Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting: mens en organisatie €6,99   Ajouter au panier

Resume

samenvatting: mens en organisatie

 11 vues  1 fois vendu

Dit is een samenvatting van 'mens en organisatie'. Met deze samenvatting was ik er meteen van de eerste keer door.

Aperçu 4 sur 40  pages

  • 30 janvier 2024
  • 40
  • 2020/2021
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (11)
avatar-seller
yunavanreusel1
MENS EN ORGANISATIE
INTRODUCTIE ZIE NOTAS IN KAFT

ATTITUDE EN WERKTEVREDENHEID

1. WAT ZIJN ATTITUDES?

Een attitude is een basishouding die je hebt tegenover dingen, mensen, bepaald gedrag of gebeurtenissen.
 Vrij stabiel (kunnen veranderen door omgeving)
 Kunnen wel veranderen onder bepaalde omstandigheden  positief of negatief door invloeden
bv: meer videomateriaal maakt de les leuker

3 componenten: beïnvloeden elkaar

1) Wat vind ik daarvan? 
Denkvermogen, mening bv
examen was goed, ik vond de
vragen makkelijk

2) Hoe voel ik mij tov iets?  bv Ik
ben tevreden over mijn werk. Niet:
ik ben gewoon tevreden, want dat
is een emotie dus het moet gericht
zijn naar iets/persoon

3) Ik plan ontslag te nemen  wat is
uw intentie of plan? Niet: ik neem
ontslag, want dat is gedrag en het moet de intentie zijn




2. ATTITUDES, GEDRAG EN COGNITIEVE DISSONANTIE
Oorspronkelijk: Mens is rationeel (=mens gaat zich ernaar gedragen): attitudes sturen gedrag
o Nieuwjaarsvoornemens  intentie stuurt gedrag

Kritiek: attitudes volgen op gedrag i.p.v. andersom  Beinvloeden elkaar bv met de fiets naar werk, attitude: je geeft belang aan
ecologie. Gedrag: Ik ga elke dag met de fiets DUS de kans is groter dat attitude wordt aangepast maar ook andersom

Conclusie:
 Gedrag en attitudes kunnen elkaar beïnvloeden
 Mensen (en dus ook werknemers) streven naar consistentie en een positief zelfbeeld

2.1. COGNITIEVE DISSONANTIE
= Iets onaangenaam, wat werknemers willen vermijden bv werknemer moet document vervalsen, maar hij heeft als waarden
ethisch handelen dus de handeling is in strijd met zijn belang
 Elk mogelijke inconsistentie (=verschil) die iemand kan waarnemen tussen twee of meerdere attitudes of tussen gedrag
en attitudes  Elk mogelijk verschil die je kan ervaren, waarnemen tussen attitudes als die twee niet hetzelfde zijn

Impact?
 Onaangenaam: behoefte aan rechtlijnigheid

HOE COGNITIEVE DISSONANTIE VERMINDEREN?
Vb: milieu belangrijk, droom job aangeboden (veel reizen)  botst met uw waarde over ecologie
1. Veranderen attitudes: bv voorstander van ecologisch naar werk, maar plots is je job te ver dus moet je je attitude
veranderen
2. Veranderen gedrag: Ik zal maar met de auto gaan en niet met de fiets
1

