Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Doorwerking Europees recht (RM3113) €10,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Doorwerking Europees recht (RM3113)

 54 vues  4 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting van de voorgeschreven literatuur van het vak Doorwerking Europees recht in nationale rechtsstelsels. Op enkele (Engelse) artikelen na, bevat de samenvatting alle voorgeschreven literatuur van het tekstboek en de artikelen.

Aperçu 4 sur 149  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1-3, hoofdstuk 5-10 en hoofdstuk 12
  • 28 janvier 2024
  • 149
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
Leereenheid 1 – Federale Rechtsorde

Leerdoelen
Na bestudering van deze leereenheid kunt u:
- Uitleggen wat de bronnen en leidende beginselen zijn die de verhouding tussen
Unierecht en nationaal recht beheersen;
- Uitleg geven over de gedeelde rechtsorde, de EU als constitutionele rechtsorde en de
verwevenheid van Europees en nationaal recht;
- Een analyse geven over de gevolgen van doorwerking van Europees recht voor de
soevereiniteit en de positie van Europese staten, inclusief rechtsvergelijkende
aspecten;
- Uitleggen welke rol het Hof van Justitie en de nationale rechters spelen bij de
toepassing van Europees recht;
- Uitleggen wat institutionele autonomie inhoudt.

Studeeraanwijzingen
- Readertekst 1;
- Tekstboek hoofdstukken 1 en 3.
- HvJEG 9 oktober 2001, C-377/98, Jur. 2001, p. 1-7079, ECLI:EU:C:2001:523 (Nederland
v. Europees Parlement en Raad).
- HvJEG 13 september 2005, C-176/03, Jur. 2005, ECLI:EU:C:2005:242 (Commissie v.
Raad).
- Bundesverfassungsgericht 30 juni 2009, zaak 2 BvE 2/08 (Lissabon Urteil).
- HvJEG 2 maart 2010, C-135/08, ECLI:EU:C:2010:104 (Janko Rottmann v. Freistaat
Bayern).
- HvJEG 8 maart 2011, C-34/09, Jur. 2011, ECLI:EU:C:2011:124 (Ruiz Zambrano)
- ECtHR, Ramadan v. Malta, 21 juni 2016 (Burgerschap van Malta).

Readertekst 1

Inleiding
De lidstaten hebben de EU opgericht waaraan zij bevoegdheden hebben toebedeeld om
gemeenschappelijke doelen te bereiken. Een deel van hun soevereiniteit in de zin van
exclusieve beslissingsmacht is daarbij overgedragen. De Unie is een soort federatie met eigen
wetgeving, bestuur en rechtspraak.

Voorrang en voortgang
Bevoegdheden die niet zijn toebedeeld, behoren toe aan de lidstaten (art. 4 VEU). Een
belangrijke waarborg bij de verhouding tussen de Unie en de lidstaten is dat het optreden
van de Unie moet berusten op een rechtsgrondslag in het Verdrag. Als een instrument een
meervoudig doel heeft, moet zij worden vastgesteld op grond van het Verdragsartikel dat
aansluit bij het hoofddoel. Wanneer harmonisatie van nationale wetgevingen slechts een
bijkomstig gevolg is van een handeling die voornamelijk een ander doel nastreeft, dan moet
deze alleen worden vastgesteld op grond van het specifieke Verdragsartikel dat aansluit bij
het voornaamste kenmerken. Maar een algemeen Verdragsartikel als artikel 114 VWEU
vormt een voldoende rechtsgrond voor een maatregel die harmonisatie van de nationale

,wetgevingen tot doel heeft, ook als deze maatregel daarbij in ondergeschikte orde tevens
een door specifieke Verdragsartikelen bedoeld doel nastreeft.

Bij het vaststellen van Uniewetgeving moeten er altijd een aantal beginselen in acht worden
genomen:
- Het beginsel van bevoegdheidstoedeling (art. 5 lid 2 VEU);
- Het subsidiariteitbeginsel (art. 5 lid 3 VEU); en
- Het evenredigheidsbeginsel (art. 5 lid 4 VEU).

