Samenvatting (hoofdstuk 1 t/m 15) van het boek Grondbeginselen der Sociologie. Begrippen zijn hierin uitgelegd met ook soms een voorbeeld erbij. Na het gebruiken van grotendeels alleen mijn samenvatting had een medestudent een 8 behaald voor haar tentamen.
So many mistakes. Unclear, sins of my money.
Vendeur
S'abonner
manondejong
Avis reçus
Aperçu du contenu
Grondbeginselen der sociologie – Hugo de Jager, Albert L. Mok, Pauwke Berkers – Samenvatting H1 t/m 15
Samenvatting gemaakt door: Manon de Jong
Opleiding: Tolk Nederlandse Gebarentaal
Vak: Sociaal Bewustzijn
Schooljaar: 2017-2018
Aantal pagina’s: 45
, Hoofdstuk 1 Wat verstaan we onder sociologie?
1.1 Waarneming
Referentiekader = een geheel van kennis, verklaringen en oordelen met betrekking tot onze sociale omgeving.
We zien niet alles wat zich in de maatschappij afspeelt, want we selecteren op grond van ons referentiekader.
De dingen die je leert in je (sociale) omgeving. Tijdens het omgaan met anderen en tijdens de ervaringen met
die anderen.
In zekere mate stabiel, maar niet onveranderlijk.
Gezichtspunt = een leidend beginsel, een bepaalde belangstelling of theorie, dat selecteert uit de veelheid van
waar te nemen verschijnselen (bepaalde verschijnselen die je waarneemt door je referentiekader).
We kunnen vaststellen dat onze waarneming selectief is = hoewel we allemaal in dezelfde maatschappij leven,
hebben we daaraan niet per se allemaal dezelfde voorstellingen.
Mensen leren op een of andere manier op dingen te letten die verband houden met hun eigen
leefwijze, terwijl ze daarentegen vaak de meest gewone en vertrouwde dingen over het hoofd zien, juist omdat
die zo gewoon en vertrouwd zijn.
2.1 Zingeving
Sociologie = de wetenschap die het samenleven van mensen binnen grotere en kleinere verbanden empirisch
bestudeert (empirisch onderzoek = gebaseerd op eigen ervaringen).
Mensen en dieren verschillen van elkaar. De ene zegt omdat mensen beschikken over taal, de andere zegt dat
dit niet genoeg is en dat de mens ook bezit over mythen, kunst en godsdiensten, de mensen kennen
betekenissen toe aan ervaringen, dingen en verschijnselen.
Een andere manier om mens en dier van elkaar te onderscheiden wijst juist op wat mensen met
dieren niet of nauwelijks bezitten: instincten (= de dwang om op een bepaalde manier te handelen). Hierbij
ontbreekt er juist iets bij de mens.
Wat vaststaat is dat bij mensen leerprocessen van nauwelijks te overschatten betekenis zijn. Maar wat is het
dat mensen leren, van wie en aan wie?
In hun (sociale) omgang met anderen leren mensen allerlei dingen over hun samenleving. Wat ze hier
leren hoeft lang niet altijd ‘waar’ te zijn.
Behalve een zekere kennis hebben mensen meestal ook geleerd de dingen op een bepaalde manier te
verklaren.
Daarnaast leren mensen ook om positief of negatief te oordelen over wat zij weten en eventueel zien
gebeuren.
Ieder van ons heeft dus een bepaald beeld van de samenleving.
1.3 Referentiekader
De sociale bril = een referentiekader dat voortkomt uit de gemeenschappelijke ervaringen van verscheidene
mensen in ongeveer dezelfde sociale situatie. De sociale bril of de culturele lens waardoor de leden van een
groepering of samenleving de dingen op ongeveer dezelfde wijze zien en interpreteren.
1.4 selectiviteit
Sommige aspecten die wij selecteren voor ons referentiekader passen niet in ‘de’ sociale werkelijkheid (men
moet zich dan afvragen wiens werkelijkheid dat dan is).
Waarnemingsproblemen (iedereen die waarneemt, selecteert uit de veelheid van verschijnselen die
hij om zich heen aantreft).
Vormen van selectiviteit
- Selective perception = de selectiviteit waarin wij alleen maar in het gebodene (wat ons wordt
aangeboden) zien of horen.
- Selective explosure = we selecteren ook waarvoor wij ons opstellen of waaraan wij worden
blootgesteld.
- Selective retention = (retention = behoud/behouden). Wat wij onthouden wan wat wij hebben
waargenomen.
, - Selecteren waarover wij met anderen praten.
Ons waarnemen is het actief construeren van een bepaald beeld, in hoge mate afhankelijk van de waarnemer,
de beïnvloed is door sociale factoren. Berger en Luckmann noemden dit de sociale constructie van de
werkelijkheid. Mensen zijn sociaal ‘geprogrammeerd’ om dingen op een bepaalde wijze waar te nemen er er
op een specifieke wijze op te reageren.
1.5 Definitie van de situatie
Definitie van de situatie = ‘wat betekent dit voor mij?’ Dit gaat vooraf aan iedere reactie van mensen op
hetgeen hun pad kruist.
