Hi medestudent! Ben jij nog op zoek naar een goede samenvatting voor de cursus Ontwikkeling van persoonlijke relaties? Zoek dan niet verder! In deze samenvatting uit collegejaar 2023/2024 is alle stof van de cursus Ontwikkeling van persoonlijke relaties in één document te vinden. Dit zorgt ervoor...
Ontwikkeling van persoonlijke relaties
Hoorcollege 1: Vroege sociale ontwikkeling.......................................................................................2
Hoorcollege 2: Sociale netwerken gedurende de levensloop.............................................................9
Hoorcollege 3: Hoe ouders het sociaal leven van kinderen beïnvloeden..........................................18
Hoorcollege 4: Ouder-kind relaties voorbij de kindertijd..................................................................31
Hoorcollege 5: Vriendschap..............................................................................................................43
Hoorcollege 6: Status, selectie en invloed........................................................................................53
Hoorcollege 7: Ontluikende volwassenheid......................................................................................63
Hoorcollege 8: Eenzaamheid doorheen de levensloop.....................................................................67
Hoorcollege 9: Negatieve peer relaties.............................................................................................78
Hoorcollege 10: Romantische relaties..............................................................................................87
Hoorcollege 11: Online sociale relaties.............................................................................................96
1
,Hoorcollege 1: Vroege sociale ontwikkeling
Het begin van sociale relaties
Mensen zijn sociale wezens en vormen dan ook sociale relaties. Deze sociale relaties hebben een
sterke implicatie voor onze gezondheid en ons welzijn. Maar hoe begint de sociale ontwikkeling nu?
Over dit vraagstuk zijn klassieke en moderne theorieën.
Klassieke theorieën
Volgens de klassieke theorieën zijn baby’s niet in staat om sociale relaties aan te gaan tot hun 1 e tot 4e
levensjaar. De enige relatie die voor een baby belangrijk is in de sociale ontwikkeling, is de relatie met
de moeder. Baby’s zijn passieve ontvangers in de relatie en de moeder creëert een veilige ruimte voor
de baby om te ontwikkelen. De moeder zendt en baby ontvangt. In de moeder-kindrelatie wordt de
basis gelegd voor latere relaties. Peers beginnen er later in de ontwikkeling ook toe te doen.
Moderne theorieën
Moderne theorieën trekken de klassieke theorieën in twijfel. Zo is er een experiment gedaan met
baby’s. De baby’s kregen een kort poppenspel te zien waarin ze twee konijntje zagen. Eén konijntje
was vriendelijk en het andere konijntje was dit niet. Na het poppenspel lieten de onderzoekers de
baby’s allebei de konijntjes zien. De baby’s reikten dan naar het vriendelijke konijntje in plaats van het
onvriendelijke konijntje. Om te testen of dit geen toeval was hebben ze de shirtjes van de konijntjes
nog gewisseld en de volgorde in het poppenspel aangepast. Nog steeds reikten de baby’s naar het
vriendelijke konijntje. Kinderen kunnen dus vanaf jonge leeftijd al reiken naar degene die zich goed
gedraagt. Om te kijken of dit effect er ook al was bij kinderen die nog niet konden reiken is het
experiment opnieuw uitgevoerd. Uit dit experiment bleek dat de kinderen hun ogen bewogen naar
het konijntje dat zich goed gedroeg. Dit experiment laat zien dat kinderen een sterke sociale drang
hebben. Dit is dus iets wat aangeboren is of iets wat zich heel vroeg ontwikkelt in relatie tot de hele
sociale wereld. De moderne theorie stelt dan ook dat kinderen biologisch zijn voorgestemd om naast
de primaire zorgverlener aandacht te schenken aan anderen, zoals de opa’s en oma’s. Ook
peerrelaties zijn onderdeel van het systeem en onderdeel van de sociale ontwikkeling. Het hele
sociale systeem beïnvloedt een kind.
Volgens de moderne theorie is er dus sprake van focus op anderen. Om dit te
onderzoeken is er het scrambled faces paradigm onderzocht. Baby’s van 3 tot 27
minuten oud kregen bepaalde plaatjes te zien met onder andere gehusselde
gezichten. Deze plaatjes stonden op borden en deze zijn te zien in de
rechterafbeelding. Het bord ging over de baby heen en er werd gekeken hoe de
baby reageerde. Het richten van het hoofd en het richten van de ogen naar het
bord werd het meest gedaan bij het bordje wat het gezicht laat zien. Dit
gebeurde het minst bij het bord zonder gezicht. De
resultaten van dit onderzoek zijn ook in de
rechterafbeelding te vinden. Als je de baby rechtop werd
gezet, dan was er geen effect. De scrambled face rechts
bovenin riep in sommige studies significant meer
draaiingen van het hoofd en de ogen op, dan in andere
studies. In andere studies, zoals deze, is er geen verschil
gevonden tussen de twee scrambles faces. Als kinderen
een maand oud zijn zien we dit effect niet meer. Na een
maand hebben ze de hersenstructuur ontwikkeld om
gezichten en emoties te herkennen.
2
,Conclusie: Baby’s worden dus best sociaal geboren. Dit leidt ertoe dat de relaties die ze aangaan met
leeftijdsgenoten van belang zijn.