, 3. Verschil tussen gedrag & attitude rationaliseren: redenen zoeken waarom dat wel oké is + vergelijken met anderen “ik
doe genoeg andere dingen, iedereen zou het doen, 1 persoon op vliegtuig maakt toch niet veel uit”
Stel dat een werknemer op zijn werk een document moet vervalsen van zijn leidinggevenden terwijl deze persoon het enorm belangrijk vindt om ethisch te
handelen. Bij het vervalsen van het document ervaart deze werknemer cognitieve dissonantie; het vervalsen van het document is namelijk in strijd met iets wat
hij zelf echt belangrijk vindt. Dit is zorgt voor een uiterst onaangenaam gevoel dat deze werknemer wil vermijden/verminderen. Deze werknemer zou de
dissonantie kunnen verminderen door zijn gedrag aan te passen en aan zijn baas te zeggen dat hij dit niet (meer) zal doen. Beloningen - zeker grote beloningen -
zorgen er voor dat iemand minder geneigd zal zijn zijn gedrag aan te passen omdat we de dissonantie gemakkelijker kunnen rationaliseren. Wanneer de
leidinggevende aan deze werknemer een financiële bonus belooft en aangeeft dat hij snel kans zal maken op een promotie, dan verkleint de kans dat de
werknemer zijn gedrag zal aanpassen. De grote beloning die hij zal ontvangen, zorgt er namelijk voor dat de werknemer het onethische gedrag gemakkelijker
kan rationaliseren (bv. "iedereen in mijn plaats zou dit doen"). De beloning verkleint dus de kans dat de werknemer zijn gedrag aanpast, maar zorgt er wel voor
dat het onaangenaam gevoel (en dus de ervaren cognitieve dissonantie) verkleint.


WANNEER COGNITIEVE DISSONANTIE VERMINDEREN?
Vb: je vindt verjaardagen niet belangrijk, uw vriend wel (= jarig)
1. Belangrijke attitudes: ja gaat proberen zijn verjaardag te onthouden( attitude veranderen), je vergeet het maar vindt
het niet zo erg (weinig belang)
2. Invloed/controle die je over zaken hebt (of denkt te hebben): Je vindt op tijd komen belangrijk maar je komt te laat, je
hebt zelf controle erover, je probeert vroeger op te staan, tenzij het aan het openbaar vervoer ligt  Weinig invloed
op, dus minder cognitieve dissonantie
3. Beloning gekoppeld aan dissonantie: bv geld, bonus

Dus:
 Ons gedrag vormt onze attitudes
 Onze attitudes sturen ons gedrag (hoe specifieker, hoe meer attitudes)
Sterkte hangt af van ≠ factoren, bv Belang van attitude, Mate van specificiteit…


3. GEDRAG OP HET WERK
Verzuim/absenteïsme  ongeplande afwezigheid van werknemers tijdens werktijden (geoorloofd (iemand is gestorven) versus
ongeoorloofd (je hebt een kater))

Verloop
 Het verlaten van de organisatie

Voorbeeldig werkgedrag/extra-rolgedrag/OCB
 Het vrijwillig opnemen van taken die bijdragen aan de effectiviteit van de organisatie
o Gericht naar organisatie bv. aanwezig zijn op events die niet verplicht zijn, maar wel belangrijk zijn voor de
organisatie
o Gericht naar individuen bv. een collega helpen die ziek geweest is

Ongewenst gedrag/ongepast gedrag/deviant gedrag
 Gedrag dat belangrijke normen of waarden van de organisatie schendt en daardoor het functioneren van de organisatie
en/of het welzijn van haar leden in gevaar brengt
o Gericht naar organisatie bv. stelen, steeds te laat komen
o Gericht naar individuen bv. Pesten

4. ATTITUDES OP HET WERK

REDENEN OM TE BLIJVEN:
Organisatiebinding/organisatiebetrokkenheid
 De mate waarin je je identificeert met je organisatie en er lid van wil blijven




2

, 1. Mijn moeder werkte hier ook
2. Weggaan  Financiële problemen
3. Burn-out, na 6 maanden kom je terug maar 2 weken later heb je een nieuwe aanbieding zou je het
doen?

1. Organisatiebinding/organisatiebetrokkenheid

o Vooral affectieve binding hangt sterkst samen met gewenste uitkomsten Bv. verloop & prestaties

2. Werktevredenheid/job tevredenheid
 de mate waarin je een positief gevoel hebt over je werk op basis van een beoordeling van de kenmerken ervan

Hoe in kaart brengen?
o Algemene score bv. Hoe tevreden ben je met je job?
o Verschillende werkfacetten (bv. loon, relatie met collega’s) in kaart brengen en samentellen

Wat maakt dat we tevreden zijn?
o Kwaliteit van het werk (bv. plezier, uitdaging, inspraak)
o Sociale relaties
o Loon? Ja, maar tot op een bepaald niveau…
= Als iemand voldoende verdient om aan uw behoeften te voldoen, heb je geen nood aan meer geld!

