INLEIDING
Doel: ethisch reflecteren, Benodigdheden: Theoretische kennis, wettelijke kennis, zelfkennis, filosofie, attitude, Meerkeuze
examen: 8 punten, giscorrectie, Opdracht: 12 punten, casus vanuit stage, intervisie
INTRO DRIE LUIKEN
MOREEL DILEMMA
= Een omstandigheid waarin morele verplichtingen van een persoon (lijken te) vereisen dat hij twee verschillende, maar
incompatibele handelingen stelt, zodat het onmogelijk is om alle vereiste handelingen te stellen (Beauchamp & Childress, 2009)
Incompatibele = je moet een keuze maken, je kan niet het ene doen en het andere
Intuïtief aangevoeld & gewrongen gevoel
Aan de basis liggen doorgaans enkele normen/waarden die in het specifieke geval niet met elkaar te verenigen zijn
Waarden en normen die intern botsen
Morele waarde
Zaak waarvan men vindt dat ze goed, belangrijk of nastrevenswaardig is. (de ene keer ga je er wel naar handelen, de
andere keer niet) bv privacy, eerlijkheid..
Morele norm
Gedragsregel met een bepaald draagvlak in de groep ( het handelen zelf)
Bv vlees eten is de laatste tijd een morele norm of je mag geen geheimen
doorzeggen
bv Jurre (♂, 48j) is opgenomen. Zijn echtgenote vraagt om duidelijkheid waarom Jurre hun woonkamer in brand wou steken.
Jurre is nog niet aanspreekbaar. Of Stella (♀, 35j) haalt 49/100 voor een test. Ze heeft 50/100 nodig om door te gaan. Ze is
gemotiveerd en het zou veel voor haar zelfvertrouwen betekenen. Of Flip (♂, 15j) komt niet op gesprek. De ouders bellen met
de vraag of hij altijd komt opdagen. Ben je eerlijk tegen de ouders?
WAARDEN: BEVORDEREN, BESCHERMEN, BIEDEN…
Paternalisme= zoveel zorg willen dragen voor
iemand dat de autonomie van de persoon beperkt
wordt.
MOREEL VERSUS PRAKTISCH DILEMMA
Moreel: Wat zou ik moeten doen o.b.v. wat is het goede, wat is correct? Bv moet ik een intelligentietest bij iemand afnemen
Bepalen van moreel dillema criteria van Rothfusz (2010)
- minstens 2 alternatieven waaruit gekozen moet worden
- concrete mogelijkheden waaruit je moet kiezen
- alternatieven hebben te maken met waarden en normen. Het gaat dus niet om de vraag hoe je iets moet
aanpakken, maar is het correct?
- een dilemma voor jou als psychologisch consulent. Het is bovendien een dilemma voor een concreet individu, niet
voor ‘psychologisch consulenten in het algemeen’
Praktisch: Ik weet de richting, maar hoe kan ik het het beste doen? Hoe pak ik het aan? Bv hoe zal ik de intelligentietest
afnemen?
1
,3 DOMEINEN IN DE BEROEPSETHIEK
JURIDISCH LUIK: ‘PLICHTENLEER’
= Zorgt ervoor dat beroepsoefenaars verantwoordelijkheden nemen om hun job op een ethische manier te doen. Voor
psychologisch consulent is er nog geen deontologische code, maar als je in een beroepsvereniging zit, moeten we hier wel zo
veel mogelijk naar handelen. (richtlijn)
Verantwoordelijkheid nemen
richtlijnen en plichten
5 basisprincipes
- Beroepsgeheim & discretieplicht
- Respect voor de waardigheid van een cliënt
- Verantwoordelijkheid die je draagt als je taken uitvoert
- Competentie die je moet hebben en behouden
- Integriteit
Professionele richtlijnen
Minderjarigen
- Decreet rechtspositie minderjarigen in de integrale jeugdhulp ter bescherming
- Rechten van de minderjarigen
Wet patiëntenrechten
Wet op de privacy & AVG
- Bewaren en bewerken van informatie
- Hoe dossiers worden bijgehouden
Belang juridisch luik
Duidelijkheid over rechten en plichten voor alle partijen
Bescherming van cliënten
Biedt houvast
Maar:
Wetten en regels:
- ‘lopen achter de feiten aan’ (door zaken die al zijn misgelopen) Bv: pas regels over drones nadat buren zich
begluurt voelde.
- Kunnen nooit op alle situaties worden toegepast
- Impliceren (gaat uit van) vaak een conflictsituatie, maar wij gaan vaker uit van samenwerken.
MOREEL LUIK
Normen en waarden
- Niet over wat juist of fout is, maar zelf kritisch nadenken handelingenn: ethische reflectie
Moraalfilosofie: explicitering en fundering van normen en waarden
Ethische theorieën benadrukken (bv. 1 pnt hoger)
- Ofwel: de intentie, motivatie om gedrag te stellen (Immanuel Kant)
- Ofwel: gevolgen van handeling (utilitarisme)
o Als het positieve gevolgen had, was het een juist gedrag
Belang moreel luik
Motiveert tot ethisch handelen
Opbouwen professionele basisattitude
2
,PSYCHOLOGISCH LUIK
1) Invloed van
de werkrelatie
de problematiek
2) Praktische uitvoering
Hoe breng je in de praktijk wat je besloten hebt?
