Mia12 – Management Recht – Les 3 – Jozef Hessel
Les 3: Oei, ik groei
1. Hoe lees ik een balans
2. Hoe communiceer ik met banken
3. Wat kost personeel
4. Dashboarden
1. Samenvatting les 1 en 2
Omzet = alles wat van geld binnenkomt
=> BTW in omzet of reken je dat erbij?
=> omzet altijd EXCLUSIEF BTW
=> BTW betaald door de eindconsument
Toegevoegde waarde = omzet – alles wat je aangekocht hebt ¹ winst
Wat zit er allemaal in toegevoegde waarde?
• Loon
• Rente
• Huur
• Pacht
• Winst
Hoe toegevoegde waarde berekend?
Overheid weet of economie groeit of krimpt => BTW bepalen
=> zicht op toegevoegde waarde
=> 1 x per jaar afsluiten boekjaar => foto binnen situatie bedrijf => zien hoeveel toegevoegde waarde
=> Balans enkel binnen vennootschap <-> éénmanszaak
Voordeel en nadeel éénmanszaak en vennootschap
• Alles in vennootschap niet alles uitgeven wat je wilt uitgeven
• Alles in éénmanszaak loopt door elkaar
• Gevaar éénmanszaak => al je centen lopen door elkaar => jij int BTW en moet doorstorten aan overheid
=> moeilijk zicht hoeveel je eigenlijk verdient
Wat kan overheid doen bij economische recessie voor bedrijven?
RECESSIE <-> GROEI
=> economische krimp tegenwerken, hoe? 2 mogelijkheden:
1) Vandaag betaal je vennootschapsbelasting 25%
=> 25% laten dalen => inkomsten als overheid dalen op korte termijn => investeringen in bedrijven gaan
stimuleren => MEER economische groei
2) ECB en overheid laatste 10 jaar zeer veel geld bijgedrukt
=> zeer veel geld => geld minder waard => geld sneller uitgegeven => bedrijven gaan investeren
Als er zeer veel geld wordt uitgegeven => prijzen laten stijgen => HYPERINFLATIE
=> banken zeggen dat er zeer veel geld in economie is
=> investering terugbetalen wordt moeilijker
=> rentes terug verhogen
1
, 2. Ondernemen
Hoe meer bedrijf groeit => hoe groter ondernemersrisico wordt
• Grotere investeringen
• Meer voorraad aanleggen
• Kopen van bedrijfswagen
Proberen risico’s in te perken met vennootschap => ook veel nadelen
• Dubbele boekhouding
o = elke uitgave dat je doet bonnetje of factuur
• Geld dat er in zit zit in vennootschap
• Ticketje bijhouden en binnenbrengen
3. Voorbeeld BTW-aftrek
Als bedrijf BTW die binnenkomt doorgeven aan de overheid = BTW-aftrek
VOORBEELD:
Jij factureert €1000 => doet daar 21% BTW op => €210 BTW
• €100 aan papier EXCL. => +21% BTW (via groothandel koopt B2B , niet eindconsument)
• €50 aan restaurant INCLUSIEF BTW
• €200 aan boekhouder EXCL. => +21% BTW
=> €100 x 1,21 = €121
=> €200 x 1,21 = 242
=> €50 restaurant è Bedrag met BTW naar bedrag zonder BTW = €,21 = €41,32
è Bedrag met BTW naar BTW-bedrag = €,21 x 0,21 = €8,75
è €8,75 BTW = basisbedrag + BTW
è NIET 100% AFTREKBAAR => maar 50% => €8, = €4,375
Dus BTW die jij betaalt hebt, maar niet eindconsument van bent
= €21 + €42 + €4,375 = €67,375
BTW ZIT NIET IN OMZET => OMZET = EXCLUSIEF BTW
€1000 - kosten
- €100
- €50 => €41,3 (exclusief BTW) x 0,69 = €29,90 (0,69 = restaurantkosten 69% aftrekbaar = vaste waarde)
- €200
= WINST = €670
- 25% personenbelasting = €670 x 0,25 = €167,5
= WINST NA BELASTING = €670 - €167,5 = €502,5 = EIGEN VERMOGEN IN VENNOOTSCHAP
STEL: Sponsor van kind erbij €200
=> Winst wordt €670 - €200 = €470
- 25% personenbelasting = €470 x 0,25 = €117,5
= WINST NA BELASTING = €470 - €117,5 = €352,5
è €502,5 <-> €352,5
è €150 uit je bedrijf als je sponsort
2