LES 1: INTRODUCTIE & HERKENNING EN SCREENING VAN GEWELD
HERKENNING EN SCREENING
WAT IS INTRAFAMILIAAL GEWELD
= “Intrafamiliaal geweld (afgekort IFG) is elk dwingend, intimiderend gedrag dat uitgeoefend wordt tegenover een gezins- of
familielid of (ex-)intieme partner én waarbij dit dwingend (=hierarchisch verhouding bv ouder kind en niet ouder ouder)
intimiderend gedrag gepaard gaat met geweld of dreiging met geweld en een intrafamiliale invloed heeft”
Geweld: fysiek, psychisch en seksueel geweld, alsook economische verdrukking, isolatie. Het kan gaan over actief of passief
geweld of dreiging met geweld. Het geweld kan zowel gepleegd worden door volwassenen als door kinderen en adolescenten.
Zowel kinderen als volwassenen kunnen er het slachtoffer van zijn. Men kan zowel rechtstreeks als onrechtstreeks slachtoffer
zijn van intrafamiliaal geweld. Getuige zijn van geweld is in die zin ook een vorm van slachtofferschap.
Intrafamiliaal: zowel partners als ex-partners, ouders (of diegenen die de ouderlijke taak vervullen) tgo. kinderen, volwassenen
tgo. ouderen, kinderen tgo. ouders en kinderen onderling. Huisvrienden vallen buiten de afbakening van intrafamiliaal geweld.
VORMEN VAN IFG
Kindermishandeling: Ouder -> kind
Oudermishandeling: Kind -> ouder
Ouderenmishandeling: Volw. -> oudere
Partnergeweld: Ouder -> ouder
Siblinggeweld: Kind -> kind
Partnergeweld: Partner -> Partner (zonder kinderen) of ex
Het verschil tussen mannen en vrouwen is niet zo groot. Wel dat jongeren meer slachtoffer zijn. Bij seksueel geweld wel meer
vrouwen. 90% van slachtoffers meldt niet dat ze slachtoffers zijn.
EXPLORATIE VAN SIGNALEN, TOEGEPAST OP KINDERMISHANDELING
SIGNALENLIJST
Exploratie van signalen: lijst signalen = puur didactisch (=voor mensen op te leiden of voor mensen die er niet veel over
weten en veel in aaranking mee zullen komen)
o Weinigzeggend = elk signaal kan een signaal voor iets anders zijn (je kan niet direct zeggen dat is een signaal
voor intrafamiliaal geweld)
o Andere oorzaak bv blauwe plekken kan ook gewoon een kind zijn dat veel speelt
o Kennis ontwikkelingspsychologie nodig bv kind die bang is in het donker is normaal ipv een puber die bang is in
het donker
o Multiprobleem: vaak zijn er meerdere problemen die bijdragen aan signalen
Signaal = alarmbelletje, maar niet als checklist om er een conclusie op te stellen
Lichamelijke Voorbeelden:
Kind heeft verschillende, onverklaarbare blauwe plekken of andere verwondingen/kneuzingen
Kind is slecht verzorgd (bv. enkel T-shirt aan in de winter), niet hygiënisch (bv. ongewassen haar), …
Kind is vaak vermoeid, lusteloos, zwak
Kind vertoont een houterige manier van bewegen
1
,Gezinssignalen
Onhygiënische of gebrekkige leefomstandigheden
Gezin is sociaal geïsoleerd, weinig of geen betrokkenheid op de omgeving of de school
Gezin wisselt vaak van woning, huisarts, ziekenhuis,…
Signalen op school
Leerproblemen of ontwikkelingsproblemen bij kind
Problemen met taal / spraak
Kind is regelmatig afwezig of te laat op school
Dit waren niet enkel signalen voor intrageweld, maar ook bv pesten, faalangst
Casus Simon: Simon is 8 maanden oud. Zijn oma maakt zich ernstig zorgen: Simon vertoont motorische achterstand en reageert
niet adequaat op sociale interactie. Hij is niet ondervoed, maar is wel vaak ziek. De vader van Simon is schipper en is vaak weg
van huis, de moeder heeft een bipolaire stoornis en functioneert zeer wisselend. Bij momenten is ze niet in staat om aandacht
aan Simon te geven of voor hem te zorgen. Op dit moment is de situatie aan het escaleren: moeder ligt bijna continu in haar
bed, is (nog) meer beginnen drinken en Simon ziet er verwaarloosd uit… Signalen: Simon is vaak ziek, geeft niet vaak
aandacht (niet de bipolaire stoornis), het gaat niet goed met de moeder, verwaarloosd uitzien ( moeder die er alleen voor staat
niet, want kan perfect), familie die zich zorgen maakt, motorische achterstand (zeer belangrijk)
Hoe jonger een kind, hoe kleiner de alarmbelletjes moeten zijn!!!
