Samenvatting gebaseerd op de cursus, informatie uit de lessen en het handboek! Neem zeker het handboek erbij om de plaatjes te kunnen bekijken per ziektebeeld
De huid is het grootste orgaan en is het enige orgaan dat de patiënt eigenlijk zelf goed kan bekijken.
1. Jargon van de dermatologie:
Alles is rood en schilferend in de dermatologie. Het is nog steeds een zeer klinische wetenschap. Er
komt heel wat kliniek bij te pas. Je moet je ogen gebruiken! Je moet goed kunnen palperen en je
moet een bijzonder goede detectief talent hebben. De anamnese is ook zeer belangrijk.
Het vocabularium is belangrijk om de letsels goed te kunnen beschrijven. Hoe beter u beschrijft hoe
beter het wordt voor de dermatoloog om elkaar te verstaan.
We spreken van een letsel wanneer het maar een paar letsels zijn. Wanneer het een veralgmeend
letsel is spreken we van een eruptie/rash.
Opmerking: We spreken nooit van een rash als er maar 2 letsels zijn!
Het eerste wat we doen is kijken of de letsels vlak of verheven zijn.
o Macula: vlak + rood/of andere kleuren
o Papel: kleine vaste verhevenheid <5mm
De kleine zijn de papels (acne) en de grote zijn de nodules
o Vesikel: Letsels met vocht: kleine blaar<5mm
Huid is opgebouwd uit epidermis, dermis en de subcutis met vetweefsel. Bij een blaar kan
het vocht in de epidermis zitten (epidermale blaar) en wanneer deze in de dermis ligt
spreken we van een subepidermale blaar belangrijk is het kleine blaren met helder vocht.
Bij grotere blaren spreken we over een bulla
o Pustels: collectie van pus (acné) in een blaar.
Opmerking: Bij pus denk je aan etter/infectie maar je kan ook steriele pus hebben!
o Cyste: holte met epitheliale aflijning waar vocht of semisolied materiaal in zich
o Kwaddel: urticarieel letsel (netelkoorts letsel) jeukende verhevenheid
o De grotere verheven letsels noemen we plaques. (Bv. Bij psoriasis)
We kijken ook of er verschilfering is
o Fijne: piyiriasiform zemelen: kleine fijne schilfers
o Psoriasiforme schilfering: heel dikke schilfers
We kijken ook of de huid intact is
o Erosie: Oppervlakige epidermale schade: kans op litteken is klein.
o Ulcus: Dieper defect zowel van de epidermis als van de dermis
o Keratosis: verhoornde verdikking van de huid
o Lichineficatie: de huid is verdikt door chronisch krabben waardoor je heel duidelijk de
huidlijnen kan zien.
o Purpura: rode/blauwe/paarse letsels door extravasie van bloedcellen
Niet wegdrukbaar. purpura is een belangrijk letsel
DD: Bij een inflammatoir erytheem is dit wel wegdrukbaar.
o Telangiëctasie: gedilateerde dermale boedvaten
o Striae: elastisch weefsel is verdwenen atrofische lineaire letsels van de huid
HISTOLOGIE (zie geschreven samenvatting) De epidermis wordt continu vernieuwd. Om de 28 dagen
heb je een nieuwe epidermis. In de dermis zit vooral bloedvaten, zenuwen. De subcutis is de
isoleerlaag.
,DERMATOLOGIE SAMENVATTING
2. Dermatologisch onderzoek
ANAMNESE: Voor elke klassieke klacht stel je de traditionele vragen, de anamnese is erg belangrijk
o Wanneer begon het? Weken/dagen
o Heel belangrijk!!! wáár zijn de letsels gelokaliseerd?
Erg belangrijk: er is een wereld van verschil of de letsels voorkomen op de
romp/ledematen, strekzijde/flexuren, aangezicht, …
o Er kan ook evolutie zijn in de letsels!! Je moet dus ook vragen hoe het int begin was
o De jeuk? Wanneer heeft u jeuk? ‘S nachts wakker van de jeuk? Zo ja, belangrijke ziekte
MEDISCHE VOORGESCHIEDENIS
o Atopie? Vorige huidziekte?
o De huid is de spiegel van de ziel. Er Zijn heel wat interne pathologie die in de huid
manifesteren.
SOCIALE EN FAMILIALE ANAMNESE
o Allergie: wat doet de patiënt, hobby’s, thuis, werk,
o Familiale VG belangrijk: atopie, hereditaire problemen
o Medicatiegebruik!! Kan voor erupties zorgen. Dit kan zeer breed zijn (vitamines,
voedingssupplementen, thee, de pil!!!)