Zo’n interpretatie van en tegelijkertijd oordeel over een situatie of gebeurtenis berust uiteindelijk op
een vergelijking: men vergelijkt iets met wat vanuit de eigen situatie vertrouwd is en dat (daarom) als juist of
normaal wordt aanvaard.
Dat wat ‘iedereen weet’ hoeft niet altijd helemaal waar te zijn, en wat iemand waarneemt evenmin. Daarom
moet er een verhelderend onderscheid gemaakt worden tussen:
- Zakelijke werkelijkheid (object)
- Beleefde werkelijkheid (subjectief)
Deze werkelijkheden hoeven elkaar niet steeds te dekken. Inzichten, opvattingen en meningen (beleefde
werkelijkheden) zijn vaak niet ‘waar’, maar in het sociale leven wel een realiteit in die zin dat zij het gedrag van
mensen beïnvloeden.
Waarnemen = voor waar (aan) nemen zoals wij het beleven. ‘Ik heb het toch met mijn eigen ogen gezien?!’
Ervaringen en → Referentiekader: → Selectieve → Gedrag
leerprocessen - Kennis waarneming
in contact - Verklaringen
met mensen - Oordelen
→ Definitie van → ↑
de situatie =
beleefde
werkelijkheid
, Hoofdstuk 2 Sociologie als wetenschap
2.1 Ontstaan van de sociologie
- Het verloren gaan van de vanzelfsprekendheid in het leven van mensen, waardoor het problematisch
werd.
- Het ontstaan van het begrip ‘maatschappij’ als een aparte levenssfeer, los van de staat
- De opkomt van enen restauratiementaliteit, die de samenleving weer boven het individu ging stellen.
2.1.1 Vanzelfsprekendheid
Mensen worden zich pas bewust van de invloed van de samenleving op hun dagelijks leven als er iets in deze
samenleving drastisch verandert – anders dan je gewend bent. Veel van deze veranderingen worden gezien als
uitermate ongewenst.
Normatieve kracht van de feitelijkheid =de feitelijke gang van zaken gaat als norm fungeren, het is
altijd zo gegaan en ‘daarom’ hoort het ook zo.
Zo’n verandering kwam voor in Europa vanaf het midden van de achttiende eeuw en het begin van de
negentiende eeuw. Met kapitalisme en industriële revolutie wordt er onder meer bedoeld dat de sociale en
economische relaties tussen mensen en groeperingen grondig van karakter veranderen, vooral met betrekking
tot het productieproces en de arbeids- en bezitsverhoudingen.
Interdependentie = de onderlinge verwevenheid van wisselwerkingen (interactie) tussen vele sociale
verschijnselen.
Een crisis in de samenleving wordt gekenmerkt door een plotselinge en problematische sociale veranderingen,
die leiden tot grote onzekerheid en sterke onderlinge verdeeldheid op grond van uiteenlopende opvattingen
en belangen van de verschillende groepen in de samenleving.
2.2.1 Ontstaan van de maatschappij als een aparte levenssfeer
Maatschappij = het gaat hierbij om de secularisatie (= verwereldlijking/geboorte) van de voorstellingen over
menselijke samenlevingsverbanden. Met de begrippen maatschappij en samenleving wilde men aangeven dat
er een levenssfeer bestaat waar de staat geen invloed heeft en die ook niet hoort te hebben.
Sociale problemen = toestanden die niet alleen ongewenst, maar nu ook worden gezien als iets dat
bestreden moet worden.
De sociologie wordt ook wel eens een crisiswetenschap genoemd (het kon ontstaan door crisissen).
Sociale cohesie = sociale (cohesie = bindkracht/verbinding/verband)
2.1.3 Ontstaan van een restauratiementaliteit
Restauratiementaliteit
Maatschappijkritische beschouwingen
- Bij Marx (ook economie-man/filosoof) stond het bezitten of niet bezitten van de productiemiddelen
centraal en het winststreven van de kapitalisten ten koste van de proletariërs (niet-bezitter van de
productiemiddelen).
- Durkheim zocht de oorzaken van het verval van de maatschappij in de ontbinding van de vertrouwde
morele maatstaven: via onderwijs en beroep moesten nieuwe waarden en normen worden
doorgegeven die de integratie (=eenwording) van de samenleving zouden teweegbrengen.
- Volgens Weber werd het menselijk handelen bepaald – in het kort gezegd – door de instellingen die
mensen maken om elkaar te beheersen: de staat met zijn bureaucratie (‘de dictatuur van de
ambtenaar’), de politieke partijen en de economische instellingen, zoals de markt met zijn
mechanismen, waaraan mensen onderworpen zijn.
2.2 Omschrijving van sociologie
Enerzijds wilt deze wetenschap distantie (afstand) en anderzijds een bijdrage willen leveren tot sociale
beheersing (= actie en betrokkenheid).
August Comte legt de nadruk erop dat sociologie empirisch moet zijn (het boek zegt hier = ‘gebaseerd
op waarneembare feiten’. Maar empirisch betekent ‘gebaseerd op eigen mening). Daarom noemde hij deze
wetenschap positief. Volgens dit positivisme bestaat geldige kennis alleen uit wat positief gegeven is =
toetsbare uitspraken.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur manondejong. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.