VEILIGHEIDSTAXATIE EN RISICOTAXATIE
BELANG VAN VEILIGHEID EN RISICOTAXATIE
= Veiligheid en risico in kaart brengen om er iets mee te kunnen doen
Helpt om:
Veiligheid vergroten betrokkenen
Voorkomen van geweld
Plan van aanpak maken
Juiste hulp implementeren (welke organisatie gaat de juiste ondersteuning bieden)
Minder beoordelingsfouten
Gerichter observeren
BEPERKINGEN VAN VEILIGHEIDS- EN RISICOTAXATIE
Protectieve factoren vergeten
Bestaand foutenmarge
Geen richtlijn interventie
Weinig gekend instrument
Kennis en klinische ervaring nodig
Soms training nodig
Protectieve factoren niet onderschatten maar ook niet overschatten Hoe meer beschermende factoren, hoe kleiner het risico
geldt niet! Probeer alert te blijven
2
,RISICOMANAGEMENT
Volgende stap na risicotaxatie
Verschillende mogelijkheden:
Verwijderen bv. Arrestatie (niet ideaal, dader staat bv vaak binnen 2u terug aan huis)
Vermijden bv. Opvangen slachtoffers
Verminderen bv. Veiligheidsplan (voorkeur, minst invasief voor betrokkenen)
KINDREFLEX
Kindreflex (focus op veiligheid van kinderen voorbeeld) (Vanaf begin bijzijn door over te kinderen te praten) DOEL: tool om
hulpverleners die het moeilijk vinden of niet weten wat te doen met kinderen in een situatie, die te gaan helpen.
Stap 1: Over kinderen praten, je merkt dat het veilig is Toch regelmatig blijven praten over de kinderen
Stap 2: Merkt tijdens gesprekken op dat het moeilijker is, peil naar veiligheid
Stap 3: Als hulpverlener ouders ondersteunen om er voor de kinderen te zijn (empoweren), samen
naar oplossing zoeken
Stap 4: Je voelt dat het moeilijk blijft om voor de kinderen een veilige leefomgeving te bieden, meer
organisaties inzetten bv thuisbegeleiding (maar nog steeds in vrijwilligheid) Vooral nagaan of er
sprake is van verontrusting en bereidheid
Stap 5: Kinderen blijven in onveiligheid, dan ga je iets doen voor de kinderen bv iemand het huis binnenbrengen, (vrijwillig).
Mensen inzetten met meer mandaat, meer kennis Vooral herstel van veiligheid
Stap 6: VK = vertrouwenartskindercentrum voor mishandeling of OCJ. Gemandateerde voorziening, als ouders niet doen wat er
gezegd wordt, wordt de rechter er op gezet. (ouders worden verplicht, alleen gemandeteerde voorziening kan ouders tot iets
verplichten)
Kan bv zijn dat je van stap 2 naar stap 4 gaat, stappen terug zetten gaat ook. We proberen zo minimaal nodig naar stap 6 te
gaan. Bij baby’s gaan we veel sneller naar stap 6, want die zijn volledig afhankelijk van omgeving. Hulpverleners zetten de eerste
3 stappen standaard bij elke cliënt. De 3 vervolgstappen zijn afhankelijk van de situatie; ze zijn niet altijd aan de orde.
Examen: casus
RISICOFACTOREN VOOR DADERSCHAP
Wat verhoogt het risico dat je een dader wordt?
