.
b Alleen stelling I is juist.
c Alleen stelling II is juist.
d Stelling I en II zijn onjuist.
7 Kunstenaar K komt met galeriehouder G overeen dat G een schilderij van K in zijn
galerie te koop zal aanbieden. G geeft werknemer W opdracht om het schilderij op
een bepaalde plaats in de galerie op te hangen. Korte tijd na de ophanging valt het
schilderij van de muur waardoor de omlijsting breekt en het schilderwerk ernstig wordt
beschadigd. Het schilderij blijkt op een poreuze plek in de muur te zijn bevestigd. W
was hiervan niet op de hoogte. G wel, maar hij was er op het moment van de
opdracht niet op bedacht.
Beoordeel de juistheid van de volgende stellingen.
I G is op grond van artikel 6:162 BW voor de door K geleden schade
aansprakelijk.
II K kan G op grond van zijn contractuele relatie met succes voor de geleden
schade aansprakelijk stellen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lottoacc. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.