Volledige aantekeningen van alle hoorcolleges van het vak anatomie en fysiologie. Het bevat alle hoorcolleges: Fysiologie hart, Anatomie thoraxwand en mediastinum, Anatomie hart, Embryologie hart, Anatomie bloedvaten, Anatomie bloeddrukorganen, Anatomie urinewegen, Fysiologie nieren, Fysiologie vat...
Aantekeningen Anatomie en fysiologie
08/01 – HC Fysiologie hart
DEEL 1
Hartspierel trekt samen, die allemaal in het hart zorgen ervoor dat het gaat pompen.
2 bloedsomlopen:
1. Longcirculatie
Pulmonale bloedsomloop door de longen. Zuurstofarm pomp je er naartoe → neemt zuurstof op →
gaat door hele lichaam
2. Systemische circulatie
Aorta begin
De druk tussen deze 2 is anders.
- In systemische circulatie is de bloeddruk hoog (hierdoor kan je snel veel bloed rond pompen).
- In pulmonale is de druk laag, hierdoor kan je goed zuurstof opnemen want in de longblaasjes kan je
geen hoge druk hebben.
Als je niet 2 bloedsomlopen hebt heeft het hele lichaam lage bloeddruk, en kan je dus ook niet lang inspannen
bijvoorbeeld.
Linker ventrikel is grootste, daarboven linker atrium (komt zuurstofrijk bloed binnen). Dat bobbeltje in het
midden is aorta. En daar links is rechter ventrikel.
De wand van linker ventrikel die verdikt (trekt samen) en is overal ongeveer tegelijk. Al die hartspiercellen in
dat ventrikel moeten allemaal tegelijk samentrekken en ontspannen. Daardoor kan je druk opbouwen.
Er moet een systeem zijn waardoor al die hartspiercellen tegelijk samentrekken en ontspannen.
Dit is coördinatie, want als het fout gaat kunnen de gevolgen ernstig zijn.
Coördinatie: excitatie-contractie koppeling.
Systeem die ervoor zorgt dat cel samentrekt als je dat wilt. Contractie volgt op elektrische stimulatie:
1. Excitatie (elektrische stimulatie) = Actiepotentiaal
2. Contractie = Kracht ontwikkeling over tijd
Cel krijgt elektrisch signaal, dan trekt de cel samen. Hoe ontstaat elektrisch signaal?
,Elektrisch signaal ontstaat in het hart zelf. Het hart heeft automatie. Het is niet een proces waar je over na
moet denken.
Het hart kan zelfstandig samentrekken, hart heeft allemaal eigen ritme, dit betekent niet dat er geen input is
van CZS in het hart. Maar hart heeft zelf een ritme, omdat er pacemaker cellen in het hart zitten (gangmaker
cellen). Die zorgen dat hart samentrekt in bepaalde frequentie.
Rechts = linker ventrikel en atrium
Linksboven op afbeelding in SA node (sinusknoop) zitten de pacemaker cellen. Geel zijn geleidingssysteem
cellen (neuronen) die signaal doorgeven.
Excitatie-contractie koppeling:
1. Begin in rechter atrium in sinusknoop cel
2. Signaal verspreiden op specifieke manier
3. Van atria naar ventrikels door AV knoop
4. Komt in ventrikels terecht
5. Signaal wordt verspreid van cel tot cel
Eerst knijpen atria samen en dan ventrikels.
Signaal zijn actiepotentialen.
x-as = Tijd
,y-as = Potentiaal
Membraanpotentiaal = spanningsverschil tussen binnen en buiten. Potentiaal van -70 (getallen hoef je niet te
onthouden) maar weten dat cellen negatieve rustmembraan potentiaal hebben (meer negatieve lading in de
cel dan positieve ionen).
Actiepotentiaal = ionen (geladen deeltjes) die cel in- of uitgaan. Ionen kunnen normaal niet door membraan
heen maar eiwitten laten dat toe (kanalen en pompen) en daardoor kan je spelen met membraanpotentiaal.
2 vormen van actiepotentiaal:
- Langzaam: Sinusknoop cel (pacemaker cel)
- Snel: Ventrikel cel (trekt samen en levert kracht)
Belangrijkste verschil: als je ventrikel cel stimuleert dan verandert potentiaal niet, als je geen signaal geeft dan
doet ie niks.
Sinusknoop cel is nooit stabiel, ondergaat actiepotentiaal, loopt weer op, actiepotentiaal, weer negatief. Deze
cellen hebben ritme van zichzelf en maken actiepotentiaal de hele tijd, dat bepaalt je hartritme
(actiepotentiaal van sinusknoop).
Natrium
- Belangrijkste extracellulaire ion
- Concentratie hoogste buiten de cel
Calcium
- Veel minder aanwezig, lagere concentratie
- Maar ook hoger buiten de cel dan binnen
Kalium
- Belangrijkste intracellulaire ion
- Hogere concentratie binnen de cel dan buiten
Actiepotentiaal genereren in sinusknoop:
0,8 seconde – Cel is negatief geladen. Natrium kanalen gaan open en natrium kan de cel binnen gaan )blauwe
lijntje).
Natrium kanaal gaat dicht, en calcium kanaal gaat open. Membraanpotentiaal wordt positiever. Kalium kanaal
gaat open en kalium gaat naar buiten, potentiaal wordt negatiever.
Kanalen hebben geen energie nodig want alles gaat met concentratiegradiënt mee, van hoog naar laag.
Kanalen reageren zelf op membraanpotentiaal verschillen. Voltage-gated.
Kalium kanaal gaat open als het potentiaal positief is en gaat dicht als hij bepaalde negatieve waarde heeft
bereikt.
, Het is een automatisch proces.
Bij inspanning of angst heb je een hoge hartfrequentie. Dat komt door adrenaline.
Hartfrequentie kan beïnvloed worden door adrenaline.
Sympathisch zenuwstelsel: angstig of rennen, dan wordt noradrenaline afgegeven en verhoogd de
hartfrequentie.
Parasympatisch: rest and digest
Hartslag gaat omhoog door noradrenaline.
1. Noradrenaline bindt aan de cel.
2. Signaaltransductie waardoor iets aan natrium kanaal verandert.
3. Kanaal gaat wat verder open staan.
Volgorde van natrium, calcium enz. verandert niet maar het natrium kanaal (kleine oplopende stukje in blauwe
gedeelte) gaat sneller.
Elke keer als calcium kanaal open gaat dan krijg je een hartslag, dat is je actiepotentiaal die zich over rest van je
hart verspreid.
Hartslag gaat omhoog doordat alleen het natriumkanaal wat wijder wordt open gezet.
Hartslag gaat omlaag door acetylcholine.
Kalium kanalen worden wijder opengezet → meer kalium gaat naar buiten → cel wordt negatiever.
Meer natrium naar binnen terwijl kalium stroom hetzelfde blijft → Hartslaag omhoog.
Zelfde natrium naar binnen terwijl kalium meer naar buiten gaat → Hartslag omlaag.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur giuliavanerkel. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,75. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.