Situationele stress (plotse stress in specifieke situaties)– in combinatie met gebrekkige coping Kunnen ervoor
zorgen dat je ineens geweldpleging doet (kan ook bij situationele stress en geen gebrekkige coping, maar gebeurd
minder snel)
o vb. toename van conflicten in het gezin en de familie, ontslag, armoede, schulden, moeilijkheden met de
kinderen, corona Stressfactoren die erbij komen naast de algemene routine
Negatieve jeugdervaringen
Zelf slachtofferschap: pleger- en slachtofferrol ontwikkelen zich in de levensloop vaak als alternerende rollen (Bv
vroeger als slachtoffer nu als dader)
Alcohol- drug- en medicatiemisbruik
Sociaal isolement, eenzaamheid, hechtingsproblemen
3
, UITLOKKENDE FACTOREN
Cluster A: onrecht = onrechtvaardig behandeld voelen, verwaarloosd voelen bv op werk en mee naar huis nemen
Cluster B: disrespect = dader is slachtoffer geweest in andere situatie en dit mee naar huis neemt bv gepest geweest op
werk en mee naar huis nemen waardoor je in daderrol komt te staan
Cluster C: miskenning= genegeerd worden, als laatste gekozen worden en dit mee naar huis nemen bv nooit op goede
punten een reactie krijgen
Cluster D: onmacht= machteloos voelen, je wordt gedwongen om iets te doen, je wilt de macht terug waardoor het
risico groter is dat je geweld doet
Clusters zijn niet 100% afgescheiden, vaak combi van verschillende clusters die zorgen voor geweld
OEFENING: SYNDROOM MUNCHAUSEN BY PROXY
= ouder gaat ervoor zorgen dat het kind ziek lijkt. Ze voegen bv exact zoveel medicatie toe om het kind zwak te maken, maar net
niet genoeg dat het kind dood gaat. Kinderen verplichten om bepaald verhaal te vertellen, van dokter wisselen als de dokter te
dicht komt.
Definitie van internet: Kenmerkend voor het münchhausen-by-proxysyndroom is dat de plegers bij een kind fysieke of
psychische signalen of symptomen voorwenden of een verwonding of ziekte veroorzaken of verergeren. Plegers doen naar
anderen voorkomen alsof het kind ziek, beperkt of gewond is
LES 2: IMPACT VAN HUISELIJK GEWELD: CHRONISCHE STRESS,
NEUROBIOLOGISCHE GEVOLGEN, TRAUMABEHANDELING
VROEGKINDERLIJKE CHRONISCHE TRAUMATISATIE
Casus
De 10-jarige David is vanaf zijn geboorte getuige geweest van huiselijk geweld. Zijn vader sloeg zijn moeder regelmatig in elkaar.
Toen David 7 jaar was, had zijn vader zo hard geslagen dat zijn moeder niet meer bewoog. David heeft toen de politie gebeld.
Zijn vader werd daar zo boos om, dat hij David bijna gewurgd heeft. Zijn moeder is na dit voorval gescheiden en kreeg een
nieuwe vriend. David ziet zijn vader niet meer. De juf denkt dat David ADHD heeft; zijn concentratie is slecht en hij heeft
leerproblemen. Hij kan geen seconde stilzitten. Hij heeft geen rust in zich. Hij vraagt veel aandacht, voelt zich vaak tekortgedaan.
Hij is ook achterdochtig. Als hij zich pijn doet, verbijt hij zich en vraagt hij niet om troost. Soms doet hij zichzelf expres pijn. De juf
ziet hem nooit ergens van genieten. Hij krijgt vaak ruzie met andere kinderen. Hij wordt dan agressief en krijgt een ‘enge’ blik in
zijn ogen. Hij zegt dan dingen als ‘ik snijd je open en haal je darmen eruit!’. Andere kinderen zijn bang van hem. Hij laat hen
stiekem struikelen, treitert hen, vernielt hun spullen,… Nadien ontkent hij alles. Zijn tekeningen zijn vol geweld en hebben
regelmatig de dood als thema. Moeder hoort hem ‘s nachts soms gillen “laat me los, niet doen!”
Een diagnose die de DSM 5 net niet gehaald heeft, is: ‘complex developmental trauma’, een complexe vorm van PTSS,
die op meerdere domeinen symptomen geeft.
Dit geeft symptomen op vrijwel alle ontwikkelingsgebieden:
o Verstoorde emotie- en impulsregulatie (kinderen die snel impulsiever gaan reageren op triggers)
o Verstoorde cognitieve ontwikkeling, aandachtstekorten en verstoringen in het bewustzijn
o Verstoord zelfbeeld + negatieve ideeën over anderen, over de wereld
o Hechtingsproblemen, disfunctionele sociale vaardigheden
o Somatisatie en biologische disregulatie (verband tss trauma en ontwikkeling van lichaam) bv hoofdpijn,
buikpijn
David zou voldoen aan de criteria moest dit in de dsm staan (is zo’n chronisch getraumatiseerd kind). Dergelijke kinderen krijgen
doorgaans meerdere diagnoses, wat vaak lijkt tot verschillende soorten behandelingen
4