Elke instelling moet er bij de uitoefening van haar bevoegdheden voor zorgdragen dat het
subsidiariteitsbeginsel in acht wordt genomen. Bij het onderzoek of Unie-optreden het
subsidiariteitsbeginsel wel respecteert, moet worden getoetst aan de doelstellingen die de
Unie beweert na te streven. Vaak zal door de Commissie al snel worden beredeneerd dat een
Unie-optreden efficiënter is dan een individueel optreden van lidstaten, of vrijwillige
coördinatie van nationaal beleid. Het Hof van Justitie kan dan niet anders dan vaststellen dat
het door de Uniewetgever vooropgestelde doel van dien aard is dat nationaal optreden
tekortschiet, zodat Unie-optreden ‘beter’ is. Om te voorkomen dat de Uniewetgever
onvoldoende rekening houdt met grondrechten, is het HvJ overgegaan op toetsing inzake
bijvoorbeeld het gelijkheidsbeginsel, het recht op een eerlijk proces, het ne bis in idem-
beginsel, het recht op menselijke waardigheid, de eerbiediging van de fysieke integriteit, etc.
Er staan nu in het Unieverdrag vier bepalingen die moeten garanderen dat de Unie en de
lidstaten de mensenrechten respecteren:
- Art. 2 VEU (rechtsstaat, mensenrechten)
- Art. 6 lid 1 (EU-Handvest), lid 2 (toetreding EVRM) en lid 3 VEU (algemene
beginselen).

Het HvJ komt sterk op voor de eigen autonome rechtsorde. Het staat vast dat Unierecht in
beginsel voorrang heeft op nationaal recht. Deze voorrang geldt zowel voor primair als
secundair Unierecht. Rechters zullen dus met Unierecht strijdig nationaal recht buiten
toepassing dienen te laten. Op grond van het beginsel van Unietrouw (art. 4 lid 3 VEU) heeft
dit als gevolg dat ook de uitvoeringsinstanties en decentrale overheden de plicht hebben om
het Unierecht loyaal na te komen. Indien de nationale wetgever de richtlijn te laat of onjuist
heeft omgezet, kunnen de rechtstreekse werking of richtlijnconforme interpretatie van
richtlijn in beeld komen.

Rechtstreekse werking houdt in dat een benadeelde zich voor de nationale rechter kan
beroepen op primair of secundair Unierecht en nakoming van Unierecht door de overheid
kan afdwingen. De bepalingen van Unierecht dienen zich dan naar hun aard te lenen voor de
toepassing van rechtstreekse werking. Dat is het geval als de bepaling duidelijk en
onvoorwaardelijk is. Verordeningen hebben naar aard en functie rechtstreekse werking.
Volgens het HvJ hebben ook sommige bepalingen uit het Verdrag rechtstreekse werking,
zoals de vier vrijheden.

Bij richtlijnen ligt het ingewikkelder. Niet alleen de rechter, maar ook decentrale overheden
zijn op grond van de Unietrouw in beginsel verplicht rechtstreeks werkende
richtlijnbepalingen toe te passen en de onjuiste omzettingswet buiten toepassing te laten,
indien de omzettingstermijn is verstreken en de richtlijnbepaling duidelijk en

,onvoorwaardelijk is. Volgens het HvJ hoeft de burger niet eerst naar de rechter, maar kan de
burger direct van de decentrale overheid eisen dat de richtlijnbepaling wordt toegepast en
bestuursorganen zijn dan gehouden strijdig recht buiten toepassing te verklaren.

Het oplossen van de spanningen tussen Unierecht en nationale recht hoeft niet altijd plaats
te vinden door de nationale wet buiten toepassing te laten. Het HvJ geeft aan dat de
nationale rechter via uitlegging van het nationale recht de schending van Unierecht
ongedaan maakt, kortom de verplichting tot conforme interpretatie van het nationale recht
in overeenstemming met het Unierecht. Deze methode wordt gebruikt als rechtstreekse
werking van Unierecht geen oplossing is.

De decentrale overheid kan (als de nationale wet zich daarvoor leent en dus de verschillen
niet te groot zijn) ook overgaan tot richtlijnconforme interpretatie: dan wordt de nationale
wet zo uitgelegd naar het doel en de bewoordingen van de richtlijn, dat de interpretatie
conform de richtlijn is (indirecte werking). Dat decentrale overheden zelf tot
richtlijnconforme interpretatie moeten overgaan, kan worden afgeleid uit het arrest Van
Colson en Kamann.

Nadelen van richtlijnconforme interpretatie zijn dat de rechter dan wel de decentrale
overheid gaat optreden als wetgever en dat een richtlijnconforme interpretatie de incorrecte
implementatie niet opheft.