Dyadische peer relaties
Een dyadische relatie gaat om een tweetal. Dit zijn dus 1 op 1 peerrelaties. Er zijn drie vormen
dyadische peer relaties:
1. Contingentie
Contingentie is een van de eerste dingen die we zien gebeuren bij de sociale ontwikkeling,
want deze contingente reacties beginnen al na zes maanden. Contingente reacties bouwen
voort op wat de andere persoon heeft gedaan. Als een peer bijvoorbeeld een blokje pakt,
daarna een trein en tenslotte een auto, dan zal de leeftijdsgenoot ook eerst het blokje
pakken, dan de trein en daarna de auto. De leeftijdsgenoot doet dus hetzelfde in precies
dezelfde volgorde. Als de peers elkaar niet kennen, dan doen ze dit niet. Maar als ze elkaar
eerst niet kenden en dan langere tijd bij elkaar zijn geweest, dan ontwikkelen ze weer
contingente reacties. Je kan een contingente reactie zien als een patroon/routine die
specifiek is voor dat tweetal. De peers kunnen dus van elkaar leren.
2. Prosociaal gedrag
Prosociaal gedrag zijn vrijwillig acties die bedoeld zijn om een ander individu of een groep
individuen te helpen of ten goede te komen. Bij prosociaal gedrag doe je dus iets in het
belang van een andere groep. Er zijn verschillende soorten prosociaal gedrag:
a. Reacties op angst
Kinderen geven al op jonge leeftijd reactie op de angst van andere leeftijdsgenoten.
Deze reacties op de angst zijn een poging om in te grijpen voor een slachtoffer, om de
situatie te veranderen of in de distress te verminderen. Empathie is rond 2 jaar
ontwikkeld, maar de reactie op distress is er al veel eerder. Zo huilen kinderen die pas
geboren zijn als respons op andere kinderen die aan het huilen zijn. In een weeshuis
in Roemenië is dit bekeken. Als één baby’tje begon te huilen, dan ging dit gehuil als
een vloedgolf over de slaapzaal. Deze huilrespons begint al als kinderen ongeveer 34
uur oud zijn. Deze huilrespons is onderzocht door baby’s te laten reageren op een
andere huilende baby, het gehuil van een nepbaby en stilte. Het bleek dat de baby
het meeste huilde in reactie op een andere huilende baby.
Als de baby’s acht maanden oud zijn, dan zijn ze verder in de ontwikkeling en gaan ze
niet alleen maar zelf huilen als reactie, maar focussen ze ook naar anderen. In een
onderzoek hadden ze drie baby’s in een buggy in een driehoek tegenover elkaar
gezet zodat de baby’s naar elkaar konden kijken. De buggy’s stonden op een afstand
dat de baby’s elkaar niet aanraakten, maar dat ze elkaar wel konden aanraken als ze
hun best deden. Het gedrag was heel gelijkaardig en trad steeds in dezelfde volgorde
op.
i. Kijken: Als een peer begon te huilen, dan keken ze eerst richting de peer en
toonden ze interesse.
ii. Affect: Daarna lieten ze affect zien. Ze begonnen bijvoorbeeld een beetje te
lachen om ze gerust te stellen.
iii. Fysieke reactie: Vervolgens kwam er een fysieke reactie. Bijvoorbeeld naar
de ander reiken of geluidjes maken.
iv. Eigen angst: Als de peer na al deze acties nog steeds aan het huilen was, dan
pas begonnen ze ook te huilen.
Ze zijn bij 8 maanden dus al veel meer bezig met anderen geruststellen en de ander
wordt ook daadwerkelijk kalmer.
3
, Rond de 2 jaar oud zijn er meer individuele verschillen in de reacties op angst. Er zijn
verschillende strategieën om om te gaan met angst. Sommige proberen het probleem
op te lossen (bijvoorbeeld door een knuffel te geven), anderen worden agressief
(omdat ze niet weten wat ze ermee moeten) en anderen zullen gaan lachen en lijken
zelfs geamuseerd.
b. Delen
Rond de 12 maanden laten kinderen affiliatief delen zien (met bijvoorbeeld het doel
om samen te spelen). Er zijn wel veel kinderen die op die leeftijd nog niet delen. Het
kan zijn dat ze teveel gefocust zijn op zichzelf of dat ze weigeren om te delen. Deze
reacties zijn op deze leeftijd normaal. Rond de 18 maanden kijken we ook naar delen
als gevraagd. Als de ouder vraagt om het speelgoed te delen gaat het kind het dan
delen?
Er is onderzoek gedaan naar delen onder kinderen van 18 en 24 maanden oud. De
resultaten van dit onderzoek zijn in onderstaande tabel weergegeven. De twee linkse
balken gaan om delen met de ouder als dit niet gevraagd is en twee rechterbalken
gaan om delen met de ouder als die dit vraagt. Je ziet dat bij kinderen van 24
maanden oud bijna iedereen zal delen als het gevraagd is, maar als je het niet vraagt
dan zal 75% van deze kinderen ook al uit zichzelf delen. Bij kinderen van 18 maanden
oud zal slechts 25% uit zichzelf delen met de ouder. Het gaat hierbij over het begrip
van eigenaarschap. Als kinderen snappen dat je iets kunt bezitten, dan gaan ze delen,
want ze snappen dan dat het fijn is om iets te hebben. Ze delen dan dus makkelijker.
Vanaf 24 maanden oud gaan kinderen ook meer delen met leeftijdsgenoten. Dit is
ook gelinkt aan de ontwikkeling van empathie. Degene die meer gevoelig zijn voor
gevoelens (voornamelijk angst) van anderen zijn meer geneigd om te gaan delen.
Toch komt niet-delen onder deze leeftijdscategorie nog heel vaak voor.
Vanaf 48 maanden neemt het delen verder toe. Dit is ook zo als je een groep van
kinderen (zonder ouder) samen laat spelen. Deze kinderen zullen dan vaker gaan
delen. Dit is gelinkt aan de Theory of Mind (het standpunt van de ander in kunnen
nemen).
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur FleurvanSeters. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,97. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.