KLINISCH ONDERZOEK correleert met het medisch literair talent (dus dat je goed kan beschrijven)
1. Elementaire letsels bekijken 1 of meer, verschillende soorten
2. Zijn deze letsels scherp afgelijnd of niet (vage uitwijding)?
Monomorf(1 soort letsels) /pleiomorf (meerdere soorten letsels)
3. Configuratie: Liniaire rankschilling van de letsels? Of gegroepeerd? Of confluerend? Anulair
(ringvormige aspect)?
4. Koebner fenomeen: de pathologie ent zich op littekens.
5. Kijk naar de verdeling: schedlhuid/romp/ledematen/aangezicht/nek
6. Kijk of de letsels symmetrisch zijn: het bevestigt of sluit een aantal diagnoses uit.
7. Strekzijde/flexuren
8. Zomermaanden, reizen naar exotische gebieden: blootgestelde delen aangetast?
Zonpathologie.
9. Nagels/haren/slijmvliezen!
3. PSORIASIS:
Een van de meest klassieke dermatologische aandoeningen. Het is een chronische NIET-infectieuze
WEL inflammatoire aandoening.
Het is een belangrijke aandoening! Het is geen seksistische pathologie, zowel mannen als vrouwen
evenveel aangedaan. 3% van de mensen in EU/N.A hebben dit.
ETIOLOGIE
1) Belangrijke genetische factor, maar deze is verschillend.
Opmerking: Er zijn 2 grote leeftijdspieken waarop psoriasis ontstaat (20-30j) ofwel (50-60j)
en het blijkt dat wanneer je het op 50-60j krijgt je erfelijke component minder meespeelt
2) Epidermale celproliferatie: Het differentiatieproces van de huid gaat veel te snel en
imperfect schilfering
3) TNFalfa IL 17 en 21 inflammatoire rol, die zorgt voor de roodheid. De inflammatie gaat
altijd uit vanuit de dermis omdat de bloedvaten hier zitten.
We moeten op deze twee fronten werken voor de therapie
,DERMATOLOGIE SAMENVATTING
UITLOKKENDE FACTOREN:
o Infectie: bepaalde psoriasis vorm (guttata: druppelvormige kleine letsels) wordt klassiek bij
jonge mensen gevonden na S. pyogenes keelinfecties
o Medicatie: bètablokkers (klassiek), lithium en antimalaria
o Stress is een belangrijke uitlokkende factor.
ELEMENTAIRE LETSELS: typische letsels voor een getraind oog.
o Scherp afgelijnde, rode plaques met dikke witte schilfering
Opmerking: soms is de schilfering wat weg door zelfbehandeling met zalven
o Symmetrische letsels (als links is aangedaan is rechts ook aangedaan)
o Jeuk is ook een belangrijke factor (vaak miskend)
LOKALISATIE: Schedelhuid, strekzijde van de knieën en ellebogen en de romp
Opmerking: de typische plaatsen waar deze voorkomenwil niet zeggen dat iedere psoriasispatiënt al
deze lokalisaties heeft ingevuld!
o Op de corona zitten dikke huidschilfers, wanneer we deze wegnemen krijgen we vaak
bloedende oppervlakkige letsels te zien (erosies)
ANDERE KLINISCHE VORMEN
o Psoriasis inversa: bij deze psoriasis komen de letsels voor in de flexuren in plaats van de
strekzijde. Heel typisch zijn letsels op de lies, de navel, glans penis en de bilspleet. Meestal
mist het schilferelement hier wel!
o Palmoplantair: Er zijn ook soorten die alleen op de handpalmen en de voetzolen voorkomen.
Deze vorm maakt de DD met eczeem toch moeilijker
o Pustuleuze psoriasis: pustels die perfect steriel zijn. Dit kan zeer gelokaliseerd zijn (bv maar
1 teen) of erg generaliseerd
o Erythrodermie: rood en schilfert van kop tot teen. U staat volledig vol! De typische letsels
zijn vaak verdwenen waardoor je bijna onmogelijk met zekerheid kan zeggen dat het om een
psoriasiform letsel gaat.
o Koebbnerfenomeen: de psoriasis breekt uit op een litteken
DUS: nooit een biopt nemen van een psoriasisletsel je gaat deze alleen maar erger maken
Opmerking: zoek bevestiging bij de nagels! Je gaat bij ¼ nagelaantasting zien! Deze kan heel
specifiek zijn maar is niet pathognomonisch. Psoriasis is destructief voor de nagels.