De Nederlandse Grondwet
De aard en strekking van de Europese basisverdragen (VEU, VWEU), de oprichtingsverdragen
en de wijzigingsverdragen, geven het kader van de werking van Europees recht in de
nationale rechtstelsels. In een aantal grote arresten heeft het HvJ vastgesteld dat de
bepalingen van de verdragen en besluiten die zich naar hun aard en inhoud lenen voor
rechtstreekse werking, voorrang hebben op daarmee strijdig nationaal recht. De nationale
rechter dient strijdig recht buiten toepassing te laten.

Het uitgangspunt in Nederland is dat de regel van constitutioneel gewoonterecht dat
bindende regels van internationaal recht, deel uitmaken van de Nederlandse rechtsorde. Dit
heet ook wel monisme. Transformatie is hierbij niet nodig. De Nederlandse overheid dient
zich te houden aan geschreven en ongeschreven bepalingen van internationaal recht.

Behalve de ongeschreven regel inzake het monisme, gaan de artikelen 93 en 94 van de
Grondwet over de werking van eenieder verbindende bepalingen van verdragen en van
besluiten van volkenrechtelijke organisaties. Volgens artikel 93 Gw hebben zij verbindende
kracht nadat zij zijn bekendgemaakt, geregeld in de Rijkswet ter goedkeuring en
bekendmaking verdragen (art. 95 Gw). Art. 94 Gw luidt: “Binnen het Koninkrijk geldende
wettelijke voorschriften vinden geen toepassing, indien deze toepassing niet verenigbaar is
met een ieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke
organisaties.

, Tekstboek

Hoofdstuk 1 Unierecht en de Nederlandse rechtsorde

§ 1.1 Ontwikkeling van het Unierecht

De samenwerking binnen de EU wordt steeds nauwer en het Unierecht dijt uit. Dit werkt ook
rechtstreeks door in de Nederlandse rechtsorde uit kracht van de Unierechtelijke rechtsorde.
Het Unierecht schept rechten en plichten voor Nederlandse burgers, het bindt Nederlandse
overheidsorganen en het Unierecht kan in zaken die dienen voor Nederlandse rechters
worden ingeroepen. De Nederlandse rechter past het Unierecht ambtshalve toe.

§ 1.2 Betekenis van het Unierecht

1.2.1 De rol van het recht in de Europese Unie

De Unie is niet alleen gevestigd op en gebonden aan het recht, maar ook het merendeel van
het beleid dat de Unie voert, wordt gevat in recht. Met dat grote accent op het recht bij de
beleidsvorming, onderscheidt de Unie zich van veel volkenrechtelijke organisaties en staten.
Recht is veelvuldig ingezet als aanjager voor betere economische en politieke samenwerking
in de Unie, bijvoorbeeld bij het realiseren van de gemeenschappelijke markt eind jaren 70.
Dat alles tezamen heeft geleid tot een grote groei van het Unierecht. Ook het bereik van het
Unierecht is sterk vergroot; het bestrijkt inmiddels uiteenlopende beleidsterreinen zoals
milieu, mededinging, consumentenrecht en landbouw en visserij, onderwijs, cultuur en
veiligheid en justitie. De groei van de Unie kent ook ongemak. Zo wordt er de laatste jaren
meer dan in de perioden daarvoor kritiek geuit over het functioneren van de EU en proberen
Nederlandse politici meer greep te krijgen op EU-besluitvorming en EU-beleid.

1.2.2 Verhouding tussen Europese en Nederlandse rechtsorde

Artikel 4 lid 1 VEU maakt duidelijk dat de Unie alleen die bevoegdheden uitoefent die
uitdrukkelijk zijn toegedeeld in de verdragen en dat overige bevoegdheden toebehoren aan
de lidstaten. Artikel 4 lid 2 VEU bepaalt dat de Unie de politieke en constitutionele
basisstructuren, waaronder regionaal en lokaal zelfbestuur, alsook de nationale identiteit en
essentiële staatsfuncties, zoals landsverdediging en handhaving van de openbare orde, heeft
te eerbiedigen.

Artikel 5 lid 3 VEU bevat het subsidiariteitsbeginsel dat inhoudt dat de Unie op de terreinen
die niet tot haar exclusieve bevoegdheden horen alleen optreedt, indien dergelijk optreden
niet door de lidstaten kan worden verwezenlijkt.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tm596. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72042 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,49  4x  vendu
  • (0)
  Ajouter