Op welke manier communiceer je dat aan de cliënt?
Naar welke organisatie kan ik doorverwijzen?
3) Bejegening: voor de cliënt: Belangrijker hoe ze iets te weten komen dan wat.
CONCLUSIE
Het juridische overschaduwt soms
Morele overtuigingen: ‘puur subjectief’
Praktische / psychologische kant: bekend verondersteld
3 domeinen zijn even belangrijk
komen ook terug in casusuitwerking
- Welke wetten en regels zijn hier van toepassing?
- Wat vind ik hier zelf van?
- Hoe pak ik het praktisch aan?
CASUSUITWERKING
1) Het herkennen van een ethisch dilemma
2) Een goed zicht krijgen op de casus
3) Morele principes expliciteren (eigen waarde en normen neerschrijven over de casus)
4) Alternatieven formuleren
5) Andere perspectieven onderzoeken (Juridisch luik, kijken in deontologische richtlijnen, wat zeggen ze dat je moet doen)
6) Alternatieven afwegen (psychologisch luik) (welke keuze maak je nu, waar is die op gebasseerd, hoe uit je dit naar de
betrokkenen) (Handelingsalternatief uitvoeren en evaluatie)
DEONTOLOGISCHE BESLUITVORMING
OP ZOEK NAAR HOUVAST
Zoeken naar bronnen (zaken in wetteksten, docenten inschakelen..) ,
maar in realiteit is dit moeilijk
Stappen lopen in de praktijk niet altijd in deze volgorde
Vaak een iteratief proces: wanneer je iets opzoekt komt er een extra
vraag naar boven. Op deze moment veranderd de morele vraag. De ene
collega kan een andere visie hebben dan de andere. De verschillende
stappen beinvloden elkaar. Door alle stappen komt een beslissing. Is dus
minder een stappenplan maar een proces
3
, ELEMENTEN BESLUITPROCES
De verschillende elementen beïnvloeden elkaar. (geen chronologische volgorde) Ook doen voor casus
(EERST: herken en kies een dilemma)
1) De situatie & de betrokkenen in kaart brengen
2) Het morele dilemma kernachtig duiden
3) Alternatieven formuleren
4) Andere perspectieven onderzoeken
5) Alternatieven afwegen, kiezen, uitvoeren en evalueren
HERKEN EN KIES
= Situatie waarin het lastig te bepalen is wat de beste/betere/minst slechte keuze is.
Persoonlijke of beroepsethische normen die niet met elkaar te verenigen zijn. (mag het doen of mag je het niet doen?)
Vaak intuïtief aangevoeld en men zit ‘gewrongen’ met de situatie.
Niet ‘wat moet ik in een concrete situatie doen’, want dat is een praktisch dillema
BELANG VAN EEN ‘ETHISCH BEWUSTZIJN’ EEN ATTITUDE
SITUATIE & DE BETROKKENEN BESCHRIJVEN
SITUATIE
- Heb ik voldoende informatie?
o Onduidelijke setting, leeftijd, context…
- Scheiding van feit en waarde
o Wees bewust van je klinische blik (wat zijn feiten? Wat zijn de interpretaties?)
o Wees bewust van je waarden die in het spel zijn (interpretaties)
Voorbeeld:
Ik werk in een CGG in een kleine stad. In het team werken we samen met enkele psychologen en een psychiater. Ik mag af en
toe zelfstandig gesprekken voeren.
Bert (23 jaar) is al drie keer bij mij op gesprek gekomen. Hij heeft een moeilijke jeugd gehad en voelt zich vaak eenzaam. Sinds
enkele maanden heeft hij nieuwe vrienden gemaakt op de hogeschool. In deze vriendengroep wordt veel drugs gebruikt, vaak
cannabis, maar soms ook cocaïne. In het vierde gesprek vertelt Bert dat hij, om zelf drugs te kunnen kopen, soms ook drugs
verkoopt. Hij verkoopt dit vooral aan de schoolpoort van het middelbaar in de stad. In die school gaat mijn eigen nicht naar
school, ze zit er in het zesde middelbaar. Als ik hiernaar doorvraag, wordt Bert wat achterdochtig. Hij zegt dat ik hierover tegen
niemand iets mag zeggen.
BETROKKENEN
- Wie merkt de effecten van mijn beslissing?
- Wie draagt de gevolgen van mijn beslissing?
- Wat is hun ‘belang’? Wat wil men? : inleven, perspectief nemen. Individuen, maar ook groepen of de samenleving
Voorbeeld:
- Bert: cliënt Belang: heeft nood aan vriendschap, wil inkomen om drugs te kopen
- Moeder Bert: belang ongekend
- Vrienden Bert: ongekend, van Bert weet ik dat de vrienden graag feesten en niet veel bezig zijn met de toekomst
- Minderjarigen middelbare school: belang ongekend
o Nicht: ze is onzeker en wil graag populair zijn
4