DD: schimmelinfectie: een schimmelinfectie zal aantasting geven van 1 of 2 nagels, niet van alle
o Onycholyse: wanneer de nagelplaat loskomt van het nagelbed. Het is een typisch letsel maar
het betekent niet altijd dat de patiënt in kwestie psoriasis heeft.
o Pitting in de nagels
o Olievlekfenomeen (geelbruine verkleuring)
o Subunguale keratose: verhoorning onder de nagel. Dit zorgt er ook voor dat de nagelplaten
naar boven komen.
DE LINK MET DE INTERNE ORGANEN:
o 1/5 zal in de loop van de ziekte kans maken op articulaire klachten. Dit kan uitgebreid en
beperkt zijn (sacroillitis, zwelling van de interphalangiale gewrichten van handen en voeten)
o Andere co-morbiditeit: sterk vermoeden met metabool syndroom of zijn componenten
(obesitas, hypertensie, abdominaal vet)
o De prevalentie van depressie ligt hoog bij psoriasis. Met deze letsels sociale component.
Depressie kan zowel oorzaak als gevolg zijn.
, DERMATOLOGIE SAMENVATTING
BEHANDELING
Behandeling van psoriasis: er zijn 4 stappen. We moeten altijd 2 elementen behandelen de
epidermale proliferatie en de inflammatie.
STAP1: Het is belangrijk dat u de patiënt goed informeert, het gaat over inflammatie en niet over
infectie: het is chronisch maar niet gevaarlijk/besmettelijk en het kan ingrijpend zijn!
Het is ook een pathologie waarvoor een heel goede patiëntenvereniging (Psoriasis vereniging).
STAP 2: Lokale behandeling
Indicatie: wordt gebruikt als de letsels beperkt zijn of bij uitgebreide letsels in combinatie met de
andere behandelmethoden.
DOEL: schilfering wegkrijgen. De patiënt verliest deze schilfers schilfers wegstofzuigen!!
o Keratolytica: magistrale bereiding laten te maken zalf (salicylzuur)
o Teer preparaten: minder gebruikt! Kanker gevolgen + stinkt
o Ditranol: derivaat wordt nog weinig gebruikt maakt vlekken en werkt irritatief op de
omliggende huid
o Topische corticoïden (werken in op de inflammatoire pathway): Je kan ze in crème, zalf,
lotion, shampoo en schuim geven!
▪ Crème: smeert makkelijker uit, minder vet
▪ Zalf: vettig en vaseline-achtig
▪ Lotion, eerder voor behaarde zone
▪ Shampoo met corticoïden met schuim makkelijk uit te smeren zonder
kapsel uit de plooi te krijgen.
o Vitamine D-analogen: werken in op de versnelde differentiatie.
o Het pure vitamine D analoog – tacasitol:
o Calcipotriol wordt alleen in een combinatieproduct gebruikt.
▪ Β-methasone-dipropionaat + calcipotriol Dovobed (gel en zalf) en Xaniol
(schedelhuid)
Opmerking: Beste is corticoïden + vitamine D-analogen aangezien deze op beide ziektepatronen
inwerken (inflammatie + epidermale differentiatie) en daarbovenop wordt de huidatrofie door de
cortico’s tegengewerkt door de vitamine D analogen.
Groot voordeel van de combinatieproducten is dat ze elkaars nevenwerking in balans brengen.
STAP 3: Fototherapie: wanneer topicale behandeling niet genoeg is kunnen we overgaan op
fototherapie met UV-straling (A-B-C). Er is een verbetering bij zonlicht aangezien UV
immunosuppressief werkt. De indicatie tot fototherapie is breed en geldt niet enkel voor psoriasis
o UVB: wordt voornamelijk gebruikt met een small spectrum TL-01 lamp. Hierdoor is deze
therapie niet meer zo agressief en moet je geen voorbereidende pillen meer nemen. Het
dringt enkel door tot in de dermis.
o Voordelen:
▪ Geen voorbereidende medicatie meer innemen
▪ Geen fotoprotectie meer nodig na behandeling
▪ Ook mogelijk bij kinderen en zwangere
o Nadelen:
▪ Discrete onaangename jeuk, snelle verbranding + blaarvorming
▪ Droge huid met op termijn snelle veroudering
▪ Verhoogd risico op huidkanker
o PUVA (Psoraleen + UVA): UVA heeft een langere golflengte en dringt hierdoor dieper in de
huid door. Het is dus erg aangewezen voor erg diepe plaques. Je moet wel een
voorbereidend fotosensibel medicijn innemen: psoraleen. Je moet deze ongeveer 2 uur voor
de behandeling innemen en het is belangrijk te patiënt te informeren zijn ogen en de huid te
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nessmini. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.