Belang van jobtevredenheid?
 Tevreden werknemers presteren beter, stellen meer extra-rolgedrag, zorgen voor een hogere klanttevredenheid,
stellen minder ongewenst gedrag en hebben een lager verzuim en verloop.
 Maar…

Constructief: positief Destructief: het boeit u niet veel

1. Actief-constructief: Omstandigheden willen
verbeteren, actie ondernemen
2. Actief destructief: ik heb het gehad ik neem
ontslag
3. Passief-constructief: Wachten op verbetering,
denken dat het beter wordt
4. Passief-destructief: Geen moeite steken om in
actie te komen


Bevlogenheid/work engagement
 de mate waarin je je werk uitvoert met energie, enthousiasme en toewijding




3

,  3 aspecten/dimensies:
o Vitaliteit = het gevoel hebben sterk te zijn en te bruisen van energieLage vitaliteit = wekker zetten, maar geen zin
Voorbeelditem vitaliteit: Als ik werk, bruis ik van energie
o Toewijding = ervaren van zinvolheid en betrokkenheidLage toewijdeing = Ik doe mijn job maar wat voor nut
heeft het?
Voorbeelditem toewijding: Mijn werk inspireert mij, hoe hard smijt je u, voel je u betrokken, vind je het zinvol
o Absorptie = mate waarin iemand echt opgaat in zijn/haar werk
Voorbeelditem: Ik ga helemaal op in mijn werk, de tijd is voorbij
gevolgen

 Positieve samenhang tussen productiviteit en engagement/bevlogenheid.
 Landen die hoger scoren op engagement, scoren hoger op productiviteit.

 Hoe meer rechts, hoe hoger de productiviteit

 Hoe hoger, hoe hoger de bevolgenheid

CONCLUSIE : hoe hoger de productiviteit, hoe hoger de bevolgenheid (=prestatie)

Bevlogenheid is hoger in landen waar…
o Er een lagere werkcentraliteit is (=hoe centraal is de job in mijn leven?)
o Er een sterke democratie en integriteit heerst, minimale corruptie en genderongelijkheid is
o Er een individualistische (ik focus mij op IK) cultuur is, met een lage machtsafstand (= relatie tussen werknemer en
leidinggevende zijn quasi gelijk) en lage nood aan het vermijden van onzekerheid  proberen we zoveel mogelijke
te vermijden


DIVERSITEIT
 Zie slides

MOTIVATIE

1. WAAROM IS HET BELANGRIJK?

Economische overwegingen
o Betere prestaties
o Minder ongevallen op de werkvloer
o Lager verloop
o Betere samenwerking
o Tevredenheid van klanten

Ethische overwegingen
o Ongeveer 16% van de tijd waarin je wakker bent => op je werk (over je hele leven)
o Algemene levenstevredenheid
o Gezondheid (bv. Slaapkwaliteit, hartproblemen, …)  (gedemotiveerde, slecht bv slaaptekort)

2. HET BEGRIP MOTIVATIE

Motivatie = Het proces in de persoon dat de intensiteit, richting en volharding bepaalt van zijn pogingen om een of ander doel te
bereiken.
 Intensiteit: geleverde inspanning, hoe hard iemand zijn best doet
 Richting: focus van de inspanning, waarop het gericht is Voldoen voor een goede motivatie
 Volharding: hoe lang kan iemand de inspanning volhouden
bv: studeren, werknemer aan pc


Optimaal gemotiveerd: alle drie de componenten
4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur yunavanreusel1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

62890 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter